Puntstempel

Postzegel met puntstempel 24 (Deventer)
Postzegel met puntstempel 220 (Groenlo)

Een puntstempel was een type poststempel dat de Nederlandse PTT gebruikte tussen 1 april 1869 en 15 juni 1893.

Het stempel bestond uit een aantal vette punten, gerangschikt in een ruitpatroon met een getal in het midden. De ruit is boven en beneden afgeknot. De officiële circulaire waarin de invoering van dit stempel werd aangekondigd, sprak dan ook van 'een nommer, in zeskantige vorm, door punten omgeven'. 'Nommerstempel' was de officiële naam voor het stempel, maar het publiek sprak al gauw van ‘puntstempel’. Het nummer is een code voor het postkantoor van verzending.

Puntstempels maken deel uit van de categorie nummerstempels. Ook in het buitenland werden in veel landen in deze periode stempels met een nummercode gebruikt. In Frankrijk en het Keizerrijk Rusland werd het nummer omgeven door een aantal punten, net als in Nederland. In Groot-Brittannië werd het omgeven door strepen en in Denemarken door cirkels.

Beknopte geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De nummers werden verstrekt in alfabetische volgorde. Nummer 1 hoorde bij Alkmaar, nummer 135 bij Zwolle. De nummers 136 t/m 138 werden uitgegeven aan spoorwegpostkantoren. Later kregen nog 127 nieuwe postkantoren een puntstempel. De laatste was Waddinxveen, dat op 1 juni 1893 nummer 259 kreeg. Veertien dagen later werden de puntstempels ingetrokken.

Het voordeel van een puntstempel boven het daarvóór gebruikelijke stempel 'Franco-kastje' (het woord 'Franco' in een rechthoek) was dat de plaats van verzending te achterhalen was. Bovendien maakten de vette punten het vrijwel onmogelijk om de inkt van de zegel af te wassen. Dat voorkwam hergebruik. Gebruik van het puntstempel was verplicht op brieven en kwitanties en verboden op briefkaarten en drukwerken. In de praktijk zien we toch weleens een briefkaart of (vaker) een drukwerkbrief die is vernietigd met een puntstempel.

Om bepaling van de datum van verzending mogelijk te maken werd naast de postzegel een dagtekeningstempel afgeslagen.

Puntstempels werden uitsluitend uitgegeven aan postkantoren, niet aan hulppostkantoren en bijpostkantoren. Tweemaal werd een puntstempel ingetrokken omdat het bijbehorende postkantoor werd gedegradeerd. Dat gebeurde met Delfshaven en Dirksland. De bijbehorende nummers 21 en 25 werden later toegekend aan hulppostkantoren die werden gepromoveerd tot postkantoor.

We vinden puntstempels op zegels vanaf de eerste emissie (1852) tot en met de emissie 1891 (prinses Wilhelmina). Afstempelingen op de eerste twee emissies zijn schaars, deze postzegels werden bij de invoering van het puntstempel al niet meer op de postkantoren verkocht.

