Marinus van Raalte
Marinus van Raalte | ||||
---|---|---|---|---|
Zelfportret (ca. 1910) | ||||
Persoonsgegevens | ||||
Geboren | Rotterdam, 31 december 1873 | |||
Overleden | Bergen-Belsen | |||
Geboorteland | Nederland | |||
Beroep(en) | schilder, tekenaar, graficus | |||
RKD-profiel | ||||
|
Marinus Julius van Raalte (Rotterdam, 31 december 1873 – Bergen-Belsen, 8 december 1944) was een Nederlands schilder, tekenaar en graficus.[1]
Levensloop
[bewerken | brontekst bewerken]Van Raalte was een zoon van David van Raalte, groothandelaar in manufacturen, en Antje de Jongh. Hij studeerde van 1893 tot 1896 in Amsterdam aan de Rijksakademie van beeldende kunsten onder August Allebé en was een leerling van Maurits van der Valk. Hij tekende en schilderde onder meer interieurs, portretten en stads- en zeegezichten in een impressionistische stijl,[2] daarbij beïnvloed door het werk van Breitner. Hij trouwde in 1914 met Lucie Marie Nicolette Wertheim (1883-1942).
De schilder sloot zich aan bij de Vereeniging van Beeldende Kunstenaars De Rotterdammers, Kunstenaarsvereniging Sint Lucas en Arti et Amicitiae, van de laatste vereniging was hij ook penningmeester (1920-1931). Hij exposeerde meerdere malen. In 1938 ontving Van Raalte de door koningin Wilhelmina ter beschikking gestelde gouden Arti-medaille voor zijn schilderij Schaatsenrijders te Arosa. In de winter van 1939-1940 nam Van Raalte met vier schilderijen deel aan de tentoonstelling 'Onze kunst van heden' in het Rijksmuseum Amsterdam.[3] In de collectie van het Drents Museum zijn zowel een zelfportret als een door Coba Ritsema gemaakt portret van Van Raalte opgenomen. Tussen stukken uit de nalatenschap van Van Raalte werd het manuscript teruggevonden van de roman "Een jaar in het leven", die hij rond 1937-1938 geschreven moet hebben. Het is destijds niet in druk verschenen. Het Drents Museum zorgde er in 2014 voor dat het alsnog werd gepubliceerd.[4]
- Tweede Wereldoorlog
In de aanloop naar de oorlog organiseerde Van Raalte met Mommie Schwarz en Jobs Wertheim al in 1933 een verloting van schilderijen ten behoeve van de opvang van gevluchte joden.[5][6] Van Raalte was lid van Arti et Amicitiae, dat zich in 1941 aansloot bij de Nederlandsche Kultuurkamer,[7] op last van de bezetter werden vijftien Joodse leden in dat jaar geroyeerd.[8] Naast Van Raalte waren dat Maria Boas-Zélander, Charlotte Boom-Pothuis, Moos Cohen, Max van Dam, Marianne Franken, Salomon Garf, Hendrika van Gelder, Felix Hess, Jaap Kaas, Baruch Lopes de Leao Laguna, Martin Monnickendam, Mommie Schwarz, David Schulman en Jo Spier. Alleen Kaas, Schulman en Spier overleefden de oorlog, Boom en Monnickendam overleden in Amsterdam, de anderen kwamen om in de concentratiekampen.
Marinus van Raalte werd in april 1943 vanwege zijn joodse afkomst thuis opgepakt en afgevoerd naar Kamp Westerbork, waar hij nog steeds tekende en schilderde.[9] Hij schreef brieven aan zijn zoon over de vernederende belevenissen in Westerbork en stuurde in juli 1944 nog bericht dat hij in het concentratiekamp Bergen-Belsen was aangekomen.[10] Verzwakt door alle ontberingen overleed hij eind 1944, op 70-jarige leeftijd.[11]
Postuum werd zijn werk onder meer getoond bij de herdenkingstentoonstellingen 'Kunst in het harnas' (1945) in het Stedelijk Museum Amsterdam en 'Rebel, mijn hart' (1995) in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Begin 1965 werd bij Arti een tentoonstelling aan hem gewijd.[9] In 1998 verscheen een biografie over de kunstenaar.[12]
Enkele werken
[bewerken | brontekst bewerken]- Het Gevers Deynootplein te Scheveningen (ca. 1900-1910)
- Kroegje in de Jordaan (1913)
- Stadhouderskade (1913)
Literatuur
[bewerken | brontekst bewerken]- Carolina de Jong (1998) Marinus van Raalte 1873-1944. Zwolle: Waanders. van Carolina de Jong. ISBN 90-400-9221-4. Uit de serie monografieën van het Drents museum over Nederlandse kunstenaars uit het tijdperk rond 1900.
- ↑ Biografische gegevens bij het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis
- ↑ P.M.J.E. Jacobs (2000) Beeldend Benelux : biografisch handboek. Tilburg: Stichting Studiecentrum voor Beeldende Kunst. ISBN 90-805707-1-0. Vol. 5, p. 44.
- ↑ "Onze kunst van heden", tentoonstellingscatalogus via Delpher.
- ↑ Jan Jaap Heij, "Boekbespreking", VVNK nieuwsbrief 2014, nr. 2, p. 12-14. Gearchiveerd op 9 februari 2023.
- ↑ "De verloting ten bate aan het Noodfonds 1933", Nieuw Israëlietisch Weekblad, 24 november 1933.
- ↑ Max Nord et. al (1995), Rebel, mijn hart : kunstenaars 1940-1945. Zwolle: Waanders Uitgevers. p. 165.
- ↑ "Arti et Amicitiae", Joods Virtueel Museum. Gearchiveerd op 20 maart 2023.
- ↑ Claartje Wesselink (2014) Kunstenaars van de Kultuurkamer: Geschiedenis en herinnering. Amsterdam: Prometheus - Bert Bakker.
- ↑ a b "In memoriam-expositie van Marinus van Raalte", Nieuw Israëlietisch Weekblad, 5 februari 1965.
- ↑ "Marinus van Raalte", Joods Virtueel Museum. Gearchiveerd op 29 mei 2023.
- ↑ "Marinus Julius van Raalte", Joods Monument. Gearchiveerd op 29 oktober 2021.
- ↑ Cees Straus, "Kunsthistorica geeft Marinus van Raalte eindelijk een plek", Trouw, 17 april 1998. Gearchiveerd op 22 juni 2024.