Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg
Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg | ||
---|---|---|
Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg, Willem Maurits van Nassau-Siegen en hun zoons Frederik Willem Adolf en Karel Lodewijk Hendrik. Anoniem portret, ca. 1690, Siegerlandmusem, Siegen. | ||
Regentes van Nassau-Siegen | ||
Regeerperiode | 1691–1701 | |
Voorganger | – | |
Opvolger | – | |
Huis | Huis Nassau-Schaumburg | |
Vader | Adolf van Nassau-Schaumburg | |
Moeder | Elisabeth Charlotte Melander | |
Geboren | 20 mei 1662Jul. Slot Schaumburg | |
Gestorven | 21 februari 1732 Nassauischer Hof, Siegen | |
Begraven | 15 maart 1732 Fürstengruft, Siegen | |
Echtgenoot | Willem Maurits van Nassau-Siegen Friedrich Philipp Reichsfreiherr von Geuder genannt Rabensteiner | |
Religie | Calvinistisch | |
Het wapen van het Huis Nassau-Schaumburg |
Prinses Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg (Slot Schaumburg,[1] 20 mei 1662Jul.[2][noot 1] – Nassauischer Hof, Siegen,[1] 21 februari 1732[4][noot 2]), Duits: Ernestine Charlotte Prinzessin von Nassau-Schaumburg (officiële titels: Prinzessin von Nassau, Gräfin zu Katzenelnbogen, Vianden, Diez und Holzappel, Frau zu Beilstein, Laurenburg und Schaumburg), was een prinses uit het Huis Nassau-Schaumburg, een zijtak van de Ottoonse Linie van het Huis Nassau. Ze was regentes van het vorstendom Nassau-Siegen (een deel van het graafschap Nassau) voor haar zoon Frederik Willem Adolf.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Ernestine Charlotte werd op 20 mei 1662Jul. op Slot Schaumburg geboren als de tweede dochter van prins Adolf van Nassau-Schaumburg en Elisabeth Charlotte Melander rijksgravin van Holzappel.[5]
Ernestine Charlotte huwde op Slot Schaumburg[6] op 6 februari 1678Jul.[7][noot 3] met vorst Willem Maurits van Nassau-Siegen (Kasteel Wisch, Terborg,[9] 18/28 januari 1649[7][noot 4] – Nassauischer Hof, Siegen,[9] 23 januari 1691Jul.[7][noot 5]), de oudste zoon van graaf Hendrik van Nassau-Siegen en gravin Maria Magdalena van Limburg-Stirum.[5] Ernestine Charlotte's overgrootvader George ‘de Oude’ van Nassau-Dillenburg was een jongere broer van Willem Maurits' grootvader Johan VII ‘de Middelste’ van Nassau-Siegen.
Na het overlijden van zijn vader werd Willem Maurits geadopteerd door zijn oom vorst Johan Maurits van Nassau-Siegen.[10][11][12] Na het overlijden van zijn grootvader van moederszijde, graaf George Ernst van Limburg-Stirum, in september 1661, volgde Willem Maurits hem op als graaf van Bronkhorst, heer van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaanderheer van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen.[12][13][14] Op 6 mei 1664 werd hij verheven in de rijksvorstenstand.[8]
Willem Maurits werd op 29 april 1663 hopman van een compagnie Zwitsers in het Staatse leger. Op 20 april 1672 werd hij luitenant-kolonel van een regiment infanterie en in 1673 kolonel. In 1678 werd hij ook ritmeester van een compagnie ruiterij ter repartitie[noot 6] van Friesland.[15]
In 1678 werd Willem Maurits door zijn oom en adoptiefvader Johan Maurits aangesteld als mederegent.[6] Een jaar later overleed Johan Maurits en volgde Willem Maurits hem op als de regerende landsheer in het protestantse deel van het vorstendom Nassau-Siegen en medeheerser van de stad Siegen.[6][7][12] Hij bezat het ambt Siegen (met uitzondering van zeven dorpen) en de ambten Hilchenbach en Freudenberg. De stad Siegen deelde hij met zijn achterneef, Johan Frans Desideratus, de katholieke vorst van Nassau-Siegen.[7] Tijdens zijn regering liet Willem Maurits de Nassauischer Hof, de residentie van de protestantse vorsten van Nassau-Siegen in de stad Siegen, uitbreiden.[10] In 1690 liet hij de tot dan toe in de Nicolaaskerk in Siegen bijgezette leden van zijn dynastie overbrengen naar de Fürstengruft aldaar.[10][16][17]
Willem Maurits overleed op 23 januari 1691Jul. in de Nassauischer Hof in Siegen. Hij werd op 12 maart begraven in de Fürstengruft aldaar.[9] Hij werd opgevolgd door zijn zoon Frederik Willem Adolf. Deze stond tot 1701 onder voogdij en regentschap van zijn moeder Ernestine Charlotte.[18]
Tijdens haar regentschap, in 1695, verwoestte een grote stadsbrand een groot deel van Siegen, waaronder de Nassauischer Hof, de vorstelijke residentie, en de nabijgelegen kerk.[10][12] Beide gebouwen waren in 1488 door graaf Johan V van Nassau-Siegen gebouwd als franciscanerklooster.[19] In de Nassauischer Hof was onder andere de schilderijenverzameling van de vorsten van Nassau-Siegen ondergebracht. Talrijke waardevolle schilderijen van de hand van bekende kunstenaars, waaronder Rembrandt van Rijn, Peter Paul Rubens en Antoon van Dyck, vielen ten prooi aan de vlammen.[12] De nabijgelegen Fürstengruft werd bij de brand gespaard. Het afgebrande residentiegebouw werd niet weer opgebouwd. Onder de oude naam ontstond op het terrein een nieuw drievleugelig paleis waarbij de Fürstengruft geheel in het corps de logis werd opgenomen. De bouw van het nieuwe paleis, dat sinds het midden van de 18e eeuw Untere Schloss genoemd wordt, vond plaats tussen 1695 en 1720.[10][20]
Ernestine Charlotte hertrouwde[1][2][21][noot 7] (in het geheim) in 1696 (in Den Haag?) met Friedrich Philipp Reichsfreiherr von Geuder genannt Rabensteiner (1650–1727), heer van Heroldsberg en Stein, sinds 1691 vorstelijk Nassau-Siegens geheimraad en hofmeester, later ook keizerlijk geheimraad.[1]
Ernestine Charlotte overleed op 21 februari 1732 in de Nassauischer Hof in Siegen. Ze werd op 15 maart begraven in de Fürstengruft aldaar.[1]
Kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Uit het huwelijk van Ernestine Charlotte en Willem Maurits werden de volgende kinderen geboren:[2][14][22]
- Frederik Willem Adolf[noot 8] (Nassauischer Hof, Siegen, 20 februari 1680 – aldaar, 13 februari 1722), volgde in 1691 zijn vader op. Huwde eerst in Slot Homburg vor der Höhe op 7 januari 1702[noot 9] met landgravin Elisabeth Juliana Francisca van Hessen-Homburg (Slot Homburg vor der Höhe, 6 januari 1681[noot 10] – Nassauischer Hof, Siegen, 12 november 1707) en daarna in het Markgrafelijk Brandenburgse slot in Bayreuth op 13 april 1708[noot 11] met hertogin Amalia Louise van Koerland (Mitau, 23 juli 1687[noot 12] – Nassauischer Hof, Siegen, 18 januari 1750).
- Karel Lodewijk Hendrik (Nassauischer Hof, Siegen, 17 maart 1682Jul.[noot 13] – aldaar, 18 oktober 1694Jul.[noot 14]), was sinds 1691 hopman van de compagnie Zwitsers die van zijn vader was geweest.
