Perfectum (Latijn)

Het perfectum is een Latijnse werkwoordstijd waarvan de betekenis het meest overeenkomt met de Nederlandse voltooid tegenwoordige tijd (VTT), hoewel het gebruik van beide tijden niet volledig gelijk is. Het perfectum van regelmatige werkwoorden wordt gevormd met de perfectum-stam, gevolgd door de uitgang. Het Oudgrieks kent ook een perfectum. Het gebruik hiervan wijkt echter sterk af van dat in het Latijn.

a-stam e-stam i-stam mk-stam esse (zijn) posse (kunnen) vertaling clamare uitgang
Infinitivus clamav-isse timu-isse audiv-isse dix-isse fu-isse potu-isse geroepen te hebben isse
1e persoon enk clamavi timui audivi dixi fui potui ik heb geroepen / riep i
2e persoon enk clamav-isti timu-isti audiv-isti dix-isti fu-isti potu-isti jij hebt geroepen / riep isti
3e persoon enk clamav-it timu-it audiv-it dix-it fu-it potu-it hij - zij - het heeft geroepen / riep it
1e persoon mv clamav-imus timu-imus audiv-imus dixi-mus fu-imus potu-imus wij hebben geroepen / riepen imus
2e persoon mv clamav-istis timu-istis audiv-istis dixi-stis fu-istis potu-istis jullie hebben geroepen / riepen istis
3e persoon mv clamav-e-runt timu-erunt audiv-erunt dix-erunt fu-erunt potu-erunt zij hebben geroepen / riepen erunt
Nederlands
riep vreesde hoorde zei was kon
heeft geroepen heeft gevreesd heeft gehoord heeft gezegd is geweest heeft gekund

NB let op de uitgang -erunt: deze lijkt sterk op de uitgang van de 3e persoon meervoud van het plusquamperfectum.

Het perfectum komt in het Nederlands het meest overeen met de voltooid tegenwoordige tijd, dus met "ik heb ge(werkwoord)". Het verschil tussen het imperfectum en het perfectum is dat bij het perfectum iets klaar is, niet meer kan veranderen. Bij het imperfectum kan iets "mislukken": het is dan wel verleden tijd, maar er kan nog iets tussen komen. De vertaling hangt af van de context:

Verhalend perfectum

[bewerken | brontekst bewerken]

Als het perfectum verhalend gebruikt is, wordt dit gebruikt om een korte actie of een stap in het verhaal aan te duiden. Dit komt regelmatig voor in het Latijn. Het perfectum wordt dan in het Nederlandse vaak vertaald met een onvoltooid verleden tijd.

  • Bijvoorbeeld: "Subito Minerva apparuit, lectoque meo appropinquavit." - "Plotseling verscheen Minerva en naderde ze mijn bed."

Mededelend perfectum

[bewerken | brontekst bewerken]

Als het perfectum mededelend gebruikt is, wordt het gebruikt om een mededeling te doen. Het perfectum wordt dan in het Nederlandse vaak vertaald met een voltooid tegenwoordige tijd.

  • Bijvoorbeeld: "Vero haec dixisti, Carlotta?" - "Heb je dat echt gezegd, Carlotta?"
  • Ambulavi in via - Ik heb op de weg gelopen
  • Timuisti Troianum - Jij bent bang geweest voor de Trojaan

Perfectumstammen

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Latijnse werkwoord kent een aantal stamtijden, waarvan het perfectum er één is. Vaak wijken de perfectumstammen sterk af van de presensstammen. Zo is sustuli (ik heb opgeheven) het perfectum van tollere (opheffen, omhoogtillen). De perfectumvorm wordt doorgaans gegeven in de 1e persoon enkelvoud (uitgang -i).

Voorbeelden stamtijden

[bewerken | brontekst bewerken]
stamtijden
perfectum infinitivus praesentis betekenis
abstuli auferre wegnemen
pepuli pellere verdrijven
vici vincere overwinnen
successi succedere opvolgen
dedi dare geven
misi mittere zenden

NB: abstuli betekent niet "weggenomen te hebben", maar "ik heb weggenomen"; de perfectumstam wordt altijd in de 1e persoon gegeven.