Léo Delibes

Léo Delibes
Maestro Clément Philibert Léo Delibes, Paris, omtrent 1888
Maestro Clément Philibert Léo Delibes,
Paris, omtrent 1888
Volledige naam Clément Philibert Léo Delibes
Bijnaam Eloi Delbès
Geboren 21 februari 1836
Overleden 16 januari 1891
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Religie Rooms-katholiek
Jaren actief 1862-1891
Stijl Romantiek, Ballet, Opera, Operette
Instrument orgel
Leraren François Benoist en Adolphe Adam
(en) IMDb-profiel
(en) Allmusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Clément Philibert Léo Delibes (Saint-Germain-du-Val bij La Flèche, 21 februari 1836 - Parijs, 16 januari 1891) was een Franse componist van romantische muziek, die vooral bekend is om zijn balletmuziek. Voor bepaalde werken gebruikte hij het pseudoniem: Éloi Delbès.

Léo Delibes was zoon van een postbode. Toen zijn vader in 1847 stierf, verhuisde zijn moeder, de dochter van een zanger van de Komische Opera, naar Parijs. Zijn muzikale interesse werd gestimuleerd door zijn moeder en zijn oom Édouard Baptiste Delibes, een organist en zangleraar aan het conservatorium van Parijs. Datzelfde jaar begon hij op elfjarige leeftijd zijn studie aan het Conservatoire national supérieur de musique van Parijs. Een jaar later begon hij ook zanglessen te volgen en in 1850 behaalde hij zijn Eerste Prijs solfège. Vervolgens studeerde hij orgel bij François Benoist en compositieleer bij Adolphe Adam.

Verdere levensloop

[bewerken | brontekst bewerken]

Hij werd koorzanger in de kerk van Sainte Marie-Madeleine en maakte in 1849 deel uit van het jongenskoor bij de eerste opvoering van Le Prophète van Giacomo Meyerbeer. Later bezorgde Adolphe Adam hem de positie van adjunct-repetitor bij het Théâtre Lyrique te Parijs.

Op 35-jarige leeftijd trad hij in 1871 in het huwelijk met Léontine Estelle Denain. Acht jaar later, in 1880, werd hij aangesteld als professor aan het Conservatoire national supérieur de musique van Parijs, waar hij les gaf in compositieleer. Een hoogtepunt in zijn leven was zijn opname in de beroemde Académie des Beaux-Arts in 1884.

Delibes overleed op 54-jarige leeftijd. Hij werd begraven op het Cimetière de Montmartre te Parijs.

Voornaamste werken

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1856 schreef hij de operette Deux sous de charbon. Deze operette stond gedurende veertien jaar onafgebroken op de affiches van de Folies-Nouvelles. Vanaf dan bleef hij gedurende vijftien jaar operettes en vaudevilles componeren in het tempo van een per jaar. Het succes van de cantate Alger, geschreven voor Napoleon III, leidde tot de samenwerking met de Weense violist en componist Léon Minkus voor Delibes' eerste balletcompositie La Source in 1866. Dit was een ballet met een oosters thema, een erg populair onderwerp op dat ogenblik.

In 1870 schreef hij het ballet Coppélia, naar een verhaal van E.T.A. Hoffmann, de zandman, waarin het verhaal verteld wordt van de oude Dr Coppelius en zijn pop Coppélia. Deze compositie was niet alleen het eerste ballet dat hij zonder assistentie schreef, maar ook een compositie die de balletmuziek fors opwaardeerde. Het ballet, uitgevoerd in de Opéra van Parijs (waarvan hij sinds 1865 koordirigent was), oogstte veel succes en maakte hem beroemd.

In 1876 publiceerde hij zijn volgend ballet Sylvia, dat zich in Griekenland afspeelt. Tsjaikovski, zelf een componist en dansliefhebber, was een groot bewonderaar van de twee hierboven genoemde werken. Hij vond Sylvia zelfs beter dan zijn eigen Zwanenmeer. Hij beschouwde Delibes ook als een betere componist dan Johannes Brahms, maar op zich heeft dit blijk van waardering weinig waarde, rekening houdend met het feit dat Tsjaikovski Brahms omschreef als "een talentloze bastaard". Een zeer bekend wijsje uit dit ballet is het Divertissiment - Pizzicato.

