Europees kampioenschap voetbal mannen onder 17

Zie Europees kampioenschap voetbal vrouwen onder 17 voor het jaarlijks toernooi tussen de nationale vrouwenteams
Europees kampioenschap voetbal onder 16 en 17
Landen van de UEFA
Landen van de UEFA
Sport Voetbal
Regio Europees kampioenschap
Bond/organisator UEFA
Eerste editie 1982
Regerend kampioen Vlag van Italië Italië (2024)
Recordkampioen Vlag van Spanje Spanje met 9 titels
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Sport

Het Europees kampioenschap voetbal onder 17, tot en met 2001 Europees kampioenschap voetbal onder 16 genaamd, is een jaarlijks voetbaltoernooi tussen Europese landenteams met spelers onder de 17 jaar. Door middel van twee voorrondes plaatsen landen zich, waarna in anderhalve week tijd bepaald wordt welk land het beste van Europa is.

Het toernooi wordt sinds 1980 georganiseerd door de UEFA, de Europese voetbalbond, en wordt het elke jaar door een ander land georganiseerd. Vanaf 2015 is het toernooi uitgebreid van 8 naar 16 teams.

In de jaren die niet deelbaar door twee zijn kan op het EK plaatsing verdiend worden voor het wereldkampioenschap voetbal onder 17 van hetzelfde jaar. Sinds 2007 doen er vijf Europese deelnemers daaraan mee: de vier halvefinalisten van het EK-17, de vijfde deelnemer wordt bepaald door een play-off.