Voorouders
[bewerken | brontekst bewerken]Voorouders van Ernestine Charlotte van Nassau-Schaumburg | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Betovergrootouders | Johan VI ‘de Oude’ van Nassau-Siegen (1536–1606) ⚭ 1559 Elisabeth van Leuchtenberg (1537–1579) | Filips IV van Nassau-Saarbrücken (1542–1602) ⚭ 1563 Erica van Manderscheid (1545–1581) | Willem I van Sayn-Wittgenstein (1488–1570) ⚭ 1522 Johannetta van Isenburg-Grenzau (1500–1563) | Frederik Magnus I van Solms-Laubach (1521–1561) ⚭ 1545 Agnes van Wied (1524–1588) | ? (?–?) ⚭ ? ? (?–?) | ? (?–?) ⚭ ? ? (?–?) | ? (?–?) ⚭ ? ? (?–?) | ? (?–?) ⚭ ? ? (?–?) |
Overgrootouders | George ‘de Oude’ van Nassau-Dillenburg (1562–1623) ⚭ 1584 Anna Amalia van Nassau-Saarbrücken (1565–1605) | Lodewijk I van Sayn-Wittgenstein (1532–1605) ⚭ 1567 Elisabeth van Solms-Laubach (1549–1599) | Wilhelm Eppelmann (ca. 1564–1592) ⚭ 1576 Anna Lange (?–1636) | Johann Wilhelm von Efferen genannt Hall (?–?) ⚭ ? Margarethe von der Baalen genannt Bleck (?–?) | ||||
Grootouders | Lodewijk Hendrik van Nassau-Dillenburg (1594–1662) ⚭ 1615 Catharina van Sayn-Wittgenstein (1588–1651) | Peter Melander (1589–1648) ⚭ 1638 Agnes von Efferen genannt Hall (?–1656) | ||||||
Ouders | Adolf van Nassau-Schaumburg (1629–1676) ⚭ 1653 Elisabeth Charlotte Melander (1640–1707) |
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Nassau op: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
- (en) Nassau Part 5 op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
- (de) Aßmann, Helmut, Menk, Friedhelm (1996). Auf den Spuren von Nassau und Oranien in Siegen. Gesellschaft für Stadtmarketing Siegen e.V., Siegen.
- (nl) Blok, P.J., ʻ Willem Maurits, Wilhelm Moritz ʼ in: Molhuysen, P.C. en Blok, P.J. (redactie), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Eerste deel, A.W. Sijthoff, Leiden (1911), p. 1578.
- (de) Dek, A.W.E. (1962). Graf Johann der Mittlere von Nassau-Siegen und seine 25 Kinder. Krips Repro, Rijswijk.
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Knetsch, Carl (1931). Das Haus Brabant. Genealogie der Herzoge von Brabant und der Landgrafen von Hessen. II. Teil: Die Nachkommen Philipps des Grossmütigen. Historischer Verein für das Großherzogtum Hessen, Darmstadt.
- (de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
- (de) Lück, Alfred, Wunderlich, Hermann (1956). Die Fürstengruft zu Siegen. Verkehrsverein Siegen e.V., Siegen [1952].
- (de) Menk, Friedhelm (1971). Quellen zur Geschichte des Siegerlandes im niederländischen königlichen Hausarchiv. Stadt Siegen/Forschungsstelle Siegerland, Siegen.
- (de) Menk, Friedhelm, ʻDie Fürstengruft zu Siegen und die darin von 1669 bis 1781 erfolgten Beisetzungenʼ in: Burwitz, Ludwig u.a. (Redaktion), Siegener Beiträge. Jahrbuch für regionale Geschichte 9, Geschichtswerkstatt Siegen – Arbeitskreis für Regionalgeschichte e.V., Siegen (2004), p. 183-202.
- (de) Stolberg-Stolberg, Sophie Eleonore Gräfin zu, Arnswaldt, Werner Konstantin von (1927-1935). Katalog der fürstlich Stolberg-Stolberg'schen Leichenpredigten-Sammlung. Verlag Degener & Co, Leipzig.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
- ↑ “Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III) verschillende kennisgevingen van geboorte gedateerd Schaumburg 21/31 mei 1662: «gestern den 20/30ten diesses, des Abends zwischen 8 und 9 Uhren».”[3]
- ↑ “Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III) kennisgeving van overlijden gedateerd Siegen 23‑2‑1732: «vorgestern Mittag zwischen 11 und 12 Uhren in dem 70ten Jahres ihres Alters». Zie ook de parochieregisters van Siegen. Europäische Stammtafeln I, 117 en 118 geeft respectievelijk de gefantaseerde data 21‑2‑1714 en 19‑10‑1714.”[3]
- ↑ “In de parochieregisters van Terborg staat dat het huwelijk plaatsvond in Schaumburg («in arce Schaumburgenei»). Zie de huwelijksaankondiging (Staatsarchief Marburg 4f, Nassau-Siegen, 203) te Schaumburg 10‑2 oude stijl: «den 6 dieses … das fürstl. Beylager gehalten». Dek (1962) en Europäische Stammtafeln vermelden 6‑1‑1678; dat is de verlovingsdatum (zie de kennisgeving in Staatsarchie Marburg 4f, Nassau-Siegen 203). Dek (1970) geeft niet langer een plaats en huwelijksdatum, maar vermeldt slechts dat de afkondiging is gedaan te Lichtenvoorde op 3‑2‑1678.”[8]
- ↑ “Zie het doopregister van Terborg: de 18e, om drie uur ’s middags.”[8] Menk (2004), p. 195 vermeldt de datum 6 mei 1649.