Uittreksel uit de partituur van Sylvia - De eerste maten van de Pizzicato
Divertissiment - Pizzicato uit Sylvia — 3081 KB (download·info)

In 1882 schreef Delibes een pastiche van deuntjes en dansen voor Le roi s'amuse van Victor Hugo (hetzelfde werk waarop Verdi de figuur van Rigoletto had gebaseerd).

Zijn beroemdste opera Lakmé (1883) vertelt het verhaal van een onmogelijke liefde tussen een Brits officier en Lakmé, de dochter van een Indische priester in het India van de 19e eeuw. De scène et légende de la fille du paria (scène en verhaal van de dochter van de paria) met zijn Air des clochettes (in Nederland bekend als de klokjesaria) waarin Lakmé bijna bezeten zingt over een legendarisch klokje in de wouden, is een bravourestuk voor coloratuursopranen.

Een andere, zeer bekende, aria uit deze opera is het Bloemenduet, (Duo des fleurs) een barcarolle.[1]

Ook het duet D'où viens-tu? Que veux-tu (Van waar kom je? Wat wil je?) wordt als een uitdaging voor de zangers beschouwd.

Bij zijn overlijden in 1891 liet Delibes een onvoltooide opera achter, Kassya. Deze opera werd later door Jules Massenet voltooid.

Slotbeschouwing

[bewerken | brontekst bewerken]

Delibes is de geschiedenis ingegaan als een meester van de traditionele Franse muziek, licht en melodieus. Of zoals hij zelf zei: « Pour ma part, je suis reconnaissant à Wagner des émotions très vives qu’il m’a fait ressentir, des enthousiasmes qu’il a soulevés en moi. Mais si, comme auditeur, j’ai voué au maître allemand une profonde admiration, je me refuse, comme producteur, à l’imiter. ». Vrij vertaald : "Ik ben Wagner erkentelijk voor de levendige emoties die hij mij liet voelen, het enthousiasme dat hij bij mij heeft opgewekt. Maar hoewel ik, als luisteraar, de Duitse meester mijn bewondering toedraag, weiger ik, als producent, hem te imiteren."

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Suite No. 1 uit het ballet La Source
  • Suite No. 2 uit het ballet La Source
  • Intermezzo uit het ballet La Source
  • Suite No. 3 uit het ballet La Source

Missen, cantates en gewijde muziek

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1859 La nuit de Noël, voor 4 mannenstemmen
  • 1865 Alger, cantate voor sopraan, gemengd koor en orkest
  • 1865 Hymne de Noël, voor zangkoor
  • Messe brève, voor twee kinderstemmen en orgel
  • Noël, voor 3 dezelfde stemmen

