Piet van Breemen

Piet van Breemen
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Priester van de Rooms-Katholieke Kerk
Wapen van een priester
Geboren 23 juni 1927
Plaats Bussum
Overleden 31 augustus 2021
Plaats Nijmegen
Wijdingen
Priester 1956
Portaal  Portaalicoon   Christendom

Petrus Gerardus Maria (Piet, Pierre) van Breemen s.j. (Bussum, 23 juni 1927Nijmegen, 31 augustus 2021) was pater jezuïet en auteur van verschillende boeken over spiritualiteit.

Piet van Breemen had twee zussen en was de enige zoon uit het gezin van bakker Johannes Gijsbertus van Breemen (1886-1960) en Adriana Antonia van 't Nederend (1887-1968).

Piet Van Breemen trad in 1945 toe tot de Sociëteit van Jezus.[1] Hij studeerde filosofie aan het Berchmanianum in Nijmegen en theologie aan het Canisianum in Maastricht.[2] Na in 1956 tot priester gewijd te zijn, behaalde hij in 1961 te Amsterdam zijn doctoraal in de natuurkunde. Hij gaf les naast zijn werk als geestelijke.

Hij was een bevlogen en veelgevraagd spreker op talrijke avonden en studiedagen. In zijn functie van novicemeester in Oudergem (bij Brussel) en later in Nijmegen gaf hij vooral graag retraites aan jongvolwassenen, die doorgaans leerlingen waren (geweest) van jezuïetencolleges. In die hoedanigheid verwierf hij sedert 1974 trouwe toehoorders in katholieke kringen, ook wereldwijd buiten Nederland en België.

Gedreven door zijn roeping bleek hij meertalig belezen op het terrein van theologie, het christelijke gebedsleven in de praktijk, psychologie en godsdienstsociologie.[3] Daarenboven had hij de pedagogische gave om het gelezene begrijpelijk en oorspronkelijk over te brengen. Piet van Breemens verdienste ligt vooral hierin dat hij bepaalde Bijbelse thema's, waarover eerder bij protestanten gepreekt wordt, samen met de wijsheid van de kerkvaders (in het bijzonder Augustinus), eerder onder kloosterlingen bekend, met een verbazende eenvoud naar voren kon brengen als één geheel.

Als voorbeeld van een van zijn eyeopeners kan vermeld worden dat hij in zijn eerste boek beweert dat de gekruisigde Jezus veel minder alleen en wanhopig was dan iedere christen traditioneel aanneemt: als joods gemeentelid (in de oudtestamentische visie) hief hij immers met Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten psalm 22 van David aan. Bij wijze van tekstontleding verdeelde hij deze psalm in onderdelen en beklemtoonde het laatste deel (vanaf vers 23) dat de oproep bevat om God te loven in de gemeente en het hoopvolle vooruitzicht te houden op de bekering van alle volkeren (vss. 28-32).[4]

Van Breemen werd 94 jaar.[5]