NS 3500

Dit artikel gaat over de serie NS 3500 van 1908-1946. Zie voor de in 1946 van de SBB overgenomen stoomlocomotieven NS 3500 (ex-SBB).
NS 3500
Ns 3507 in 1914
Ns 3507 in 1914
Aantal 8
Nummering NBDS: 30-36
SS: 981-988
NS: 3501-3508
Fabrikant Beyer, Peacock and Company, Hohenzollern
In dienst 1908, 1914, 1920
Uit dienst 1938-1946
Asindeling 2'C
Spoorwijdte 1435 mm (normaalspoor)
Massa locomotief 62 ton
Massa tender 37,9 ton
52 ton (met vierassige tender)
Diameter drijfwielen 1980 mm
Diameter loopwielen 1026 mm
Diameter tenderwielen 1219 mm
Lengte over buffers 17881 mm
19432 mm (met vierassige tender)
Hoogte 4248 mm
Maximumsnelheid 100 km/u (vanaf 1940: 50 km/u)
Vuurkist 13,5 m2
Vlampijpen 95 m2
Oververhitter 34 m2
Roosteroppervlak 2,60 m2
Maximum stoomspanning 13,4 kg/cm2
Aantal cilinders 2
Diameter × slaglengte cilinders 510 x 660 mm
Stoomverdeling Walschaerts
Waterinhoud 15,9 m3
20 m3 (met vierassige tender)
Brandstofvoorraad 5 ton kolen
8 ton kolen (met vierassige tender)
Trekkracht 8130 kg
Remsysteem Westinghouserem
Soortmerk PO2
Bijnamen Grote Blauwen
Blauwe Brabanders
Aantal bewaarde exemplaren 0
Portaal  Portaalicoon   Verkeer & Vervoer

De serie NS 3500 was een serie sneltreinstoomlocomotieven van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en diens voorgangers Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij (NBDS) en Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS).

De NBDS bestelde in 1907 als eerste spoorwegmaatschappij in Nederland sneltreinlocomotieven met de asindeling 2'C, die in 1908 door Beyer, Peacock and Company werden geleverd. Zij werden met de nummers 30-35 in dienst gesteld. De grotere maatschappijen Nederlandsche Centraal-Spoorweg-Maatschappij (NCS) en SS kwamen pas twee jaar later met dergelijke sneltreinlocomotieven, de NCS 71-78, later NS 3600 en SS 700, later NS 3700. Het waren niet alleen de eerste locomotieven in Nederland met drie gekoppelde aandrijfassen, maar ook met een keteldruk van 14 atmosfeer.

De locomotieven voldeden geheel aan de gestelde verwachtingen: ze vervoerden op tijd treinen tot boven het normale gewicht en konden vertragingen inlopen. De post moest immers op tijd in Berlijn zijn en de aansluiting op de mailboot in Vlissingen moest worden gehaald. De kleur van de locomotieven was donkerblauw, afgezet met zwarte banden en rode biezen. De tender en het benedendeel van het machinistenhuis kregen een extra verfraaiing, bestaande uit een brede witte bies buiten de rode. De dom was eveneens blauw gehouden. De wielkasten waren volgens gebruik van de fabrikant afgezet met dubbele messing randen, waartussen de naam Beyer-Peacock. De messing nummerplaten toonden de letters NBDS en het nummer tegen een rode achtergrond, terwijl op de zijwanden van de tenders de letters NBDS in goud met rode schaduw waren geschilderd. De wielen waren in rood uitgevoerd. Hun evenwichtige uiterlijk en aparte kleur lieten niet na ieders bewondering op te wekken en ze werden al spoedig op de route via Noord-Brabant de Blauwe Brabanders of de grote blauwen genoemd.

De NBDS bestelde deze locomotieven voor de mailtreinen van Vlissingen via haar eigen lijn tussen Boxtel en Wesel naar Oberhausen en Haltern, in concurrentie met de SS. Door de Eerste Wereldoorlog kwam aan deze verbinding een einde. Omdat de NBDS hierdoor enige locomotieven overcompleet had, werden tussen november 1915 en oktober 1919 twee à drie locomotieven aan de NCS verhuurd, die door het wachten op ombouw van de locomotieven 71-74 behoefte had aan extra tractiematerieel. Door regelmatige uitwisseling hebben de 30-32 en 34-35 bij de NCS gereden.

Wegens de goede resultaten met de 30-35 werden nog voor de Eerste Wereldoorlog twee locomotieven bijbesteld bij Hohenzollern. In tegenstelling tot de eerdere locomotieven, die met een drie-assige tender waren voorzien, werden de nieuwe locomotieven met een grotere vierassige tender besteld. De eerste werd in 1914 geleverd en kreeg het nummer 36. De tweede werd in 1920 geleverd en heeft geen NBDS-nummer meer gekregen, maar is met het SS-nummer 988 in dienst gesteld.

In 1919 werd de exploitatie en het materieel overgenomen door de SS, waarbij de locomotieven 30-36 werden voorzien van de SS nummers 981-987.

Met het samenvoegen van het materieelpark van de SS met dat van de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij (HSM) in 1921 werd het materieel van de NS-nummers 3501-3508 voorzien. In de NS-tijd werden de drie-assige tenders van de 3503-3506 verwisseld met vierassige tenders van de serie NS 4500.

De afvoer van deze locomotieven begon in 1938 en 1939 met de 3502, 3503, 3504, 3506 en 3507, die scheuren in de frameplaten vertoonden. In 1940 werd de maximumsnelheid van de resterende drie locomotieven teruggebracht tot 50 km/u. De 3508 is in de oorlogsjaren in België zwaar beschadigd geraakt en is in 1946 officieel afgevoerd. De 3501 en 3505 werden na de oorlog begin 1946 buiten dienst gesteld.

Fabrikant Fabrieksnummer Bouwjaar NBDS nummer SS nummer NS nummer Afvoer Bijzonderheden
Beyer, Peacock and Company 5134 1908 30 981 3501 1946
Beyer, Peacock and Company 5135 1908 31 982 3502 1938
Beyer, Peacock and Company 5136 1908 32 983 3503 1938
Beyer, Peacock and Company 5137 1908 33 984 3504 1938
Beyer, Peacock and Company 5138 1908 34 985 3505 1946
Beyer, Peacock and Company 5139 1908 35 986 3506 1939
Hohenzollern 3288 1914 36 987 3507 1938
Hohenzollern 3328 1920 988 3508 1946
  • Paul Henken: Stoomlocomotieven Serie NBDS 30-37 en 118-121 (NS-series 3500 en 4500). Uquilair, 's-Hertogenbosch, 2022. ISBN 978-94-9329400-4
  • Hans Schlieper, Vincent Freriks: De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute. Uquilair, 's-Hertogenbosch, 2008. ISBN 978-90-7151365-7
  • R.C. Statius Muller, A.J. Veenendaal jr., H. Waldorp, De Nederlandse stoomlocomotieven, De Alk, Alkmaar, 2005. ISBN 90-6013-262-9
  • H. Waldorp: Onze Nederlandse stoomlocomotieven in woord en beeld. De Alk, Alkmaar, 7e druk, 1981. ISBN 90-6013-909-7
  • N.J. van Wijck Jurriaanse: De Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij. Wyt, Rotterdam, 1973. ISBN 90-6007-527-7