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1857 Maître Griffard 1 akte 3 oktober 1857, Parijs, Théâtre-Lyrique Eugène Mestépès en Adolphe Jaime
1859 L'Omelette à la Follenbuche 1 akte 8 juni 1859, Parijs, Bouffes-Parisiens Eugène Labiche en Marc Michel
1859-1860 Monsieur de Bonne-Étoile 1 akte 4 februari 1860, Parijs, Bouffes-Parisiens Philippe Émile François Gille
1859 La fille du golfe 1 akte
1863 Le Jardinier et son seigneur 1 akte 1 mei 1863, Parijs, Théâtre-Lyrique Michel Carré en Théodore Barrière
1863 La Tradition proloog in versvorm 5 januari 1864, Parijs, Bouffes-Parisiens H. Derville
1865 Le Bœuf Apis 2 aktes 15 april 1865, Parijs, Bouffes-Parisiens Philippe Émile François Gille en Eugène Furpille
1867 Malbrough s'en va-t-en guerre;
samen met: Georges Bizet, Emile Jonas en Edouard Legouix (aktes 1 tot 3)
4 aktes 13 december 1867, Parijs, Théâtre de l'Athénée Paul Siraudin en William-Bertrand Busnach
1869 Le Cour du roi Pétaud 3 aktes 24 april 1869, Parijs, Théâtre des Variétés Philippe Émile François Gille en Adolphe Jaime
1873 Fleur-de-lys 1 akte 5 april 1873, Londen, The Royal Philharmonic Theatre Henry Brougham Farnie
1873 Le Roi l'a dit 3 aktes 24 mei 1873, Parijs, Opéra-Comique Pierre Edmond Julien Gondinet
1880 Jean de Nivelle 3 aktes 8 maart 1880, Parijs, Opéra-Comique Pierre Edmond Julien Gondinet en Philippe Émile François Gille
1883 Lakmé 3 aktes 14 april 1883, Parijs, Opéra-Comique Pierre Edmond Julien Gondinet en Philippe Émile François Gille,
naar Pierre Loti
1893 Kassya; voltooid door Jules Massenet 4 aktes 24 maart 1893, Parijs, Opéra-Comique Henri Meilhac en Philippe Émile François Gille,
gebaseerd op het verhaal "Frinko Balaban" van Leopold von Sacher-Masoch
La princesse Ravigote 3 aktes is verloren gegaan
Le roi des montagnes 3 aktes enkel schetsen overgeleverd
Voltooid in titel aktes première libretto
1856 Deux Sous de charbon ou Le Suicide de bigorneau 1 akte 9 februari 1856, Parijs, Folies-Nouvelles Jules Moinaux
1856 Deux Vieilles Gardes 1 akte 8 augustus 1856, Parijs, Bouffes-Parisiens Théodore Ferdinand Vallon de Villeneuve en Alphonse Lemonnier
1856 Six Demoiselles à marier 1 akte 12 november 1856, Parijs, Bouffes-Parisiens Ernest Jaime en Adolphe Choler
1861 Les Musiciens d'orchestre;
samen met: Jacques Offenbach, Jules Erlanger en Aristide Hignard
2 aktes 25 januari 1861, Parijs, Bouffes-Parisiens de Forges en A. Bourdois
1862 Mon Ami Pierrot 1 akte juli 1862, Bad Ems, Kursaal Lockroy, eigentlijk: Joseph Philippe Simon
1864 Le Serpent à plumes 1 akte 16 december 1864, Parijs, Bouffes-Parisiens Philippe Émile François Gille en Cham, eigentlijk:
Amadée-Charles-Henry de Noé
1864 Grande nouvelle 1 akte
1869 L'Écossais de Chatou 1 akte 16 januari 1869, Parijs, Bouffes Parisiens Philippe Gille en Adolphe Jaime
Le Don Juan suisse 4 aktes is verloren gegaan
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1866 La source, ou Naila; samen met: Léon Minkus 3 aktes 12 november 1866, Parijs, Opéra Garnier Charles Nuitter en Saint-Léon Arthur Saint-Leon
1867 Valse ou Pas de fleurs;
dans-divertissement voor de reprise van Adolphe Adams Le Corsaire
12 november 1867, Parijs, Opéra Garnier
1870 Coppélia, ou La fille aux yeux d’émail 2 aktes 25 mei 1870, Paris, Opéra Garnier Charles Nuitter, naar E.T.A. Hoffmanns vertelling Der Sandmann, (1816),
en Adolphe Adams opéra comique La Poupée de Nuremberg, (1852)
Arthur Saint-Leon
1876 Sylvia, ou La nymphe de Diane 3 aktes 14 juni 1876, Parijs, Opéra Garnier Jules Barbier en Louis Mérante Louis Merante

