Cornelis Alewijn
Cornelis Alewijn (Amsterdam, 15 augustus 1788 - Amsterdam, 22 mei1839 was een Nederlands militair en civiel ingenieur. Hij was de zoon van mr. Jacob Alewijn en Cornelia Henriette Backer; hij studeerde aan de universiteit van Göttingen en later aan die te Utrecht. In Utrecht studeerde hij bij de wiskundige prof. J.F. van Beeck Calkoen. Na zijn studie werd hij in 1812 naar Parijs gestuurd als "vrijwilliger" voor de Garde d'Honneur.[1]
In 1814 kwam hij terug naar Nederland en werd benoemd tot 2e luitenant-ingenieur; als zodanig diende hij bij het beleg van Naarden onder generaal Krayenhoff. Als kapitein leidde hij de vestingbouw van Namen en van Dendermonde; hier was hij ook de eerstaanwezend ingenieur. Na de Belgische omwenteling werd hij om 1830 eerstaanwezend ingenieur in Haarlem. In 1832 werd hij benoemd tot commissaris van stads publieke werken te Amsterdam. Hij bleef dit tot zijn overlijden.
In 1816 werd hij correspondent van het Koninklijk Nederlands Instituut[2], en in 1832 lid 1e klasse van het Instituut. In 1835 werd hij ook lid van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem en voorzitter van het KNI. Ook was hij lid van de raad van bestuur der Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Amsterdam. Hij had een slechte gezondheid en is al op 50-jarige leeftijd overleden. Hij was in Namen in 1819 getrouwd met Olowina Wilhelmina Degerman, en kreeg 5 kinderen.
De locatie van originele exemplaren van deze publicaties is te vinden door uitvouwen van Bibliografische Informatie hieronder en dan op het OCLC nummer achter ‘world cat identities’ te klikken.
- De liniis spiralibus, tentamen academicum (Göttingen 1808) - Hierin worden de formules voor de spiralen, die tot die tijd alleen op rechthoekige coördinaten beschouwd waren, polair gecoördineerd, hetgeen een grote vereenvoudiging gaf
- De aquae celeritate in fluviis computanda, dissertatie (Utrecht 1810) - Hierin worden verschillende formules voor de verhouding tussen de snelheid aan de oppervlakte en de gemiddelde snelheid in een stromingsverticaal getoetst aan de uitkomsten van metingen van Brunings in de Rijnarmen. Hij komt ook met een nieuwe formule hiervoor.
- Verhandeling over den voordeligsten hoek, onder welken men de puntdeuren ener sluis kan zamenvoegen (Haarlem 1823) Werkzaamheden der 1e klasse van het Kon.Inst van Wetenschappen, 6e deel, pp179-232 - In deze publicatie wordt omslachtig een vrij eenvoudig probleem behandeld.
- Beschrijving van een ontwerp van sluizen met gekoppelde deuren, welke bij alle waterstanden geheel of gedeeltelijk geopend en wederom gesloten kunnen worden (1824) Brussel : Brest van Kempen - Deze deuren, door hem voorgesteld in plaats van de waaierdeuren, bestaan in plattegrond uit een trapezium, dat niet veel van een parallellogram verschilt. De praktijk heeft uitgemaakt, dat waaierdeuren voor het doel verkieslijker zijn (volgens zijn biograaf Ramaer).
Bronnen
- Ramaer, J.C., [Molhuysen en Blok (ed)] (1911). Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Sijthoff, Leiden, deel 4, kolom 29-30.
Referenties
- ↑ In 1812 besluit Napoleon een nieuwe legereenheid in het leven te roepen: de Garde d’Honneur. Tot deze Garde d’Honneur zouden alleen de hogere maatschappelijk groepen mogen en moeten toetreden. Daarbij zou het niet mogelijk zijn om voor deze dienst remplaçanten te kopen. Dit veroorzaakte grote onrust bij de elite. In totaal werden 500 Nederlandse mannen opgeroepen om toe te treden tot deze Garde. (Klein Horsman, A. (2011) Brieven aan thuis, Afstudeerscriptie Erasmus Universiteit
- ↑ In 1851 is dit instituut van naam veranderd in Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen