Plasmodium (eencellige)

Plasmodium
Ringstadium van Plasmodium falciparum in een geïnfecteerde erytrocyt
Taxonomische indeling
Rijk:Protista
Stam:Apicomplexa
Klasse:Aconoidasida
Orde:Haemosporida
Familie:Plasmodiidae
Geslacht
Plasmodium
Welch, 1897
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Plasmodium op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Een Plasmodium

Plasmodium is een geslacht van protista. Een infectie met dit geslacht staat bekend als malaria. De parasiet wordt verspreid door twee gastlichamen: een steekmug (de vector) en een gewervelde. Van de 200 bekende soorten Plasmodium, kunnen er 10 mensen infecteren. Andere soorten richten zich onder andere op vogels, reptielen en knaagdieren.

Steekmuggen van het geslacht Culex, Anopheles, Culiceta, Mansonia en Aedes kunnen dienstdoen als vector van de Plasmodium. De vector van de voor mensen schadelijke variant behoort tot het geslacht Anopheles.

Het organisme werd voor het eerst ontdekt door Laveran op 6 november 1880 in een militair ziekenhuis in Constantine, Algerije. Manson kwam in 1894 met de hypothese dat de Plasmodium kon worden overgebracht door muggen. Deze hypothese werd in 1898 met een experiment van de Italiaanse professor Giovanni Battista Grassi en de Britse arts Ronald Ross bevestigd. Ross kreeg voor deze ontdekking de nobelprijs in 1902.

De naam Plasmodium werd bedacht in 1885 door Marchiafava en Celli. Anno 2007 waren er van dit geslacht 200 soorten bekend.[1]

Ontwikkeling van de parasiet

[bewerken | brontekst bewerken]

Schema van de parasitaire cyclus van de Plasmodium

[bewerken | brontekst bewerken]
Plasmodium levenscyclus PHIL 3405 lores
Plasmodium levenscyclus PHIL 3405 lores

Er zijn twee cycli betrokken bij de ontwikkeling van de malaria parasiet: de ongeslachtelijke cyclus in de mens en in de mug en de geslachtelijke cyclus, alleen in de mug.

Ongeslachtelijke ontwikkeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De ongeslachtelijke ontwikkeling en verspreiding van de parasiet verloopt ruwweg in vier fasen.

  1. De malariamug, een mug van het geslacht Anopheles, steekt iemand die al besmet is, en krijgt zodoende bloed met de parasiet binnen. In de darm van de mug vermeerdert de parasiet zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk en gaat ook in de speekselklieren van de mug zitten.
  2. De mug steekt iemand die nog niet besmet is. Hierbij worden kiemen van de parasiet (sporozoïeten) in het nog niet zieke menselijke lichaam geïnjecteerd(1). De muggen steken omdat ze bloed nodig hebben om eitjes te kunnen leggen. Malaria wordt dan ook alleen door vrouwtjesmuggen overgebracht.
  3. De sporozoïeten komen in de lever terecht(2), waar ze zich verder ontwikkelen tot schizonten(3). Dit wordt schizogonie genoemd. Binnen de mens deelt de parasiet zich alleen ongeslachtelijk.
  4. Uit de opengebarsten levercellen (hepatocyten) en schizonten komen merozoïeten vrij(4). Na deze eerste replicatie in de lever (exo-erytrocytische schizogonie (A)), ondergaan de parasieten aseksuele vermenigvuldiging in de erytrocyten (erythrocytische schizogonie (B)). In de bloedbaan dringen merozoïeten rode bloedcellen binnen(5), waar ze trofozoïten vormen. De ringstadia-trofozoïeten rijpen tot trofozoïten, die vervolgens scheuren waardoor meer merozoïeten vrijkomen(6). Hier ontwikkelen ze zich tot micro- en macrogameten (ook wel: gametocyten genoemd)(7).

Wanneer een mug een met malaria geïnfecteerd persoon steekt kan ze met het opgezogen bloed gametocyten opnemen. Deze gametocyten, de mannelijke (microgametocyten) en de vrouwelijke (macrogametocyten), reproduceren zich weer in de mug (zie stap 1).

Geslachtelijke ontwikkeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De gametocyten worden ingenomen door een Anopheles-mug tijdens een bloedmaaltijd(8). De vermenigvuldiging van de parasieten in de mug staat bekend als de sporogonische cyclus(C). In de maag van de mug bevruchten de microgameten de macrogameten en worden de zygoten gevormd(9). Uit de zygoten ontstaan de beweeglijke en langwerpige ookineten(10), die de middelste darmwand van de mug binnendringen, waar ze zich tot oöcysten ontwikkelen(11). In de oöcysten ontstaan door deling vele duizenden sporozoïeten, die bij het stukbreken van de oöcysten vrijkomen(12) en zich naar de speekselklieren van de mug begeven. De mug steekt vervolgens iemand die nog niet besmet is. Hierbij worden de sporozoïeten in het nog niet zieke menselijke lichaam geïnjecteerd en begint de cyclus opnieuw.

NB: dit is een vereenvoudigd overzicht van de ontwikkeling van plasmodium, een ontwikkeling die veel verschillende stadia kent.

     
  1. Chavatte J.M. et al. (2007) Probable speciations by "host-vector 'fidelisation'": 14 species of Plasmodium from magpies. Parasite 14(1):21-37
[bewerken | brontekst bewerken]
Wikispecies heeft een pagina over Plasmodium.