Werken voor koren

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1865 Pastorale, voor 4 mannenstemmen
  • 1866 Les lansquenets, voor 4 mannenstemmen
  • 1866 Les chants lorrains, voor 4 mannenstemmen
  • 1866 Marche de soldats, voor 4 mannenstemmen
  • 1866 Avril, voor zangkoor
  • 1867 Au printemps, voor 3 gelijke stemmen
  • 1867 Chant de la paix, voor 4 mannenstemmen, of 6 gemengde stemmen, of 3 tot 4 gelijke stemmen
  • 1868 Trianon, voor 4 mannenstemmen
  • 1868 La cour des miracles, voor 4 mannenstemmen
  • 1874 Les abeilles, voor 3 gelijke stemmen
  • 1874 Les pifferari, voor 3 gelijke stemmen
  • 1874 L’écheyeau de fil, voor 3 gelijke stemmen
  • 1877 Le pommier, voor 3 gelijke stemmen
  • 1877 La mort d’Orphée, lyrische scène voor tenor; stem en orkest
  • 1884 Voyage enfantin, voor 3 gelijke stemmen
  • C’est Dieu, voor zangkoor
  • En avant, voor 3 dezelfde stemmen
  • Le dimanche, voor 2 of 3 stemmen
  • Les norvégiennes, voor 2 vrouwenstemmen met begeleiding
  • 1895 Les nymphes de bois, voor 2 vrouwenstemmen met begeleiding
  • Les prix, voor 2 dezelfde stemmen met begeleiding

Vocale muziek

[bewerken | brontekst bewerken]

