Alfred Jodl

Alfred Jodl
Alfred Jodl
Alfred Jodl
Volledige naam Alfred Gustav Jodl
Geboren 10 mei 1890
Würzburg, Duitse Keizerrijk
Overleden 16 oktober 1946
Neurenberg, Amerikaanse bezettingszone in Duitsland
Rustplaats Gecremeerd: as uitgestrooid in de Isar
Land/zijde Vlag van Duitse Keizerrijk Duitse Keizerrijk
Vlag van Duitsland tijdens de Weimarrepubliek Weimarrepubliek
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland
Onderdeel Deutsches Heer
Reichswehr
Heer
Dienstjaren 1910 - 1945
Rang
Generaloberst
Eenheid Königlich Bayerisches 4. Feldartillerie-Regiment „König“
7. (Bayerisches) Artillerie-Regiment
4e Bergdivisie
Bevel Chef Operaties Oberkommando der Wehrmacht
26 augustus 1939 -
13 mei 1945
Chef Oberkommando der Wehrmacht (Chef OKW)
13 mei 1945 -
23 mei 1945[1]
Slagen/oorlogen Eerste Wereldoorlog

Tweede Wereldoorlog

Onderscheidingen Zie decoraties
Portaal  Portaalicoon   Tweede Wereldoorlog

Alfred Gustav Jodl, geboren als Alfred Baumgärtler, (Würzburg, 10 mei 1890Neurenberg, 16 oktober 1946) was een Duits generaal, Chef Operaties bij het opperbevel van de Duitse strijdkrachten (Wehrmacht) en als zodanig een naaste militaire medewerker van Hitler. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog is hij als oorlogsmisdadiger terechtgesteld.

Jodls vader, Alfred Jodl, was artillerieofficier; zijn moeder, Therese Baumgärtler, een boerendochter. Omdat een verbintenis met een boerendochter beneden de waardigheid van een Beierse officier was, huwde het paar pas in 1899, nadat de vader de militaire dienst verlaten had. De jonge Alfred droeg dus de naam van zijn ongehuwde moeder. Vanaf het huwelijk droeg Alfred, toen al negen jaar, de naam Jodl. Hij groeide samen met zijn jongere broer Ferdinand op. Het echtpaar Jodl kreeg ook nog drie dochters, die echter allen jong stierven.

In 1913 huwde Jodl Irma Gräfin von Bullion; na haar dood in 1944 trouwde hij met Luise von Benda.

Militaire loopbaan

[bewerken | brontekst bewerken]

Jodl volgde vanaf 1903 een opleiding als cadet, die hij in 1910 voltooide. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vocht hij in het Beierse leger. Hij bereikte de rang van luitenant. Na de oorlog overwoog hij zich uit het leger terug te trekken en voor arts te studeren, maar hij besloot toch zijn militaire carrière voort te zetten. Hij werd Chef van de Operatieve Afdeling van de landmacht.

Zijn eerste ontmoeting met Adolf Hitler was in 1923. In 1935 werd hij Generalmajor van de Wehrmacht. Als lid van de NSDAP (Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij) was hij een aanhanger van Hitler en zijn politiek van herbewapening. Zijn bewondering voor Hitler, die hij als een der grootste Duitse heldenfiguren zag, zou, bij alle zakelijke kritiek, vrijwel tot het eind in stand blijven.

Als chef operaties binnen het opperbevel van de Wehrmacht speelde hij een belangrijke rol in de militaire veldtochten in met name de Balkanlanden en de Sovjet-Unie. In januari 1944 werd Jodl kolonel-generaal. Jodl was ook aanwezig bij de stafvergadering van Hitler in Rastenburg waar kolonel Claus von Stauffenberg een (mislukte) aanslag op Hitler pleegde; hij raakte gewond, maar herstelde snel.

Na de zelfmoord van Hitler was Jodl een van de belangrijkste onderhandelaars (samen met admiraal Von Friedeburg) die door grootadmiraal Karl Dönitz (het nieuwe staatshoofd) naar de geallieerden werden afgevaardigd om over de wapenstilstandsvoorwaarden te praten. Op 7 mei 1945 ondertekende kolonel-generaal Jodl te Reims (Frankrijk) de Duitse capitulatie. Daarna vloog hij naar Flensburg terug waar de Duitse regering van Dönitz haar zetel had. Op 13 mei, na de arrestatie van generaal-veldmaarschalk Wilhelm Keitel, werd hij door Dönitz aangesteld als laatste hoofd van het OKW (opperbevel). Op 23 mei 1945 werd hij samen met de overige leden van de Flensburgregering gearresteerd.

Tijdens het Proces van Neurenberg werd Jodl op vier punten aangeklaagd en daarop schuldig bevonden. Een van de tenlasteleggingen betrof het Kommandobefehl en het Kommissarbefehl, waarmee de conventie van Genève geschonden werd - Jodl ging feitelijk akkoord met het executeren van krijgsgevangenen (voor zover het respectievelijk geallieerde commandotroepen achter de linies betrof, of politieke commissarissen binnen het Rode Leger). Op 1 oktober 1946 werd hij ter dood veroordeeld. Jodls vraag om - zoals het voor militairen gebruikelijk is - door een vuurpeloton geëxecuteerd te worden, werd afgewezen. Op 16 oktober, rond 2 uur 's morgens, werd hij opgehangen. Zijn laatste woorden waren: "Ik groet U, mijn Duitsland". Zijn stoffelijk overschot werd nog diezelfde dag verast, tegen middernacht werd de as in de Isar verstrooid.

Een omstreden vonnis

[bewerken | brontekst bewerken]

Jodls veroordeling was - ook onder de geallieerden - omstreden: de Franse rechter Henri Donnedieu de Vabres noemde zijn veroordeling een gerechtelijke dwaling. In maart 1953 oordeelde een Duitse arbitrale commissie dat hij zich niet schuldig had gemaakt aan oorlogsmisdaden, maar slechts zijn plicht had gedaan en daarbij geen oorlogsmisdaden had begaan. Zijn verbeurd verklaarde bezit werd aan zijn weduwe teruggegeven. Later, in september van dat jaar, werd onder druk van de Amerikanen het advies van de commissie door de Beierse minister voor politieke bevrijding herroepen. Het boek van Bas von Benda getiteld: "Het kleedje van Hitler", maakt klip en klaar duidelijk dat er zeer zeker geen sprake was van een 'gerechtelijke dwaling' en zijn veroordeling tot de doodstraf door ophanging door het Tribunaal van Neurenberg volledig terecht was.

Op het kerkhof van Fraueninsel im Chiemsee is er een grafkelder van de familie Jodl met een gedenksteen voor de Generaloberst zelf, een tweede voor zijn eerste vrouw Irma Gravin von Bullion (1885-1944), een derde voor zijn tweede vrouw Luise von Benda (1905-1998) en een vierde voor zijn jongere broer Ferdinand (1896-1956) en diens vrouw.

Familiegraf van Jodl

Militaire carrière

[bewerken | brontekst bewerken]
  • (en) Walter Görlitz: Keitel, Jodl and Warlimont, in Hitler's Generals, ed. Correlli Barnett. London: Weidenfeld and Nicolson 1989.
  • (de) Luise Jodl: Jenseits des Endes: Der Weg des Generaloberst Jodl. Langen Müller, München 1987, ISBN 3-7844-2145-8.
  • (de) Axel Kellmann: Generaloberst Alfred Jodl – Chef des Wehrmachtführungsstabes: Ein Beitrag zur Diskussion über das Verhältnis zwischen Wehrmacht und NS-Regime. Pirrot, Saarbrücken 2004, ISBN 3-930714-95-7.
  • (de) Guido Knopp: Hitlers Manager. Goldmann, München 2007, ISBN 978-3-442-15423-4.
  • Kenneth Macksey: Generaloberst Alfred Jodl. In: Gerd R. Ueberschär (Hrsg.): Hitlers militärische Elite. Band 1, Primus, Darmstadt 1998, ISBN 3-89678-083-2, S. 102–111.
  • (de) Bodo Scheurig: Alfred Jodl: Gehorsam und Verhängnis. Propyläen, Berlin, Frankfurt am Main 1991.
  • (de) Alan Wilt: Alfred Jodl – Hitlers Besprechungsoffizier. In: Ronald Smelser, Enrico Syring (Hrsg.): Die Militärelite des Dritten Reiches. Ullstein, Berlin, Frankfurt am Main 1995, ISBN 3-548-33220-X, S. 236–250.
  • (de) Enzyklopädie des Nationalsozialismus, Herausgegeben von Wolfgang Benz, Hermann Graml und Hermann Weiß. Mit zahlreichen Abbildungen, Karten und Grafiken, 3., korr. Auflage: Stuttgart: Klett-Cotta, 1998.
  • Von Benda Beckmann, Bas, Het kleedje voor Hitler: Een familiegeschiedenis, Amsterdam, Querido 2023
De Engelstalige Wikiquote heeft een of meer citaten van of over Alfred Jodl.
Zie de categorie Alfred Jodl van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.