De rit kende een spectaculaire finale. Door diverse demarrages en valpartijen viel het peloton in stukken uiteen. De Nederlander Niki Terpstra plaatste zo'n 10 kilometer voor de finish de beslissende demarrage uit een kopgroep van 10 man, vlak voor het naderende peloton. Alleen de Italiaan Marco Marcato en de Belg Laurens De Vreese konden met Terpstra mee. Zij werkten goed samen tot 500 meter voor de meet, maar geen van hen wilde de sprint aantrekken. Onder druk van de solo aanstormende sprinter John Degenkolb kon Niki Terpstra zich niet langer bedwingen en zette 350 meter voor het einde de sprint in. Marcato en De Vreese stoven hem in de laatste meters voorbij. Marcato hield stand voor De Vreese en ging er, na zijn tweede plaats in 2011, nu wel met de zege vandoor. De Vreese werd tweede en Terpstra derde in dezelfde tijd als de winnaar. Degenkolb finishte als vierde op 6 seconden. Het eerste achtervolgende groepje kwam binnen op 12 seconden van de winnaar.