Historisch overzicht

[bewerken | brontekst bewerken]
Europees kampioenschap voetbal onder 16 (1982–2001)
Jaar Gastland Finale Troostfinale
Winnaar Uitslag Tweede Derde Uitslag Vierde
1982 Vlag van Italië Italië Vlag van Italië Italië 1–0 Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Joegoslavië 0–0
(p. 4–2)
Vlag van Finland Finland
1984 Vlag van Duitsland West-Duitsland Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland 2–0 Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie Vlag van Engeland Engeland 1–0 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Joegoslavië
1985 Vlag van Hongarije Hongarije Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie 4–0 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Spanje Spanje 1–0 Vlag van Duitse Democratische Republiek Duitse Democratische Republiek
1986 Vlag van Griekenland Griekenland Vlag van Spanje Spanje 2–1 Vlag van Italië Italië Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie 1–1
(p. 9–8)
Vlag van Duitse Democratische Republiek Duitse Democratische Republiek
1987 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Italië Italië 1–0[1] Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie Vlag van Frankrijk Frankrijk 3–0 Vlag van Turkije Turkije
1988 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Spanje Spanje 0–0
(p. 4–2)
Vlag van Portugal Portugal Vlag van Duitse Democratische Republiek Duitse Democratische Republiek 0–0
(p. 5–4)
Vlag van Bondsrepubliek Duitsland West-Duitsland
1989 Vlag van Denemarken Denemarken Vlag van Portugal Portugal 4–1 Vlag van Duitse Democratische Republiek Duitse Democratische Republiek Vlag van Frankrijk Frankrijk 3–2 Vlag van Spanje Spanje
1990 Vlag van Duitse Democratische Republiek DDR Vlag van Tsjecho-Slowakije Tsjecho-Slowakije 3–2 Vlag van Joegoslavië (1943-1992) Joegoslavië Vlag van Polen Polen 3–2 Vlag van Portugal Portugal
1991 Vlag van Zwitserland Zwitserland Vlag van Spanje Spanje 2–0 Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van Griekenland Griekenland 1–1
(p. 5–4)
Vlag van Frankrijk Frankrijk
1992 Vlag van Cyprus Cyprus Vlag van Duitsland Duitsland 2–1 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Italië Italië 1–0 Vlag van Portugal Portugal
1993 Vlag van Turkije Turkije Vlag van Polen Polen 1–0 Vlag van Italië Italië Vlag van Tsjecho-Slowakije Tsjecho-Slowakije 2–1 Vlag van Frankrijk Frankrijk
1994 Vlag van Ierland Ierland Vlag van Turkije Turkije 1–0 Vlag van Denemarken Denemarken Vlag van Oekraïne Oekraïne 2–0 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
1995 Vlag van België België Vlag van Portugal Portugal 2–0 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Duitsland Duitsland 2–1 Vlag van Frankrijk Frankrijk
1996 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk Vlag van Portugal Portugal 1–0 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Israël Israël 3–2 Vlag van Griekenland Griekenland
1997 Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van Spanje Spanje 0–0
(p. 5–4)
Vlag van Oostenrijk Oostenrijk Vlag van Duitsland Duitsland 3–1 Vlag van Zwitserland Zwitserland
1998 Vlag van Schotland Schotland Vlag van Ierland Ierland 2–1 Vlag van Italië Italië Vlag van Spanje Spanje 2–1 Vlag van Portugal Portugal
1999 Vlag van Tsjechië Tsjechië Vlag van Spanje Spanje 4–1 Vlag van Polen Polen Vlag van Duitsland Duitsland 2–1 Vlag van Tsjechië Tsjechië
2000 Vlag van Israël Israël Vlag van Portugal Portugal 2–1 Vlag van Tsjechië Tsjechië Vlag van Nederland Nederland 5–0 Vlag van Griekenland Griekenland
2001 Vlag van Engeland Engeland Vlag van Spanje Spanje 1–0 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Kroatië Kroatië 4–1 Vlag van Engeland Engeland
Europees kampioenschap voetbal onder 17 (2002–heden)
2002 Vlag van Denemarken Denemarken Vlag van Zwitserland Zwitserland 0–0
(p. 4–2)
Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Engeland Engeland 4–1 Vlag van Spanje Spanje
2003 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Portugal Portugal 2–1 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 1–0 Vlag van Engeland Engeland
2004 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Frankrijk Frankrijk 2–1 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Portugal Portugal 4–4
(p. 3–2)
Vlag van Engeland Engeland
2005 Vlag van Italië Italië Vlag van Turkije Turkije 2–0 Vlag van Nederland Nederland Vlag van Italië Italië 2–1
Vlag van Kroatië Kroatië
2006 Vlag van Luxemburg Luxemburg Vlag van Rusland Rusland 2–2
(p. 5–3)
Vlag van Tsjechië Tsjechië Vlag van Spanje Spanje 1–1
(p. 3–2)
Vlag van Duitsland Duitsland
Jaar Gastland Finale Halvefinalisten
Winnaar Uitslag Tweede
2007 Vlag van België België Vlag van Spanje Spanje 1–0 Vlag van Engeland Engeland Vlag van België België
Vlag van Frankrijk Frankrijk
2008 Vlag van Turkije Turkije Vlag van Spanje Spanje 4–0 Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Nederland Nederland
Vlag van Turkije Turkije
2009 Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van Duitsland Duitsland 2–1
(n.v.)
Vlag van Nederland Nederland Vlag van Italië Italië
Vlag van Zwitserland Zwitserland
2010 Vlag van Liechtenstein Liechtenstein Vlag van Engeland Engeland 2–1 Vlag van Spanje Spanje Vlag van Frankrijk Frankrijk
Vlag van Turkije Turkije
2011 Vlag van Servië Servië Vlag van Nederland Nederland 5–2 Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van Denemarken Denemarken
Vlag van Engeland Engeland
2012 Vlag van Slovenië Slovenië Vlag van Nederland Nederland 1–1
(p. 5–4)
Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van Georgië Georgië
Vlag van Polen Polen
2013 Vlag van Slowakije Slowakije Vlag van Rusland Rusland 0–0
(p. 5–4)
Vlag van Italië Italië Vlag van Slowakije Slowakije
Vlag van Zweden Zweden
2014 Vlag van Malta Malta[2] Vlag van Engeland Engeland 1–1
(p. 4–1)
Vlag van Nederland Nederland Vlag van Portugal Portugal
Vlag van Schotland Schotland
2015 Vlag van Bulgarije Bulgarije[2] Vlag van Frankrijk Frankrijk 4–1 Vlag van Duitsland Duitsland Vlag van België België
Vlag van Rusland Rusland
2016 Vlag van Azerbeidzjan Azerbeidzjan[2] Vlag van Portugal Portugal 1–1
(p. 5–4)
Vlag van Spanje Spanje Vlag van Nederland Nederland
Vlag van Duitsland Duitsland
2017 Vlag van Kroatië Kroatië Vlag van Spanje Spanje 2–2
(p. 4–1)
Vlag van Engeland Engeland Vlag van Duitsland Duitsland
Vlag van Turkije Turkije
2018 Vlag van Engeland Engeland Vlag van Nederland Nederland 2–2
(p. 4–1)
Vlag van Italië Italië Vlag van België België
Vlag van Engeland Engeland
2019 Vlag van Ierland Ierland Vlag van Nederland Nederland 4–2 Vlag van Italië Italië Vlag van Spanje Spanje
Vlag van Frankrijk Frankrijk
2020 Vlag van Estland Estland Gecanceld[3]
2021 Vlag van Cyprus Cyprus[4] Gecanceld[5]
2022 Vlag van Israël Israël[4] Vlag van Frankrijk Frankrijk 2–1 Vlag van Nederland Nederland Vlag van Portugal Portugal
Vlag van Servië Servië
2023 Vlag van Hongarije Hongarije[6] Vlag van Duitsland Duitsland[7][8] 0–0
(p. 5–4)
Vlag van Frankrijk Frankrijk Vlag van Polen Polen
Vlag van Spanje Spanje
2024 Vlag van Cyprus Cyprus[6] Vlag van Italië Italië 3–0 Vlag van Portugal Portugal Vlag van Denemarken Denemarken
Vlag van Servië Servië
2025 Vlag van Albanië Albanië[9]
2026 Vlag van Estland Estland[9]
2026 Vlag van Letland Letland[9]