- ↑ “Zie kennisgeving van overlijden (Staatsarchief Marburg 115, Waldeck, 2, Nassau, 339) uit Siegen 24‑1‑1691: «gestern Freytag den 23. dieses (dus oude stijl) abendts zwischen 5 und 6 Uhren».”[8] Menk (2004), p. 195 vermeldt de datum 18/28 januari 1691.
- ↑ Via het repartitie-stelsel betaalden de gewesten van de Republiek der Verenigde Nederlanden voor de troepen die hen werden toegewezen.
- ↑ Vorsterman van Oyen (1882), p. 135 vermeldt het tweede huwelijk niet.
- ↑ “Hij wordt in bijna alle officiële documenten met deze drie voornamen genoemd, maar soms alleen Frederik Willem (zie bijvoorbeeld Menk (1971), p. 89). Dek (1970) noemt hem Frederik Willem I Adolf; Europäische Stammtafeln daarentegen vermeldt hem als Adolf in zijn tabel Nassau-Siegen (band I, 117), terwijl hij hem op andere plaatsen onder de dubbele voornaam Frederik Willem vermeldt, hetgeen bij de lezers voor enige verwarring zorgt.”[23]
- ↑ “Hoewel de huwelijksaankondiging (Staatsarchief Marburg 4f, Nassau-Siegen, Nr. 241), d.d. Siegen 12‑1‑1702 zegt dat het «den 6 hujus mittelst christgewöhnlicher Einsegnung und Beilager vollzogen» werd (zonder aanduiding van de plaats), hebben we net als Knetsch (1931) de 7e aangehouden, volgens het register van de gereformeerde parochie van Homburg: «Ao 1702 den 7 Januarii ist der Durchlachtigste Fürst Friedrich Wilhelm Adolph zu Nassau-Siegen mit der Durchl. Princesse Elisabetha Juliana Francisca Landgräfin zu Hessen Homburg alhier zu Homburg auf dem festen Schloss ehelich vermählet worden». Evenzo, de personalia in de gedrukte begrafenisrede: «und darauff noch den 7 Januarii zu Homburg in der Hochfürstl. Schloss Kirche nach erfolgter Priestlichen Copulation Dero Hochfürstl. … Beylager gehalten» en de personalia bewaard in het Koninklijk Huisarchief (IV/1561): «den 7 Januar 1702 zu Homburg a.d.H. vermittelst Priestlicher Copulation». Wij vonden 6‑1 bij Dek (1962), Europäische Stammtafeln I, 117, Vorsterman van Oyen (1882), en 7‑1 bij Europäische Stammtafeln I, 106 en Knetsch (1931).”[24]
- ↑ “Europäische Stammtafeln I, 117 geeft, ten onrechte, 6‑2‑1681. De werkelijke datum is 6‑1‑1681 (zie Europäische Stammtafeln I, 106, Knetsch (1931), Dek (1962), Dek (1970) en Stolberg-Stolberg), bevestigd door de parochieregisters van Homburg, waarin staat dat zij op 6‑1, tussen acht en negen uur ’s avonds is geboren en op 13‑1 werd gedoopt.”[25]