Lijst van postkantoren met puntstempels

[bewerken | brontekst bewerken]
nummer plaats nummer plaats nummer plaats nummer plaats
1 Alkmaar 66 Leerdam 131 Zevenbergen 196 Gennep
2 Almelo 67 Leeuwarden 132 Zierikzee 197 Dongen
3 Alphen 68 Leiden 133 Zutphen 198 Olst
4 Amersfoort 69 De Lemmer 134 Zwartsluis 199 Alblasserdam
5 Amsterdam 70 Loenen 135 Zwolle 200 Katwijk aan Zee
6 Apeldoorn 71 Maarssen 136 Amsterdam-Emmerik[1] 201 Winkel
7 Appingedam 72 Maassluis 137 Arnhem-Oldenzaal[1] 202 Meersen
8 Arnhem 73 Maastricht 138 Moerdijk-Antwerpen[1] 203 Epe
9 Assen 74 Medemblik 139 Asten 204 Wildervank
10 Bergen op Zoom 75 Meppel 140 Laren 205 IJsselstein
11 Beverwijk 76 Middelburg 141 Utrecht-Zwolle[1] 206 Nijverdal
12 Bolsward 77 Monnikendam 142 Abcoude 207 IJzendijke
13 (Zalt)bommel 78 Naarden 143 Montfoort 208 Ootmarsum
14 Boxmeer 79 Ter Neuzen 144 Bruinisse 209 Zandvoort
15 Boxtel 80 Noordwijk 145 Egmond aan Zee 210 Overveen
16 Breda 81 Nijkerk 146 Lichtenvoorde 211 Warmond
17 Breskens 82 Nijmegen 147 Kamp bij Laren[2] 212 St. Oedenrode
18 Brielle 83 Oldenzaal 148 Bergum 213 Ommen
19 Brummen 84 Onderdendam 149 Haaksbergen 214 Princenhage
20 Culemborg 85 Oosterhout 150 Valkenswaard 215 Waspik
21 tot 1-5-1886: Delfshaven
na 1-1-1891: Emmen
86 Oud-Beierland 151 Oisterwijk 216 Vught
22 Delft 87 Oudenbosch 152 Scheveningen 217 Voorburg
23 Delfzijl 88 Oudewater 153 Oss 218 Valkenburg
24 Deventer 89 Purmerend 154 Bodegraven 219 Renkum
25 tot 16-12-1890: Dirksland
na 1-1-1891: 's-Graveland
90 Roermond 155 Kamp Wieselsche Veld[2] 220 Groenlo
26 Doesburg 91 Rotterdam 156 Zwijndrecht 221 Lobith
27 Doetinchem 92 Roosendaal 157 Boskoop 222 Terschelling
28 Dokkum 93 Sas van Gent 158 De Rijp 223 Koog-Zaandijk
29 Dordrecht 94 Schagen 159 Kamp bij Millingen[2] 224 Amerongen
30 Dragten (Drachten) 95 Schiedam 160 Sliedrecht 225 Aalten
31 Driebergen 96 Schoonhoven 161 Rijssen 226 Lekkerkerk
32 Edam 97 Sittard 162 Voorschoten 227 Doorn
33 Eindhoven 98 Sluis 163 Workum 228 Cuijk
34 Elburg 99 Sneek 164 Makkum 229 Hardingsveld (Hardinxveld)
35 Enkhuizen 100 Steenbergen 165 Joure 230 Wassenaar
36 Enschede 101 Steenwijk 166 Ginneken 231 Ravestein
37 Franeker 102 Terborgh 167 Druten 232 Winsum
38 Geertruidenberg 103 Texel 168 Rhenen 233 Grouw
39 Goes 104 Tholen 169 Sappemeer 234 Vlijmen
40 Goor 105 Tiel 170 Kaatsheuvel 235 Naaldwijk
41 Gorinchem 106 Tilburg 171 Wijhe 236 Breukelen
42 Gouda 107 Utrecht 172 Barneveld 237 Hillegom
43 Grave 108 Vaals 173 Gorredijk 238 Oirschot
44 's-Gravenhage 109 Veendam 174 Delden 239 Borne
45 Groningen 110 Veenendaal 175 Stadskanaal 240 Akkrum
46 Haarlem 111 Veghel 176 Geldrop 241 De Bilt
47 Haarlemmermeer 112 Velp 177 Baarn 242 Bussum
48 Harderwijk 113 Venlo 178 Klundert 243 Velsen
49 Harlingen 114 Vianen 179 Oosterbeek 244 Uithuizen
50 Hattem 115 Vlaardingen 180 Blokzijl 245 Huizen
51 Heerenveen 116 Vlissingen 181 Wolvega 246 Borculo
52 Heerlen 117 Waalwijk 182 's-Gravenzande 247 Dieren
53 Den Helder 118 Wageningen 183 Mijdrecht 248 Vreeswijk
54 Hellevoetsluis 119 Weert 184 Oude Pekela 249 Gulpen
55 Helmond 120 Weesp 185 Balk 250 Ierseke
56 Hengelo 121 Willemstad 186 Dedemsvaart 251 Sloterdijk
57 's-Hertogenbosch 122 Winschoten 187 Elst 252 Kollum
58 Heusden 123 Winterswijk 188 IJmuiden 253 Raalte
59 Hilversum 124 Woerden 189 Smilde 254 Heemstede
60 Hoogeveen 125 Wormerveer 190 Lochem 255 Ede
61 Hoogezand 126 Woudrichem 191 Scheemda 256 Eibergen
62 Hoorn 127 Wijk bij Duurstede 192 Nieuwe Pekela 257 Middelharnis
63 Hulst 128 Zaandam 193 Venray 258 Soest
64 Kampen 129 Zeist 194 Raamsdonk 259 Waddinxveen
65 Koevorden (Coevorden) 130 Zevenaar 195 Gemert

