David Mulder
David Mulder | ||||
---|---|---|---|---|
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | Utrecht, november 1746 | |||
Overleden | Utrecht, 12 november 1825 | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep(en) | beeldhouwer | |||
Signatuur | ||||
RKD-profiel | ||||
|
David Mulder (gedoopt Utrecht, 2 december 1746 – aldaar, 12 november 1825) was een Nederlands beeldhouwer[1]
Leven en werk
[bewerken | brontekst bewerken]Mulder werd gedoopt in de Domkerk als zoon van Johannes Lucas Mulder en Helena van de Water. Zijn vader was onder meer koster en schoolmeester. Mulder trouwde in 1769 met Petronella van Sorgen (1738-1817).
Mulder heeft waarschijnlijk les gehad van de Franse beeldhouwer Étienne-Maurice Falconet en in Utrecht van Willem Hendrik van der Wall.[2][3] Hij maakte onder meer houten kerksculpturen[4], orgelversieringen en portretmedaillons van een aantal hoogleraren aan de universiteit van Utrecht. Hij was lid van de Oeconomische Tak van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen en bestuurslid van het Utrechts Teekengenootschap.
Hij overleed in 1825, op 80-jarige leeftijd.
Werken (selectie)
[bewerken | brontekst bewerken]- 1778 portret van Gijsbertus Bonnet (1723-1805), hoogleraar godgeleerdheid
- 1784 portret van Johannes Oosterdijk Schacht (1704-1792) hoogleraar geneeskunde
- 1787 portret van Johann Friedrich Hennert (1733-1813), hoogleraar wiskunde, echtgenoot van P.J. de Timmerman
- 1791 beeldhouwwerk aan het orgel van de Nederlands Hervormde Kerk, Lexmond
- 1793 portret van Carolus Segaar (1724-1803), hoogleraar godgeleerdheid
- 1793 beeldje van Neptunus, collectie Centraal Museum
- 1799 portret van Hermanus Royaards (1753-1825), gereformeerd predikant, hoogleraar godgeleerdheid
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]- Johannes Oosterdijk Schacht
- J.F. Hennert
- Hermanus Royaards
- ↑ Biografische gegevens bij het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
- ↑ Roeland van Eynden en Adriaan van der Willigen (1820) "David Mulder", Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst, deel 3, p. 314.
- ↑ A.J. van der Aa (1869) "Mulder (David)", Biographisch woordenboek der Nederlanden, deel 12. Haarlem: J.J. van Brederode.
- ↑ Pieter A. Scheen, herzien door P. Scheen (1981) Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars. 's-Gravenhage: uitgeverij Pieter A. Scheen BV. p. 361.