Kraagluiaard
Kraagluiaard IUCN-status: Kwetsbaar[1] (2022) | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Bradypus torquatus Illiger, 1811 | |||||||||||||||
Verspreidingsgebied van de kraagluiaard | |||||||||||||||
Schedels van de kraagluiaard, 1811 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Kraagluiaard op Wikispecies | |||||||||||||||
|
De kraagluiaard (Bradypus torquatus) is een zoogdier uit de familie van de drievingerige luiaards (Bradypodidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Johann Karl Wilhelm Illiger in 1811.[2][3] In 2022 werd de soort Bradypus crinitus van deze soort afgesplitst.[4]
Kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]Deze luiaard heeft een kleine, korte kop met donkere manen, kleine ogen en oren, verborgen tussen de vacht. Het lichaam lijkt daarbij groot en de poten zijn krachtig. Algen, mijten, teken, kevers en zelfs motten leven in de dikke bovenvacht, die op kop, nek en schouders langer en donkerder is. De ondervacht is fijn, dicht en licht van kleur.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Het voedsel van dit solitaire dier bestaat uit bladen, knoppen en zachte twijgen van bepaalde boomsoorten, zoals de Cecropia-soorten en het daalt slechts dan af naar de grond om zich te ontlasten of om bij de volgende boom te komen, waarbij het dier zich aan zijn voorklauwen over de grond voortsleept. Het is een goede zwemmer. De luiaard heeft kleine en zwakke spieren voor dieren van deze afmeting en zelfs hun metabolisme verloopt traag. De lichaamstemperatuur komt maar net boven 30° C. Hun verdediging bestaat vooral uit het stilzitten en niet opvallen, maar in noodsituaties kunnen ze geweldig uithalen met hun grote klauwen.
Voortplanting
[bewerken | brontekst bewerken]Na een draagtijd van 5 tot 6 maanden wordt één jong met goed ontwikkelde, haakvormige klauwen geboren, dat zich hiermee direct aan moeders buik vastklampt. Na een zoogtijd van 4 weken wordt het nog 6 maanden door de moeder meegedragen om het voedselzoeken te leren.
Bescherming
[bewerken | brontekst bewerken]Deze dieren zijn geheel afhankelijk van de bomen en hebben geen mogelijkheid om te vluchten bij het verschijnen van de houthakkers. Voordat de houtkap begint, worden ze in sommige gebieden voorzichtig gevangen. Ze worden dan gewogen, gesekst, gemeten, gemerkt en hun bloed wordt bemonsterd voor genetisch onderzoek, waarna ze op een veilige plek worden vrijgelaten.
Verspreiding
[bewerken | brontekst bewerken]Deze soort komt voor in tropische wouden in het oosten van Brazilië, in de deelstaten Bahia en Sergipe.[4]
- ↑ (en) Kraagluiaard op de IUCN Red List of Threatened Species.
- ↑ Gardner, A.L. (2005). "Order Pilosa". In Wilson, D.E.; Reeder, D.M (eds.) Mammal Species of the World: A Taxonomic and Geographic Reference (3rd ed.). Johns Hopkins University Press. p. 100. ISBN 978-0-8018-8221-0.
- ↑ Mammal Diversity Database (2023). Bradypus torquatus Illiger, 1811. Mammal Diversity Database (Version 1.11). DOI: 10.5281/zenodo.7830771. Geraadpleegd op 03-09-2023.
- ↑ a b Miranda, F. R., Garbino, G. S., Machado, F. A., Perini, F. A., Santos, F. R., & Casali, D. M. (2022). Taxonomic revision of maned sloths, subgenus Bradypus (Scaeopus), Pilosa, Bradypodidae, with revalidation of Bradypus crinitus Gray, 1850. Journal of Mammalogy, 104(1), 86-103.