Émile Combes
Justin-Louis-Émile Combes (Roquecourbe (Tarn), 6 september 1835 – Pons, 25 mei 1921) was een Frans minister en premier. Combes volgde het seminarie[1] maar ontwikkelde zich later als een fervent antiklerikaal en antikatholiek staatsman.
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Combes liep vanaf zijn twaalfde school in het seminarie van Castres. Hij werd er niet geschikt geacht voor een leven als religieus en werd onderwijzer in een katholiek college in Pons. Daar leerde hij zijn latere echtgenote kennen. Combes vertrok naar Parijs voor een studie geneeskunde en vestigde zich daarna in Pons als arts.[2]
Politieke carrière
[bewerken | brontekst bewerken]In 1885 werd hij verkozen tot senator en hij werd in 1895 minister van Onderwijs. Ten tijde van het kabinet-Waldeck-Rousseau bereidde hij een wet op de vereniging voor, die voornamelijk ten doel had het aantal en de activiteit van de religieuze congregaties tot het uiterste te beperken en het katholiek onderwijs te fnuiken.
Président du Conseil
[bewerken | brontekst bewerken]Nadat hij in 1902 zelf een kabinet had gevormd, legde de autoritaire[3] Combes de wet op de verenigingen met een aan het fanatisme grenzende ijver ten uitvoer. Vele kloosterlingen werden uit hun kloosters gedreven. Soms, zoals in het geval van de Grande Chartreuse, gebeurde dit zelfs manu militari (29 april 1903). Een nieuwe wet van 4 juli 1904 kwam ten slotte neer op een vrijwel algehele opheffing van het katholiek onderwijs. De Franse bevolking kwam hiertegen in opstand.
Ook werden de Jezuïeten uit Frankrijk verbannen. Een conflict met paus Pius X, die in augustus 1903 was verkozen, leidde tot de opheffing van het Franse gezantschap bij de Heilige Stoel. Een wet op de volledige scheiding van Kerk en staat werd ingediend en na Combes' aftreden door zijn opvolger door het parlement geloodst. Het ministerie-Combes besteedde voorts aandacht aan de sociale wetgeving en voerde de tienurige werkdag in. In januari 1905 kwam het kabinet ten val door het schandaal van de fiches dat in oktober 1904 aan het licht was gebracht. De pers had namelijk ontdekt dat de minister van Oorlog, generaal André, met de actieve steun van de maçonnieke loges meer dan 20 000 fiches had laten opstellen, waarbij onder andere de kerkgang van katholieke officieren werd bijgehouden om hen van promotie uit te sluiten.[4] André moest ontslag nemen en even later, op 15 januari 1905, was dit ook het geval voor Combes.
Later leven
[bewerken | brontekst bewerken]Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Combes nog minister zonder portefeuille in een kabinet-Briand (1915-1916).
Émile Combes was gedurende 42 jaar burgemeester van Pons. Hij is begraven op het Vieux Cimetière Saint Martin in Pons.
- ↑ Hij kreeg daarom de bijnaam "petit père Combes".
- ↑ (fr) Les illustres pontois. pons-ville.fr. Geraadpleegd op 23 januari 2024.
- ↑ Péguy noemde hem een "césariste en veston".
- ↑ De legende wil dat een hogere officier, die onder druk werd gezet om te vertellen wie van zijn medewerkers ter kerke ging, geantwoord zou hebben: "Que vous dire? Je suis toujours au premier rang à la messe et je ne me retourne jamais...". Op de fiches werd ook bijgehouden of hun kinderen een katholieke opvoeding genoten, etc.
Voorganger: René Waldeck-Rousseau | Premier van Frankrijk Kabinet-Combes 1902-1905 | Opvolger: Maurice Rouvier |