Sommige plaatsnamen werden in die tijd anders geschreven dan nu. Hier en daar is in bovenstaande tabel de moderne naam tussen haakjes toegevoegd en in een enkel geval is de spelling gemoderniseerd. Roosendaal werd toen bijvoorbeeld geschreven als Rozendaal, maar dat kan verwarring wekken met Rozendaal bij Arnhem (dat overigens geen puntstempel had).

De stempels 6 en 66 kregen oorspronkelijk een extra punt om ze te onderscheiden van 9 en 99. Toen deze stempels werden vervangen, liet men de extra punt vallen, zodat bij een losse zegel vaak moeilijk te zien is of het stempel 6 of 9, 66 of 99 is.

Puntstempels in de Nederlandse koloniën

[bewerken | brontekst bewerken]
Postzegel met het zeldzame puntstempel 114 van Nederlandsch-Indië: Rantau Prapat op Sumatra
Deense postzegel met het stempel 1 van Kopenhagen
Ruitvormig stempel met grote cijfers op een Franse zegel. Nummer 293 werd gebruikt in Bains-en-Vosges
Een van de ruitvormige stempels die tussen 1856 en 1867 in gebruik waren in het Hertogdom Brunswijk
Ruitvormig stempel met kleine cijfers op een Franse zegel. Nummer 1152 werd gebruikt in Duinkerke
Postzegel met een 'molenradstempel' uit het Koninkrijk Beieren. Stempel 441 hoorde bij Pottenstein
Ruitvormig stempel voor een postkantoor in Ierland. Nummer 70 werd gebruikt in Boyle
Russische postzegel met het rechthoekige nummerstempel 44, gebruikt in Dvinsk (Duits: Dünaburg, nu Daugavpils in Letland)
Russische postzegel met het stempel van bijpostkantoor 1 in Sint-Petersburg

Tussen 1 januari 1874 en 14 april 1893 werden ook in Nederlands-Indië (toen nog geschreven als Nederlandsch-Indië) puntstempels gebruikt. De uitgifte gebeurde niet systematisch in alfabetische volgorde. Zo staat puntstempel 1 voor Weltevreden en puntstempel 120 (de laatste van de reeks) voor Toeren (nu Turen bij Malang).

Ook in de Nederlandse Antillen en Suriname werd een beperkt aantal puntstempels gebruikt: de nummers 201 t/m 203 op de Antillen, nummer 204 in Paramaribo, de nummers 205 t/m 207 op schepen van de Koloniale Vaartuigendienst in Suriname en de nummers 208 en 209 weer op de Antillen.

Nummerstempels in andere landen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de tijd dat Nederland puntstempels gebruikte, waren ook in andere landen stempels met een nummercode in gebruik. Eén land, IJsland, gebruikte ze zelfs nog in de twintigste eeuw.

