Chiliasme

Chiliasme (Oudgriekse woord Χίλιοι, chilioi, duizend) of millennialisme (van millennium, duizend jaar) is een stroming binnen het christendom die gelooft dat er voor of na de wederkomst van Christus en vaak in samenhang met de apocalyps een duizendjarig vrederijk of een paradijs op aarde zal worden gevestigd.

In het vroege christendom was premillennialisme in de 2e eeuw de dominante eschatologie.[1] De meest uitgesproken aanhangers waren Justinus de Martelaar[2] en Ireneüs. Tegen de 3e eeuw ontstond tegenstand tegen het premillennialisme. Origenes was de eerste openlijke tegenstander.[3] Vanaf op zijn laatst de 4e eeuw is chiliasme een minderheidsinterpretatie binnen het christendom.

De hoofdstroom van het christendom is afkerig van het voortdurend voorspellend toepassen van chiliastische Bijbelteksten. De wederkomst van Christus wordt er beleden, maar niet verbonden aan specifieke datums of verwachtingen. De hoofdstroom is daarom amillennialistisch, wars van speculaties over de komst van Jezus en hoe die zich zou voltrekken. Deze opvatting wordt breed gedragen in zowel de oosters-orthodoxe kerken als de Rooms-katholieke Kerk. Ook komt het veel voor bij de lutheranen, hervormden en anglicanen. Daarnaast kan het ook op steun rekenen bij een relatief grote minderheid van de evangelicale kerken.

Bronnen van chiliasme

[bewerken | brontekst bewerken]

Het idee van een tijdelijk Messiaans rijk komt al voor in de joodse apocalyptische literatuur, zoals in 4 Ezra en 1 Henoch. Dit idee is sterk beïnvloed door het verlangen dat Israël weer als zelfstandige staat zou bestaan. Zo is er in 1 Henoch sprake van een periode van 7 weken. Na die periode is er een tijdelijk Messiaans koninkrijk. Daarna is er sprake van een nieuwe hemel en nieuwe aarde.

Het christelijk chiliasme is vooral gebaseerd op het Bijbelboek Openbaring, maar baseert zich ook op andere (Bijbelse) apocalyptische geschriften of uitspraken, zoals delen van het boek Daniël en Joël. Een centrale rol neemt de profetie over het duizendjarig vrederijk in Openbaring 20:1-6 in.[4] De eerste kerkvaders geloofden in een letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-6.

Verschillende visies op de Opname van de gemeente (rapture) en het Duizendjarige rijk (millennium)

Premillennialisme

[bewerken | brontekst bewerken]

Het premillennialisme is een eindtijdtheologie die gelooft dat Jezus fysiek aanwezig zal zijn bij Zijn wederkomst, voordat het duizendjarig vrederijk aanbreekt. Het premillennialisme is grotendeels gebaseerd op een letterlijke uitleg van Openbaring 20:1-6. Deze profetie beschrijft Jezus' wederkomst na een periode van geloofsvervolging. Satan is voor duizend jaar geketend in de diepte. Na afloop van de duizend jaar zal Satan nog voor korte tijd worden losgelaten. Deze periode zou voorafgaan aan het uiteindelijke laatste oordeel en de opstanding der gelovigen. In de 2e eeuw was deze interpretatie de dominante eschatologie, mede gebaseerd op een letterlijke interpretatie van Openbaring 20.

De eerste die de letterlijke uitleg in twijfel trok was Marcion van Sinope. Deze werd door zijn ideeën door de meeste christenen beschouwd als een ketter. Origenes was de tweede die het idee van premillennialisme in twijfel trok. Deze koos voor een literaire uitleg en spiritualiseerde vooral de wederkomst van Christus. Met zijn uitleg had hij echter weinig invloed. Dionysius van Alexandrië was een patriarch in de 3e eeuw die de theologie van het amillennialisme aanhing. Hij overtuigde de kerken in zijn regio van de waarde daarvan.

Invloed van Augustinus

[bewerken | brontekst bewerken]

Augustinus hing in zijn eerste periode als theoloog het idee aan dat de geschiedenis in twee delen was opgedeeld. Ten eerste de eeuw van de kerk (deze zou zesduizend jaar duren) en daarna het duizendjarig vrederijk. Dit idee was tot die tijd gangbaar binnen het christendom. Augustinus verschoof al snel richting het amillennialisme. Voor deze verschuiving zijn meerdere oorzaken genoemd.

  • Een mogelijke reactie op de donatisten. Augustinus gold als een van hun felste tegenstanders. Zij hingen het premillennialisme aan en hij wilde elke eventuele connectie met hen vermijden.
  • Als een reactie op de sensatiebeluste geest rondom de eschatologie in zijn tijd. Het jaar 500 naderde en volgens sommige uitleggers was Jezus 5500 jaar na het ontstaan van de schepping gekruisigd. Zijn duizendjarig vredesrijk zou dus zeer nabij zijn. Dit geloof ging gepaard met uitbundig gefeest. Augustinus wilde daar afstand van nemen.

Augustinus had een voorkeur voor een allegorische interpretatie van Openbaring. Dit gebeurde onder invloed van sommige invloedrijke theologen uit zijn tijd.