Bijgewerkt tot en met het toernooi van 2024.

Rang Land
Aantal keer kampioen Aantal keer tweede
1 Vlag van Spanje Spanje 9 6
2 Vlag van Portugal Portugal 6 2
3 Vlag van Nederland Nederland 4 3
4 Vlag van Duitsland Duitsland1 4 2
5 Vlag van Frankrijk Frankrijk 2 5
6 Vlag van Engeland Engeland 2 2
7 Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie2 2 2
8 Vlag van Turkije Turkije 2 0
9 Vlag van Italië Italië 2 4
10 Vlag van Polen Polen 1 1
10 Vlag van Ierland Ierland 1 1
10 Vlag van Zwitserland Zwitserland 1 1
13 Vlag van Rusland Rusland 1 0
13 Vlag van Tsjecho-Slowakije Tsjecho-Slowakije2 1 0
13 Vlag van Duitse Democratische Republiek Duitse Democratische Republiek2 1 0
16 Vlag van Tsjechië Tsjechië 0 2
17 Vlag van Griekenland Griekenland 0 1
17 Vlag van Denemarken Denemarken 0 1
17 Vlag van Oostenrijk Oostenrijk 0 1

1 Eén titel en één keer tweede als West-Duitsland.
2 Land bestaat niet meer.

Persoonlijke prijzen

[bewerken | brontekst bewerken]
Jaar Gouden Bal (beste speler) Gouden Schoen (topscorer)
2001 Fernando Torres (Spanje) Florent Sinama-Pongolle (Frankrijk) – 12 goals
2002 Wayne Rooney (Engeland) Jonathan Soriano (Spanje) – 7 goals
2003 Miguel Veloso (Portugal) David Rodríguez (Spanje) – 6 goals
2004 Cesc Fàbregas (Spanje) Hatem Ben Arfa (Frankrijk), Bruno Gama (Portugal), Shane Paul (Engeland), Marc Pedraza (Spanje) – 3 goals
2005 Nuri Şahin (Turkije) Tevfik Köse (Turkije) – 6 goals
2006 Toni Kroos (Duitsland) Manuel Fischer (Duitsland), Bojan Krkić (Spanje), Tomáš Necid (Tsjechië) – 5 goals
2007 Bojan Krkić (Spanje) Toni Kroos (Duitsland), Victor Moses (Engeland) – 3 goals
2008 Danijel Aleksić (Servie) Yannis Tafer (Frankrijk) – 4 goals
2009 Mario Götze (Duitsland) Lennart Thy (Duitsland), Luc Castaignos (Nederland) – 3 goals
2010 Connor Wickham (Engeland) Paco Alcácer (Spanje) – 3 goals
2011 Kyle Ebecilio (Nederland) Tonny Vilhena (Nederland), Kyle Ebecilio (Nederland), Samed Yeşil (Duitsland), Hallam Hope (Engeland) – 3 goals
2012 Max Meyer (Duitsland) Max Meyer (Duitsland) – 3 goals
2013 Anton Mitrjoeskin (Rusland) Martin Slaninka (Slowakije), Robin Kamber (Zwitserland) – 2 goals
2014 Steven Bergwijn (Nederland) Dominic Solanke (Engeland), Jari Schuurman (Nederland) – 4 goals
2015 Odsonne Édouard (Frankrijk) Odsonne Édouard (Frankrijk) – 8 goals
2016 José Gomes (Portugal) José Gomes (Portugal) – 7 goals
2017 Jadon Sancho (Engeland) Amine Gouiri (Frankrijk) – 8 goals
2018 Yorbe Vertessen (België), Edoardo Vergani (Italië) – 4 goals
2019 Adil Aouchiche (Frankrijk) – 9 goals
2022 Jovan Milošević (Servië) – 5 goals