Nicorhynchus
Nicorhynchus Status: Uitgestorven Fossiel voorkomen: Midden-Krijt | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nicorhynchus fluviferox | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Nicorhynchus Holgado & Pêgas, 2020 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Ornithocheirus capito | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Nicorhynchus is een geslacht van uitgestorven pterosauriërs, behorende tot de Pterodactyloidea, dat leefde tijdens het Midden-Krijt in het gebied van het huidige Engeland en Marokko.
Vondst en naamgeving
[bewerken | brontekst bewerken]In 1870 benoemde Harry Govier Seeley een Ornithocheirus capito op basis van holotype CAMSM B 54625, een stuk snuit gevonden bij Chesterton in de Cambridge Greensand. De soortaanduiding betekent 'met de grote kop'. In 2001 maakte David Unwin er een Coloborhynchus capito van en stelde dat Ornithocheirus reedi, waarvan het holotype kwijt is, daar een jonger synoniem van was. In 2008 en 2013 concludeerden Taissa Rodrigues en Alexander Kellner dat de soort weinig met het geslacht Coloborhynchus van doen had maar benoemden geen nieuw geslacht. In 2019 werd een Coloborhynchus fluviferox, 'woeste rivier', benoemd gebaseerd op specimen FSAC-KK 10701, een voorste snuit tot en met de derde tandkas, uit de Ifezouaneformatie van de Kem Kem-groep van Marokko, Albien-Cenomanien.
In 2020 benoemden Borja Holgado en Rodrigo Pêgas een apart geslacht Nicorhynchus. De geslachtsnaam is een combinatie van het Angelsaksisch nicor, 'waterdraak', met het Oudgrieks rhynchos, 'snuit'. De typesoort is Ornithocheirus capito. Aan deze soort werd ook specimen CAMSM B54434 toegewezen, wellicht een snuit van een jong dier. O. reedi werd opnieuw gezien als een jonger synoniem, afgaande op bewaarde afbeeldingen. Een Nicorhynchus fluviferox werd benoemd als tweede soort van het geslacht. Specimen FSAC-KK 5024 werd aan deze soort toegewezen.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Het materiaal aan Nicorhynchus toegewezen vertegenwoordigt vrij grote dieren.
In 2020 werd een aantal onderscheidende kenmerken aangegeven van het geslacht als zodanig. Het deltoïde facet, het vlak aan de bovenste voorkant van de snuit in de vorm van een staande gelijkbenige driehoek, is hoger dan breed. De bovenste zijranden van het deltoïde facet hebben de vorm van richels die naar voren uitsteken. Tussen het eerste en tweede tandenpaar bevindt zich een uitholling aan de voorste onderrand. Achter het tweede tandenpaar bevindt zich een uitholling op het verhemelte.
Met Uktenadactylus wordt het kenmerk gedeeld van een trog op de voorste basis van de snuitkam, hoewel niet al het materiaal deze eigenschap eenduidig bewaart.
Nicorhynchus capito
[bewerken | brontekst bewerken]In 2020 werden enkele autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen, vastgesteld van Nicorhynchus capito. De voorrand van de snuit is licht hol in zijaanzicht. Het deltoïde facet wordt ingedeukt door een min of meer ruitvormige uitholling boven het niveau van het eerste tandenpaar. De uitholling onder en schuin voor en onder het eerste tandenpaar heeft een hoekige bovenrand.
N. capito toont enkele typisch coloborhynchine kenmerken. De snuit is vierkant verbreed met rechte en evenwijdige zijranden. De voorrand en onderrand van de snuit maken een abrupte haakse hoek. Met Uktenadactylus wadleighi wordt het kenmerk gedeeld van een holle bovenrand van de snuitkam.
Nicorhynchus fluviferox
[bewerken | brontekst bewerken]Ook van N. fluviferox werden in 2020 autapomorfieën aangegeven. Het deltoïde facet vormt een hoge gelijkbenige driehoek met holle zijranden in vooraanzicht. Het deltoïde facet heeft twee ondiepe min of meer ronde inzinkingen boven het eerste tandenpaar. Het bovenstuk van het deltoïde facet wordt gevormd door een middengroeve begrensd door opstaande randen die overgaat in een brede ruwe voorste rand van de praemaxilla. Het midden van de eerste tandkassen ligt op hetzelfde niveau als de bovenrand van de tweede tandkassen.
In 2019 was specimen FSAC-KK 5024 niet aan de soort toegewezen. In 2020 werd geoordeeld dat een afwijkende vorm van het bovenprofiel het gevolg was van beschadigingen en een verschillende rijping van de snuitkam.
Nicorhynchus cf. capito
[bewerken | brontekst bewerken]Een speciaal geval is specimen NHMUK PV R481, een zwaar verweerd stuk voorste snuit dat in 2012 door David Martill aan Coloborhynchus capito werd toegewezen. Rodrigues en Kellner betwistten in 2013 die toeschrijving. In 2020 werd geoordeeld dat het vermoedelijk wel deel was van Nicorhynchus wegens een hoog deltoïde facet maar dat het gezien de slechte preservering beter geclassificeerd kon worden als een Nicorhynchus cf. capito dus een specimen waarvoor een vergelijking met N. capito nuttig is. Het betreft een zeer groot dier waarvan de spanwijdte geschat is op zeven meter en de schedellengte op vijfenzeventig centimeter. Dat zou het de grootste bekende pterosauriër met tanden maken.
Fylogenie
[bewerken | brontekst bewerken]In 2020 werd Nicorhynchus in de Coloborhynchinae geplaatst, als zustertaxon van Uktenadactylus.
Literatuur
- Seeley, H.G. 1870. The Ornithosauria: an Elementary Study of the Bones of Pterodactyles, Made from Fossil Remains Found in the Cambridge Upper Greensand, and Arranged in the Woodwardian Museum of the University of Cambridge. 135 pp. Bell, Deighton
- Martill, D.M. & Unwin, D.M. 2011. "The world's largest toothed pterosaur, NHMUK R481, an incomplete rostrum of Coloborhynchus capito (Seeley 1870) from the Cambridge Greensand of England". Cretaceous Research. 34: 1–9
- Jacobs, M.L.; Martill, D.M.; Ibrahim, N.; Longrich, N. 2019. "A new species of Coloborhynchus (Pterosauria, Ornithocheiridae) from the mid-Cretaceous of North Africa". Cretaceous Research. 95: 77–88
- Holgado, B. and Pêgas, R.V. 2020. "A taxonomic and phylogenetic review of the anhanguerid pterosaur group Coloborhynchinae and the new clade Tropeognathinae". Acta Palaeontologica Polonica 65