Gillis van Ledenberchstraat

Gillis van Ledenberchstraat
De Gillis van Ledenberchstraat (destijds Achterweg) gefotografeerd door Jacob Olie. De molens zijn respectievelijk De Oranjeboom, De Windhond en De Buis, al deze molens zijn voor 1896 afgebroken.
De Gillis van Ledenberchstraat (destijds Achterweg) gefotografeerd door Jacob Olie. De molens zijn respectievelijk De Oranjeboom, De Windhond en De Buis, al deze molens zijn voor 1896 afgebroken.
Geografische informatie
Locatie       Amsterdam
Stadsdeel Amsterdam-West
Wijk Frederik Hendrikbuurt
Begin Zaagmolenstraat
Eind Tweede Hugo de Grootstraat
Postcode 1052
Algemene informatie
Aangelegd in Huidige naamgeving 1919, oudste molens rond 1631
Genoemd naar Gilles van Leedenberch
Naam sinds 18-7-1919
Openbaar vervoer Tram 3, Bus 18, 80
Detailkaart
Detail van de stadsplattegrond van Arend Jan van der Stok uit 1881, met daarop een deel van de Zaagmolenbuurt, waarop de contouren van de latere Frederik Hendrikbuurt reeds zichtbaar zijn. De Gillis van Ledenberchstraat correspondeert ongeveer met de Achterweg, links
Detail van de stadsplattegrond van Arend Jan van der Stok uit 1881, met daarop een deel van de Zaagmolenbuurt, waarop de contouren van de latere Frederik Hendrikbuurt reeds zichtbaar zijn. De Gillis van Ledenberchstraat correspondeert ongeveer met de Achterweg, links

De Gillis van Ledenberchstraat[1] is een straat in de Frederik Hendrikbuurt in Amsterdam-West. De straat is per raadsbesluit van 18 juli 1919 vernoemd naar Gilles van Leedenberch, griffier van de staten van Utrecht (1550-1618) en medestander van Johan van Oldenbarnevelt, die door Prins Maurits gevangengezet was.[2]

De straat is sedert 1897 in gebruik als woonstraat en had oorspronkelijk ook de naam Tweede Hugo de Grootdwarsstraat (raadsbesluiten van 13 oktober 1897 en 1 september 1908). Voor die tijd was de aan de Kostverlorenvaart gelegen straat bekend als de Achterweg van de Zaagmolenbuurt. De Zaagmolenbuurt was eeuwenlang in gebruik als industriegebied voor de stad. Er stond een groot aantal houtzaagmolens, waarvan anno 2022 alleen nog de molen De Otter over is. De andere molens, zoals De Jager, Het Luipaard, De Oranjeboom, De Windhond en De Buis, zijn goeddeels tussen 1880 en 1890 gesloopt. De houtindustrie is tot in de 21e eeuw gebleven: op het terrein van De Otter bevond zich tot 2005 de houthandel van de firma G.T. van der Bijl, die daar sedert 1832 had gezeten.

De buurt is aan het begin van de 21e eeuw sterk aan gentrificatie onderhevig: de meeste overgebleven industrie is verdwenen en vervangen door luxeappartementen. Een blikvanger zijn de peperdure waterappartementen met een inpandige haven.

Een andere blikvanger was de in 2020 verdwenen autogarage die alleen auto's van het type Citroën DS repareerde.