Werken voor piano

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1882 Le roi s’amuse, «six airs de danse dans le style ancien», dansen
    1. Gaillarde
    2. Pavane
    3. Scene du bouquet
    4. Lesquercarde
    5. Madrigal
    6. Passepied
    7. Final
  • La Marseillaise, arrangement voor mannenstemmen (datum onbekend)
  • Jozef Robijns, Miep Zijlstra: Algemene muziek encyclopedie, Haarlem: De Haan, 1979-1984, ISBN 978-90-228-4930-9
  • B.B. Klier, C. P. Cronin: Theodore Pavie's "Les babouches du Brahmane" and the story of Delibes's "Lakmé", Opera Quarterly: 12:19-33 N4 1996
  • Jerome Mitchell: More Scott operas : further analyses of operas based on the works of Sir Walter Scott, Lanham: University Press of America, Inc., 1996, 328 p.
  • Mario Morini, Piero Ostali Jr.: Casa Musicale Sonzogno : Cronologie, Saggi, testimonianze : secondo volume, Milano: Casa Musicale sonzogno di Piero Ostali, 1995, 907 p.
  • G. Rohde: Liebe, Wahnsinn, Gift und Tod : "Lucia di Lammermoor" an der Bastille-Opera, "Lakmé" an der Opera Comique, Opernwelt N3:24-5 Mar 1995
  • Paris Lakme est de retour: tintez, clochettes! il, Diapason (France) N412:18 Feb 1995
  • William E. Studwell: Leo Delibes : an essay and bibliography, Music Reference Services Quarterly 4:43-9 N2 1995
  • William E. Studwell: Adolphe Adam and Leo Delibes. A Guide to Research - Garland Composer Resource Manual, New York: Garland Pub, 1987., x, 248 p.
  • Andrew Lamb: Garrett pulls it off with style, Classic Cd N58:56 Feb 1995
  • Francis Claudon: Dictionnaire de l'opéra-comique français, Paris: Peter Lang, 1995, 531 p., ISBN 978-3906753423
  • I. Fox: Ireland : Padmore's goodbye gifts, Opera (England) 45:341-2 Mar 1994
  • C. O'Riley: Viens, Mallika, Piano & Keyboard N166:32-5 Jan-Feb 1994
  • Leighton Kerner: Music Igor beavers, Village Voice: 39:86 Oct 4 1994
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan: Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1994, ISBN 3-923058-07-1
  • Wolfgang Suppan: Das neue Lexikon des Blasmusikwesens, 3. Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Schulz GmbH, 1988, ISBN 3-923058-04-7
  • Wolfgang Suppan: Lexikon des Blasmusikwesens, 2. eränzte und erweiterte Auflage, Freiburg-Tiengen, Blasmusikverlag Fritz Schulz, 1976
  • L. Zamponi: Alchimie und Tanz : Susanne Kirnbauer inszenierte Delibes' Coppelia, Österreichische Musikzeitschrift 48:50 Jan 1993
  • Martial Leroux: Histories musicales des Hauts-de-Seine, 1993, 490 p.
  • Franco Rossi, Michele Girardi: Indice Dei Nomi, in: Il teatro la Fenici : chronologia degli spettacoli 1792-1936, Venezia: Albrizzi Editore, 1989, 491 p., ISBN 88 7837 007 X
  • M. Weber: Attraktive Puppenfräuleins : Susanne Kirnbauer choreographiert Coppelia an der Wiener Volksoper, Bühne, Dec 1992, p. 50
  • Bertrand Pouradier Duteil: Les musiciens et les Hauts-de-Seine, Sogemo, 1991, 159 p.
  • E. Johnson: Gounod or Delibes? - authorship of the ballet music in Faust, Opera (England) 42:276 Mar 1991
  • Paul E. Bierley, William H. Rehrig: The heritage encyclopedia of band music : composers and their music, Westerville, Ohio: Integrity Press, 1991, ISBN 0-918048-08-7
  • Ulrich Schreiber: Opernführer für Fortgeschrittene eine Geschichte des Musiketheaters; das 19. Jahrhundert, Basel: Bärenreiter Kassel, 1991, 974 p.
  • Piero Santi: Repertorio di musica sinfonica - Gli autori, le composizioni dal Seicento a oggi, Ricordi, 2001, 1060 p., ISBN 978-8-809-02255-3
  • Franco Mannino, Giuseppe Triggiani: Il melodramma nel mondo 1597-1987, Bari: Levante Editori-Bari, 1988, 378 p.
  • Lamberto Trezzini: Indice Dei Nomi, in: Due secoli di vita musicale storia del teatro comunale di Bologna, Seconda edizione, Nuova Alfa Editoriale, 1987, 362 p., ISBN 978-8877790026
  • Mária Kerényi: A Lakmé Debrecenben, Muzsika 30:29-30 May 1987
  • Norman E. Smith: March music notes, Lake Charles, La.: Program Note Press, 1986, ISBN 978-0-9617346-1-9
  • Norman E. Smith: Band music notes, Revised edition, San Diego, California: Niel A. Kjos, Jr., 1979, 299 p., ISBN 978-0849754012
  • Sven G. Winquist: Musik i svenska ljudfilmer 1950-1959, Stockholm: Svensk Musik, 1985, 194 p., ISBN 978-9185470235
  • Richard Traubner: Operetta : a theatrical history, London: Victor Gollancz Ltd., 1984
