Golgicomplex

Celbiologie
Opbouw van het golgicomplex
Opbouw van het golgicomplex
Componenten van een golgicomplex
  1. Cistern
  2. Lumen
  3. Inkomende transportvesikel
  4. Cis-kant
  5. Trans-kant
  6. Uitgaande transportvesikel
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Golgicomplex
Synoniemen
Latijn apparatus reticulatus internus[1]

complexus golgiensis[2]
apparatus golgiensis[2]

Nederlands golgiapparaat[3]

Golgi-complex vaktaalspelling[3]
golgisysteem

Portaal  Portaalicoon   Biologie

Het golgicomplex[3] behoort tot het endomembraansysteem van een eukaryotische cel. Dit systeem bevat, behalve het golgicomplex, het kernmembraan, de celkern (nucleus), het endoplasmatisch reticulum, de lysosomen en verschillende soorten vacuolen (grote vacuolen komen enkel voor in plantaardige en schimmelcellen, in dierlijke cellen komen alleen kleine voor). Het golgicomplex is genoemd naar de Italiaan Camillo Golgi die in 1898 het bestaan ervan in zenuwcellen ontdekte. Later bleek het in allerlei cellen voor te komen, onder andere van klieren.

In het golgicomplex worden de producten afkomstig van het endoplasmatisch reticulum (ER) omgebouwd en opgeslagen, om dan later naar andere bestemmingen getransporteerd te worden. Vooral de cellen van secretieorganen bezitten bijzonder veel golgicomplexen.

Het golgicomplex bestaat uit een stapel platte cisternen met enige ruimte ertussen. De cisternen zijn met hun cis-zijde naar de celkern gekeerd en met hun trans-zijde naar de buitenste celmembraan. De gevormde blaasjes die de eiwitten bevatten, zullen naar de celmembraan drijven, om in de celmembraan ingebouwd te worden (bv. kanaaleiwitten, receptoreiwitten) of om hun inhoud extracellulair vrij te geven. In sommige gevallen (peroxisomen en lysosomen) zullen de blaasjes ook blijven ronddrijven in het cytoplasma van de cel.

Transportblaasjes met eiwitten gemaakt door ribosomen op het ruw endoplasmatisch reticulum worden vervoerd naar het golgicomplex, waar ze hun eiwitten afleveren aan het lumen (de ruimte binnen het golgicomplex). De eiwitten worden door de membranen getransporteerd en op hun weg veranderd in een eindproduct. Het golgicomplex vormt zelf nieuwe cisternen (cisternae) en verwijdert de oude waardoor de eiwitten in de nieuwe cisternen vrijkomen. Als de eiwitten de trans-zijde bereiken, vormen ze blaasjes die, als ze een bepaalde grootte bereiken, als secreetkorrels naar de celmembraan getransporteerd worden via microtubili en microfilamenten. Als de eiwitten in de blaasjes een rol te vervullen hebben buiten de cel zelf, zullen de blaasjes door exocytose hun inhoud extracellulair vrijgeven. Het golgicomplex maakt ook de lysosomen aan. Dit zijn blaasjes die partikels, opgenomen door fagocytose of door pinocytose, of oudere celdelen verteren, zodat de bouwstoffen voor andere zaken kunnen gebruikt worden. Hiervoor zijn er verteringsenzymen nodig.

celkern, endoplasmatisch reticulum en golgicomplex. (1) celkern. (2) kernporie. (3) ruw endoplasmatisch reticulum (RER). (4) glad endoplasmatisch reticulum (SER, de S komt van Smooth). (5) ribosoom op het RER. (6) eiwitten die getransporteerd worden. (7) transportblaasje. (8) golgicomplex. (9) cis-zijde van het golgicomplex. (10) trans-zijde van het golgicomplex. (11) cisternen van het golgicomplex. (12) secreetblaasje. (13) celmembraan. (14) afgescheiden eiwitten. (15) cytoplasma. (16) extracellulaire ruimte

De volledige lijst van de functies van het golgicomplex is nog niet duidelijk. Het lijkt aannemelijk dat het apparaat onder andere een functie heeft als 'voorraadschuur' voor het materiaal waaruit de celmembraan is opgebouwd. De celmembraan is een van de delen van de cel die voortdurend vernieuwd moeten worden. Dit gebeurt door een van de membranen van het golgicomplex in de celmembraan 'in te bouwen'.

Het golgicomplex kan ook stoffen produceren die voor afscheiding naar buiten de cel bestemd zijn. In kliercellen is het golgicomplex doorgaans goed ontwikkeld, net als in cellen die veel lysosomen nodig hebben voor vertering.

Het komt erop neer dat juist-geconformeerde proteïnen van het endoplasmatisch reticulum naar het golgicomplex worden getransporteerd via transportvesikeltjes. Daar gebeurt een verdere verwerking: de eiwitten worden geknipt en er worden suikerketens of vetzuren aan toegevoegd. En dan wordt gesorteerd voor transport naar de lysosomen, secretievesikels (voor buiten de cel) of naar de celmembraan. De signaalsequentie (= de specifieke opeenvolging van aminozuren) bepaalt de eindbestemming.