Exportgewas
Een exportgewas is een landbouwgewas dat wordt verbouwd voor de export.
Exportgewassen zijn in vele gebieden belangrijk voor het inkomen van boeren, maar ook voor de economie van regio's en hele landen. Door het produceren van exportgewassen, bijvoorbeeld cacaobonen, krijgen boeren inkomenszekerheid en kunnen zij met de opbrengst ook scholing en gezondheidszorg betalen.[1] Het op grote schaal (eenzijdig) telen van exportgewassen kan een land of regio ook kwetsbaar maken. Een voorbeeld hiervan is het inzakken van de marktprijs van cashewnoten in 2013 voor de boeren in Guinee-Bissau.[2]
Zo exporteerde Suriname, tijdens de periode van de plantage-economie koffie, suiker, katoen, cacao en indigo. Willem Usselinx, die aan de wieg stond van de West-Indische compagnie schreef in een pamflet uit 1622 dat hij ook druiven en wijn wilde introduceren, maar dit mislukte.[3]
Nederlands-Indië produceerde vooral peper en suiker als exportgewassen.[4]
In Brits-Indië werd papaver, grondstof voor opium, nadat vanaf 1782 de productie sterk werd uitgebreid, een belangrijk exportproduct, dat vooral door de Engelsen naar China werd geëxporteerd.[5]
- ↑ Chocolade wordt pure luxe in warmere wereld - Change Magazine. www.changemagazine.nl. Gearchiveerd op 8 december 2015. Geraadpleegd op 7 december 2015.
- ↑ Cashewboeren Guinee-Bissau lijden honger | Afrikanieuws.nl - Nieuws uit Afrika en Afrikaanse cultuur in Nederland. www.afrikanieuws.nl. Gearchiveerd op 8 december 2015. Geraadpleegd op 7 december 2015.
- ↑ Handelsgewas | Botanical Heritage of Suriname Project. www.bhsproject.com. Geraadpleegd op 7 december 2015.
- ↑ Talens, Johan (1 januari 1999). Een feodale samenleving in koloniaal vaarwater: staatsvorming, koloniale expansie en economische onderontwikkeling in Banten, West Java (1600-1750). Uitgeverij Verloren. ISBN 9065500677. Gearchiveerd op 1 augustus 2016.
- ↑ Amitav Ghosh: 'Papaver was het belangrijkste handelsgewas' | rekto:verso. www.rektoverso.be. Geraadpleegd op 7 december 2015.