  • Walter Salmen, Gabriele Busch-Salmen: Musiker im Porträt, München: C. H. Beck, 1982-1984, 5 Bände p. (I. "Von der Spätantike bis 1600", 1982., 200 S.: ISBN 3-406-08450-8; II. "Das 17. Jahrhundert", 1983., 184 S.: ISBN 3-406-08451-6; III. "Das 18. Jahrhundert", 1983., 186 S.: ISBN 3-406-08452-4; IV. "Das 19. Jahrhundert", 1983., 187 S.: ISBN 3-406-08453-2; V. "Das 20. Jahrhundert", 1984., 191 S.: ISBN 3-406-08454-0)
  • Spire Pitou: The Paris opera. - An encyclopedia of operas, ballets, composers, and performers; growth and grandeur, 1815-1914, New York: Greenwood Press, 1990, 1608 p., ISBN 978-0-313-26218-0
  • Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; A-L, New York: Greenwood Press, 1990, 816 p., ISBN 978-0-313-27782-5
  • Spire Pitou: The Paris Opera: An Encyclopedia of Operas, Ballets, Composers, and Performers; Growth and Grandeur, 1815-1914; M-Z, New York: Greenwood Press, 1990, 768 p., ISBN 978-0-313-27783-2
  • Christian Doumet, Claude Pincet: Les musiciens français (Reliure inconnue), Rennes: Editions Ouest-France (1 février 1982), 438 p., ISBN 978-2-858-82420-5
  • Margie Viola Boston: An essay on the life and works of Léo Delibes, Iowa (Iowa City). 1981. dissertation.
  • Dietmar Fritzsche: Ballett-Premiere Don Parasol an der Komischen Oper Berlin, Musik und Gesellschaft 31:627-9 Oct 1981
  • J.R. Turner: Nineteenth-century autograph music manuscripts in the Pierpont Morgan Library. A check list, 19th Century Music 4:54 N1 1980
  • H. Earle Johnson: First performances in America to 1900 : works with orchestra, Detroit: Information Coordinators, 1979, 446 p.
  • Renata Wagner: Neuer Opern Führer : Liederspiel-Oper-Operette-Musical, Vienna: Prisma Verlag, 1979
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 1, Band A-F, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 371 p., ISBN 3-7952-0203-5
  • Franz Stieger: Opernlexikon - Teil II: Komponisten. 2, Band G-M, Tutzing: Hans Schneider, 1975-1983, 373-772 p., ISBN 3-7952-0228-0
  • Brigitte Labat-Poussin, Jean Favier: Personnels des Theatres (Table), in: Archives du Théâtre national de l'Opéra. (AJ13 1 à 1466), Inventaire, Paris: Archives Nationales, 1977, 677 p.
  • Gösta Morin, Carl-Allan Moberg, Einar Sundström: Sohlmans musiklexikon - 2. rev. och utvidgade uppl., Stockholm: Sohlman Förlag, 1975-1979, 5 v.
  • Jose Bruyr: L'operette des musiciens, in: L'operette, Paris: Presses Universitaires de France, 1974, 26 p.
  • Marc Honneger: Dictionnaire de la musique, Paris: Bordas, 1970-76
  • Frits Noske: French song from Berlioz to Duparc - The origin and development of the melodie, New York: Dover Publications, Inc., 1970
  • Martin Hurlimann, Ernst Roth: Composers' autographs, Vol. 2: from Schubert to Stravinsky, London: Cassell, 1968, 181 p.
  • C.W. Best: Mr. and Mrs C.W. Best collection of autographs in the Mary M. Vial Music Library of the Oberlin College Conservatory of Music, Oberlin, Ohio: Oberlin College Library, 1967, 55 p.
  • Gunter Pussiger: Der große Heyne-Opernführer, München: Wilhelm Heyne Verlag, 1967
  • José Subira: Cien operas : autores personajes argumentos, Madrid: Editorial Prensa Espanola, 1967
  • David Ewen: Great composers 1300-1900 - A biographical and critical guide, New York: H. W. Wilson Company, 1966, 429 p., ISBN 978-0-8242-0018-3
  • David Ewen: The complete book of classical music, Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall, 1989, 968 p., ISBN 978-0709038658
  • Zenei lexikon, Budapest: Zeneműkiadó Vállalat, 1965
  • I. Davidson: Léo Delibes' Ballets, Music Journal. 20 (1962), Jan., S. 87-88 und 116.
  • I. Davidson: Balety Deliba. (Delibes' Ballette), Sovetskaja Muzyka. 25 (1961), H. 2, S. 79-83.
  • Dominique Blaize: La 1500e de "Lakmé", Musica-Disques. 1961, H. 84, S. 2~30.
  • André Coquis: Léo Delibes, sa vie et son oeuvre (1836-1891), Paris: Richard-Masse 1958.
  • Emanuel Winternitz: Musical autographs from Monteverdi to Hindemith, Princeton, NJ: Princeton University Press, 1955, no pagination p.
  • Joaquín Pena, Higinio Anglés, Miguel Querol Gavalda: Diccionario de la Música LABOR, Barcelona: Editorial Labor, 1954, 2V, 2318P.
  • Jean Boyer: Kurzgefasste Geschichte der französischen Musik, Wiesbaden: Breitkopf & Härtel, 1953, 240 p.
[bewerken | brontekst bewerken]