De theologie van Augustinus van het amillennialisme zou toonaangevend blijven tijdens de middeleeuwen. Ook veel van de reformatoren grepen terug op zijn ideeën. Calvijn noemde het idee van premillennialisme in zijn Instituties fictie en te kinderachtig en niet nodig of waard om te weerleggen. Heinrich Bullinger deed het af als een Joodse droom. Veel groepen buiten de mainstream van het christendom in die tijd, zoals de hugenoten, de anabaptisten en de hussieten hingen wel het idee van premillennialisme aan. De Lutherse kerk veroordeelde dit officieel in de Confessie van Augsburg.

Politisering van het premillennialisme

[bewerken | brontekst bewerken]

Het premillennialisme werd in de 17e en 18e eeuw wel breed geaccepteerd onder de piëtisten in Duitsland. Theologen als Jonathan Edwards en Albrecht Bengel en anderen hingen zelf niet de leer van het premillennialisme aan, maar zorgden in de 19e eeuw met nieuwe ideeën wel voor een toenemende invloed van het premillennialisme. Sommigen van hen geloofden dat het verval van de Rooms-Katholieke Kerk een hindernis wegnam voor de bekering van de joden en het herstel van Israël als natie. Dit werd gezien als een van de vereisten voordat het duizendjarig vrederijk zou aanbreken.

In de 19e eeuw was het premillennialisme populair onder veel Engelse en Amerikaanse evangelischen, en zelfs anglicanen. Dit ging gepaard met een sterke eindtijdverwachting en Christus' spoedige wederkomst. Via de First Great Awakening en de Second Great Awakening vond het premillennialisme zijn weg binnen de Vergadering van gelovigen, Jehova's getuigen, zevendedagsadventisten en de verschillende evangelische groepen, en later naar (groepen binnen) de pinksterbeweging en het fundamentalistisch christendom.

Het hedendaagse christenzionisme heeft zijn wortels in het 19e-eeuwse Britse premillennialisme en is, vooral na de Zesdaagse Oorlog in 1967, binnen rechtse, Republikeinse kringen in Amerika een grote invloed gaan uitoefenen op het aanjagen van het Israëlisch-Palestijns conflict. Veel christenzionisten zien het ontstaan van de staat Israël als een belangrijke bevestiging en voorwaarde van de naderende eindtijd.[5]

Dispensationeel premillennialisme

[bewerken | brontekst bewerken]

Een aparte stroming binnen het premillennialisme is het dispensationeel premillennialisme, ook wel bekend als de bedelingenleer. Deze stroming had vooral tussen 1920 en 1970 veel invloed in de evangelische wereld. De oorsprong van de beweging ligt bij de Engelsman John Darby (1800-1882). Later kreeg de beweging ook veel invloed in de Verenigde Staten.

Het belangrijkste kenmerk van deze stroming is het opdelen van de geschiedenis in zeven tijdperken. Dit zijn: 1) de bedeling van onschuld, tussen de schepping en de zondeval; 2) het geweten, tussen de zondeval en de zondvloed; 3) de regering van de mens, van de zondvloed tot de roeping van Abraham; 4) de belofte, van Abraham tot Mozes; 5) de wet, van Mozes tot de dood van Christus; 6) de gemeente, van de opstanding, tot vandaag; 7) het duizendjarig vrederijk.

Postmillennialisme

[bewerken | brontekst bewerken]

Het postmillennialisme is een interpretatie van Openbaring 20 die de tweede komst van Christus plaatst na het duizendjarig vrederijk. Het postmillennialisme staat haaks op het premillennialisme en, in mindere mate, op het amillennialisme. De meeste aanhangers van het postmillennialisme geloven niet in een letterlijke duizend jaar, maar geloven dat het millennium staat voor een lange periode. Wel leert deze interpretatie dat de gemeente kan bijdragen aan de vestiging van het Koninkrijk van God en de komst van het millennium door de hele wereld tot het christelijk geloof te brengen, vóórdat Jezus terugkeert. Het belangrijkste verschil met het amillennialisme is dat aanhangers van het postmillennialisme geloven dat er tijdens het millennium daadwerkelijk sprake van is van een reëel aanwezige regering. Bij het amillennialisme wordt deze regering alleen als geestelijk opgevat.

Postmillennialisten verschillen van mening over wanneer Christus zal komen. De theologie die zich hiermee bezighoudt is de heerschappijtheologie. Varianten daarop zijn het Christian reconstructionism, de Kingdom Now theology en het Kinism. Er zijn twee belangrijke stromingen binnen deze beweging. Sommigen geloven dat het millennium pas aanbreekt als christenen van bovenaf – dat wil zeggen door de overheid en maatschappelijke instituties – de samenleving hebben hervormd. De maatschappij moet bestuurd worden naar Bijbelse maatstaven. Deze groepen hangen dan ook een theocratisch standpunt aan en geloven vaak niet in de scheiding van kerk en staat. Een tweede opvatting, die haar wortels heeft bij de puriteinen, is dat de maatschappij van onderuit veranderd moet worden door de bekering van mensen, en verandering van persoonlijke leefstijl en ethiek naar en door de Bijbel.

  • F.A. van Lieburg, De Bijbel als Orakelboek, in: Materieel christendom, 2003. p. 81-105
  • Norman Cohn, Les Fanatiques de l'Apocalypse. Courants millénaristes révolutionnaires du XIe au XVIe siècle, 2010. ISBN 2805900472