- ↑ “Hoewel Dek (1962) en Dek (1970) het huwelijk in Bayreuth op 20-4-1708 plaatsen (datum bevestigd door Europäische Stammtafeln I, 117, Europäische Stammtafeln II, 88 en Knetsch (1931)), vinden we in het huwelijkscontract dat op 6-8-1708 in Siegen werd ondertekend: «solches durch das Fürstliche Beylager mit öffentlichen und gewöhnlichen Christfürstlichen Ceremonien den 13. April des noch laufenden 1708 Jahres in der Fürstlichen Residenz zu Bayreuth vollzogen». De datum 13 april wordt bevestigd door de kennisgeving van het huwelijk (zie Staatsarchief Marburg 4f, Nassau-Siegen N. 241), d.d. Bayreuth 18-4-1708: «den 13. Aprilis allhier zu Bayreuth … durch würklich gehaltenes Beylager». Zie ook in het Koninklijk Huisarchief (IV/1561), personalia: «den 13. April 1708 dero christfürstl. Beylager in Bayreuth». De registers van de Hofkirche in Bayreuth zijn verdwenen.”[25]
- ↑ “Hoewel Dek (1970) en Europäische Stammtafeln I, 117 en II, 88 zeggen dat zij op 27-7-1687 is geboren, konden wij vaststellen dat de geboorte plaatsvond in Mitau op de 23e. Inderdaad, de kennisgeving die de hertog van Koerland op 24-7-1687 vanuit Mitau verstuurde, kondigt de geboorte van een dochter aan «gestern morgens» (zie Staatsarchief Wiesbaden 170III).”[25]
- ↑ “Zie de registers van de Gereformeerde Kerk van Siegen 1682: «getauft Domin. Lætare», zonder vermelding van de geboortedatum. Zie Staatsarchief Marburg (4f. Nassau-Siegen Nr. 203), kennisgeving d.d. 21‑3‑1682 «den 17 dieses», uitnodiging voor de doop «nächstkünftigen Sonntag». Zie Koninklijk Huisarchief (IV/1527), Personalia: «geb. den 17. März 1682, getauft 26 März» (wat inderdaad een zondag was in de oude kalender). Zie Staatsarchief Marburg (115, Waldeck 2, Nr. 338), kennisgeving d.d. Siegen 21‑3‑1682: «den 17. dieses nachts zw. 1 u. 2 Uhren», waaruit we zonder het risico op fouten kunnen afleiden dat de geboorte plaatsvond in Siegen op 17‑3‑1682, oude stijl.”[25]
- ↑ “Vgl. Staatsarchief Wiesbaden (130II 2380III e), kennisgeving vanuit Siegen op 20‑10‑1694: «Donnerstag den 18. dieses Monaths», dus oude stijl.”[25]
Referenties
- ↑ a b c d e Menk (2004), p. 199.
- ↑ a b c Huberty, et al. (1981), p. 312.
- ↑ a b Huberty, et al. (1981), p. 344.
- ↑ Alle bronnen die de volledige overlijdensdatum vermelden, noemen deze datum.
- ↑ a b Alle bronnen die beide ouders vermelden, noemen deze ouders.
- ↑ a b c Menk (2004), p. 196.
- ↑ a b c d e Huberty, et al. (1981), p. 273.
- ↑ a b c d Huberty, et al. (1981), p. 290.
- ↑ a b c Menk (2004), p. 195.
- ↑ a b c d e Aβmann & Menk (1996).
- ↑ Lück (1981), p. 113.
- ↑ a b c d e Lück (1981), p. 116.
- ↑ Lück & Wunderlich (1956), p. 34.
- ↑ a b Vorsterman van Oyen (1882), p. 127.
- ↑ Dek (1970), p. 96.
- ↑ Menk (2004), p. 187.
- ↑ Lück & Wunderlich (1956), p. 27.
- ↑ Menk (2004), p. 198-199.
- ↑ (de) Joachim, Ernst (1881). Allgemeine Deutsche Biographie. Band 14. Duncker & Humblot, Leipzig, "Johann V. (Graf von Nassau-Dillenburg)", pp. 252-254.
- ↑ Menk (2004), p. 184.
- ↑ Dek (1970), p. 107.
- ↑ Dek (1970), p. 96-97.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 340.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 340-341.
- ↑ a b c d e Huberty, et al. (1981), p. 341.