In Denemarken werden stempels gebruikt met een nummer in drie concentrische cirkels. Nummer 1 hoorde bij Kopenhagen.

In verschillende landen waaruit in 1871 het Duitse Rijk ontstond, waren nummerstempels (Duits: Nummernstempel) in gebruik. De afbeeldingen laten stempels uit het Hertogdom Brunswijk en het Koninkrijk Beieren zien, maar daarnaast had bijvoorbeeld Pruisen stempels met nummers in vier en Baden stempels met nummers in vijf concentrische cirkels.

In Frankrijk waren tussen 1862 en 1872 puntstempels in gebruik in twee typen: met grote en met kleine cijfers (Frans: cachets oblitérants à gros chiffres, respectievelijk à petits chiffres). De vorm van de stempels was een ruit, die, anders dan in Nederland en Rusland, niet was afgeknot.

Groot-Brittannië

[bewerken | brontekst bewerken]

In Groot-Brittannië werden tussen 1840 en 1853 stempels gebruikt waarin het nummer was uitgespaard in een patroon van lijntjes (Engels: numerical cancellation of numeral cancellation). Dat patroon was ellipsvormig voor plaatsen in Engeland en Wales, rechthoekig voor plaatsen in Schotland en ruitvormig voor plaatsen in Ierland (tot 1921 hoorde de huidige Ierse republiek nog bij Groot-Brittannië).

Tussen januari 1858 en december 1863[3] werden in het Keizerrijk Rusland nummerstempels gebruikt. Om de nummers heen stonden vette punten in verschillende patronen:

  • Rond voor provinciehoofdsteden. Sint-Petersburg had het nummer 1, Moskou het nummer 2, en de volgende plaatsen waren alfabetisch, vanaf Archangelsk met nummer 3 tot en met Jaroslavl[4] met nummer 60.
  • Ellipsvormig voor negen belangrijke grenssteden.
  • Rechthoekig voor hoofdsteden van oejezden. Deze stempels werden in willekeurige volgorde verstrekt, net als de volgende typen. De nummers liepen van 1 tot en met 608.
  • Een afgeknotte ruit voor dorpen. Deze stempels lijken erg op de Nederlandse puntstempels, alleen zijn de punten ronder.
  • Een afgeknotte driehoek voor poststations.
  • Zeshoekig voor postkantoren in de trein ('postwagons').

Tussen 1880 en 1905 gebruikten de bijpostkantoren in Sint-Petersburg cirkelvormige stempels met in de cirkel een geometrische figuur en daarin het nummer van het bijkantoor. De figuur varieerde: bij kantoor 1 was het bijvoorbeeld een vierkant, bij kantoor 5 een davidster, bij kantoor 13 een driehoek.

In Moskou waren soortgelijke stempels in gebruik, maar daar was de buitenste figuur een ellips in plaats van een cirkel.

  • P.R.Bulterman, De Poststempels van Nederlands Indië 1864-1950, Davo, Deventer, 1981.
  • D.C. Hoogerdijk, Speciaalcatalogus van de puntstempels van Nederland, Van Dieten, Den Haag, 1979.
  • A.V. Kiryushkin en P.E. Robinson, Russian Postmarks: An Introduction and Guide, J. Barefoot Ltd., York, 1989, blz. 16-32.
  • H. Koopman, Catalogus puntstempels van Nederland, Wiggers de Vries, Amsterdam/Van Dieten, Den Haag, 1981.
  • NVPH-catalogus, de hoofdstukken 'Nummerstempels van Nederland' (waaraan de bovenstaande tabel van puntstempels is ontleend) en 'Nummerstempels Nederlands Indië'.
  1. a b c d Spoorwegpostkantoor
  2. a b c Legerkamp
  3. Bij de postwagons en poststations bleven de nummerstempels nog tot in 1882 in gebruik
  4. Russisch: Ярославль; de Я ('ja') is de laatste letter in het Cyrillische alfabet
[bewerken | brontekst bewerken]