Mandjeskaas

Mandjeskaas is magere plattekaas uit Beersel en behoort tot het culinair erfgoed van Pajottenland Zennevallei. De kaas is door VLAM erkend als traditioneel Vlaams streekproduct.[1]

Mandjeskaas is een plattekaas waarvan de wrongel oorspronkelijk uitlekte in uit riet gevlochten mandjes.[2] De kaas wordt sinds de 15e eeuw geproduceerd in Beersel.[3] Voor de Tweede Wereldoorlog waren in het Beerselse meer dan 150 makers van mandjeskaas gekend die hun waren vooral in de streek en in het Brusselse aan de man brachten. De productie van de kaas gebeurde meestal in familieverband en bood een antwoord op het bewaren van melk in tijden zonder koelkast.[4] Anno 2020 wordt de kaas enkel nog door de firma Walschot geproduceerd.[5]

De basis voor mandjeskaas is gepasteuriseerde melk waaraan boterzuur wordt toegevoegd om het stremmen op gang te brengen. Nadien wordt de melk overgepompt in (vroeger: houten lambiekvaten) roestvrij stalen tanks en wordt het stremsel toegevoegd. Hierna moet de melk 48u rusten waarna de kaaswrongel zachtjes geperst wordt. Vervolgens wordt de wrongel in wijmen mandjes geschept.[6] Wanneer de kaas voldoende uitgelekt is, wordt hij omgedraaid en verpakt in perkamentpapier waarvan de bovenzijde open blijft. Hierdoor blijft de afdruk van het mandje zichtbaar[4]

De kaas is niet homogeen gemengd met water of room en bevat meer wei dan gewone plattekaas. Mandjeskaas heeft een vastere en meer korrelige structuur.[6]

De mandjes

De wijmen mandjes worden gevlochten van jonge wilgentakken, of wilgentenen. Oorspronkelijk gebruikte men voor mandjeskaas mandjes uit het naburige Halle. Anno 2020 zijn de rieten mandjes vervangen door plastic exemplaren.[5]

In 2006 werd een beeld ter ere van de mandjeskaastraditie in Beersel onthuld. Het standbeeld genaamd De Paretter, stelt een kaasverkoopster voor met een mand vol kazen op de schoot. De sculptuur werd gerealiseerd door beeldhouwer Luc Van Ruysevelt. De naam 'De Paretter' is terug te leiden naar volgende uitspraak in het Brussels dialect: "De késboren zen g'aparreteit''.[7]

  1. s.n., Mandjeskaas. Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (s.d.). Gearchiveerd op 7 juni 2020. Geraadpleegd op 4 mei 2020.
  2. Harbutt, Juliet. (2001). The world encyclopedia of cheese. Select Editions, Burnaby, BC. ISBN 1-894722-28-0.
  3. s.n., Typisch Beersel. Visit Beersel (s.d.). Geraadpleegd op 4 mei 2020.
  4. a b Depraetere, Ingrid, "Mandjeskaas erkend als streekproduct", 1 april 2005, pp. 16. Geraadpleegd op 4 mei 2020.
  5. a b Beerselse Mandjeskaas 47. De Standaard (7 juni 2007). Gearchiveerd op 17 januari 2022. Geraadpleegd op 4 mei 2020.
  6. a b Magerman, Bob, "'Pottekeis' en geuze", 27 juni 2003, pp. 4. Geraadpleegd op 4 mei 2020.
  7. IDH, "Standbeeld brengt ode aan de mandjeskaas", Het Nieuwsblad/Pajottenland, 29 mei 2006, pp. 67. Geraadpleegd op 4 mei 2020.