Endocytose
Endocytose is het proces waarbij de cel stoffen opneemt die door het celmembraan werden ingesloten. Alleen de stoffen die het celmembraan door mogen worden ingesloten doordat het celmembraan verder naar binnen toe instulpt. Totdat het uiteindelijk een zelfstandig blaasje (vesikel) vormt genaamd het endosoom. Veel stoffen kunnen niet in de cel worden opgenomen doordat ze te groot of polair zijn.
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Er bestaan twee soorten endocytose: fagocytose en pinocytose.
Fagocytose is een vorm van eten, maar ook een vorm van afweer tegen indringers, hier zijn speciale fagosomen voor:
- de macrofagen,
- de neutrofielen,
- de dendritische cellen.
Deze cellen zijn geschikt voor het opnemen van micro-organismen. Fagosomen kunnen naast dode cellen ook levenloze producten opnemen, zoals plastics. Ook zijn fagosomen in staat levende cellen van dode cellen te onderscheiden, hierdoor worden er geen levende opgenomen.
Pinocytose is het opnemen van vloeistoffen via kleine pinocytische blaasjes. Een voorbeeld van pinocytose is de opname van vetdruppels ter hoogte van de dunne darm.
Receptor-gemedieerde endocytose (RME; receptor mediated endocytosis) of clathrin-dependent endocytosis is ook een vorm van endocytose, maar hiervoor moet eerst een receptor geactiveerd worden. Pas nadat dit is gebeurd worden de stoffen ingesloten door het celmembraan. Fagocytose is een discontinu proces in tegenstelling tot RME. RME vindt namelijk pas plaats als de receptoren geactiveerd zijn. Cholesterol helpt cellen te openen en binnen te dringen.
Het tegenovergestelde van endocytose is exocytose.