Panteruiltje
Panteruiltje | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Acontia trabealis (Scopoli, 1763) | |||||||||||||
mannetje, rugzijde | |||||||||||||
mannetje, buikzijde | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Panteruiltje op Wikispecies | |||||||||||||
|
Het panteruiltje (Acontia trabealis) is een vlinder uit de familie uilen (Noctuidae). De wetenschappelijke naam van de soort is, als Phalaena trabealis, in 1763 gepubliceerd door Giovanni Antonio Scopoli. De soort is ook wel in het geslacht Emmelia geplaatst, waarvan de status onduidelijk is, en dat ook wel als ondergeslacht van Acontia wordt beschouwd of zelfs als een synoniem daarvan. De spanwijdte van de vlinder bedraagt tussen de 18 en 24 millimeter.
Op de voorvleugels heeft de vlinder een geelzwarte tekening waaraan het panteruiltje zijn naam heeft te danken. De achtervleugel is zoals bij veel uiltjes roodbruin van kleur.
Per jaar komt één generatie tot ontwikkeling die vliegt van mei tot en met augustus. De rups overwintert als pop nadat deze zich tot in september te goed heeft gedaan aan de waardplant van de rups, de akkerwinde.
De vlinder komt voor in geheel Europa; de Oeral vormt de oostelijke grens van het verspreidingsgebied.
Synoniemen
[bewerken | brontekst bewerken]- Phalaena arabica Hufnagel, 1766
- Phalaena sulphuralis Linnaeus, 1767
- Noctua sulphurea Denis & Schiffermüller, 1775
- Tinea arlequinetta Geoffroy, 1785
- Bombyx lugubris Fabricius, 1793
- Erastria pardalina Walker, 1865
- Agrophila deleta Staudinger, 1877