Nachtegaal

Nachtegaal
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2016)
Nachtegaal
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Passeriformes (Zangvogels)
Familie:Muscicapidae (Vliegenvangers)
Onderfamilie:Saxicolinae
Geslacht:Luscinia
Soort
Luscinia megarhynchos
Brehm, 1831

Verspreidingsgebied van de nachtegaal

 broedgebied (groen)
 niet-broedgebied (blauw)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Nachtegaal op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels
Nachtegaal zang 1
Nachtegaal zang 2
Nachtegaal zang 3

De nachtegaal (in dichterlijke taal ook filomeel; Luscinia megarhynchos) is een zangvogel uit de onderfamilie Saxicolinae, vroeger ingedeeld bij de familie Turdidae (lijsters) maar nu onderdeel van de familie vliegenvangers. De naam is afgeleid van het Germaanse "galan": (galmend) zingen.

De bovenzijde is egaal bruin van kleur, terwijl de stuit en de bovenzijde van de staart roodbruin zijn. De onderzijde is lichtgrijs. Het oog is opvallend groot en zwart en de poten zijn licht van kleur. Zijn zang is verklinkend, veelzijdig, erg karakteristiek en vaak 's nachts hoorbaar. De lichaamslengte bedraagt 16,5 cm.

Verder is het een vogel die zich onopvallend ophoudt in dicht struikgewas, vaak met brandnetels, van waaruit hij ook zingt. Het voedsel bestaat uit wormen, insecten, larven, poppen en eieren.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Het legsel bestaat uit 4 tot 5 olijfbruine eieren in een nest, dicht bij de grond, in de dichte ondergroei.

Vroeger droeg de nachtegaal de wetenschappelijke naam Daulias luscinia.[2]

Verspreiding en leefgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

De nachtegaal is een trekvogel die alleen van april tot oktober in West-, Zuid- en Midden-Europa en tot in Midden-Azië onder de 50ste breedtegraad voorkomt om te broeden. Hij overwintert in Zuidelijk Afrika.

De soort telt drie ondersoorten:

  • L. m. megarhynchos: van westelijk en centraal Europa tot centraal Turkije en zuidelijk naar Jordanië.
  • L. m. africana: oostelijk Turkije, de Kaukasus en noordelijk en zuidwestelijk Iran.
  • L. m. golzii: van oostelijk Iran tot Kazachstan, zuidwestelijk Mongolië en noordwestelijk China.


Verspreidingskaart van de nachtegaal met ondersoorten
 L. m. megarhynchos (rood)
 L. m. africana (oranje)
 L. m. golzii (groen)
 broedgebied (geel)
 niet-broedgebied (blauw)
 trekroutes (blauwe pijl)

Voorkomen in Nederland en Vlaanderen

[bewerken | brontekst bewerken]

Nachtegalen zijn nog steeds vrij talrijke broedvogels in Nederland. Vooral in de duinstreek en op de Waddeneilanden zijn er nachtegalen. Ook Flevoland werd vlot gekoloniseerd. In Oost- en Zuid-Nederland ging het echter minder goed met de nachtegaal. Sinds de jaren 1970 is sprake van een sterke achteruitgang.[3] Dit is de reden dat de nachtegaal in 2004 als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst is gezet. Volgens SOVON zijn er in de periode 2018-2020 ongeveer 5800-7300 broedparen in Nederland en is de trend (landelijk gezien) sinds 2000 redelijk stabiel.[4] De soort staat ook als kwetsbaar op de Vlaamse rode lijst.

In de volksvertellingen kondigt de nachtegaal de lente aan. Het is de vogel van mei, maar hij is eveneens en vooral het symbool van de liefde, die al eeuwenlang dichters en componisten heeft beziggehouden. Zijn zang bestaat uit herhaalde motiefjes en een crescendo.

In de traditionele muziek uit de omgeving van de stad Nice speelt de nachtegaal een belangrijke rol.[5] Tsjaikovski heeft het thema van deze muziek gebruikt in zijn Humoresque opus 10-2. Guido Gezelle - Vlaams dichter - heeft aan de nachtegaal een klankdicht gewijd. Hij tracht daarin het gezang van de vogel tot klinken te brengen.

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Luscinia megarhynchos op Wikimedia Commons.
Zoek nachtegaal op in het WikiWoordenboek.