Sinterklaasfeest

Voor het personage, zie: Sinterklaas, voor de internationale viering: Sint-Nicolaasdag.
Sinterklaasfeest
Sinterklaasintocht in Gent
Sinterklaasintocht in Gent
Andere namen Sint-Nicolaas
Gevierd in Vlag van Nederland Nederland
Vlag van België België
Vlag van Duitsland Duitsland
Vlag van Aruba Aruba
Type Kinderfeest
Datum 5 en 6 december
Verwant met Sint-Nicolaasdag

Het sinterklaasfeest is een jaarlijks volksfeest rond de folkloristische figuren van Sinterklaas en Piet dat op 5 december in Nederland en op 6 december (Sint-Nicolaasdag) in België wordt gevierd. De sinterklaastijd vangt half november aan met de intocht van Sinterklaas op de eerste zaterdag na 11 november Sint-Maarten, gevolgd door een periode van de schoen zetten tot aan het feest zelf.

Het volksfeest als zodanig heeft een zeer oude oorsprong die voor zover bekend teruggaat tot de middeleeuwen, vanuit de in veel Europese landen gevierde Sint-Nicolaasdag. Sint-Nicolaas is een heilige figuur uit de christelijke religie.

Een zwarte knecht als vast onderdeel van de viering is voor het eerst uitgebeeld in het prentenboekje Sint Nikolaas en zijn knecht uit 1850 van Jan Schenkman, daar als zwarte page. De figuur is als Sint Piter (verbastering van Petrus) van oudere oorsprong.

Het sinterklaasfeest wordt op brede schaal gevierd, maar dat was niet altijd zo. Sinterklaas was lange tijd niet welkom in orthodox-christelijke milieus vanwege de katholieke oorsprong van het feest.[1]

Voor de vorming van de hedendaagse Sinterklaas, zie Sinterklaas.
Zie Intocht van Sinterklaas voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Sinterklaas onderweg van de boot naar het gemeentehuis in Groningen, waar hij wordt ontvangen door de burgemeester in 2015

De intocht van Sinterklaas met zijn gevolg is het officiële sein voor kinderen dat ze vanaf dat moment hun schoen mogen klaarzetten. Een intocht kan worden voorafgegaan door een aankomst waarbij Sinterklaas per stoomboot arriveert uit Spanje, maar ook andere vervoermiddelen zijn niet ongewoon. De intocht zelf vindt plaats op de schimmel van Sinterklaas of lopend.

De allereerste intocht van Sinterklaas vond plaats in 1888, in Venray. Dit gebeurde op 6 december, de datum waarop tegenwoordig het sinterklaasfeest eindigt.[2] In Amsterdam wordt sinds 1934 een centraal georganiseerde jaarlijkse intocht van Sinterklaas gehouden.

Op de nationale televisie wordt de landelijke intocht van Sinterklaas uitgezonden. In België komen Sinterklaas en zijn hele gevolg elk jaar aan in Antwerpen, wat rechtstreeks wordt uitgezonden op Eén of Ketnet onder de naam Hij komt, hij komt... De intrede van de Sint. In 2003 had de intocht per uitzondering plaats in Oostende.

In Nederland en België vindt de intocht plaats half november op de eerste zaterdag na Sint-Maarten (11 november). De plaatselijke intochten zijn meestal dezelfde middag als de landelijke intocht, maar in het zuiden van Nederland en in België vaak ook de zondag daaropvolgend.

In 2020 en 2021 werden in Nederland en België vanwege de coronacrisis de landelijke intochten van tevoren opgenomen zonder publiek en werden veel plaatselijke intochten afgelast.

In sommige plaatsen in Nederland wordt sinds begin 21e eeuw ook een uittocht van Sinterklaas gehouden op 6 december. Dit is onder andere het geval in Scheveningen, Hoek van Holland en Wormer.

Schoen zetten

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Schoen zetten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Er bestaan twee versies van Het Sint-Nicolaasfeest. Dit is de bekendste, nu in bezit van het Rijksmuseum Amsterdam. Het schilderij is gemaakt voor een katholiek. Het meisje krijgt een pop in de vorm van een heilige en snoepgoed, de jongen links heeft minder reden om blij te zijn. Rechts wijst iemand in de schoorsteen, waar de geschenken zouden zijn vandaan gekomen. (Jan Steen, circa 1663)

Kinderen zetten 's avonds hun schoen klaar vanaf de dag dat de Sint in het land is aangekomen. De volgende dag vinden de kinderen dan wat lekkers of een ander klein cadeau in hun schoen.

Traditioneel wordt de schoen bij de haard gezet, vanuit de gedachte dat Piet vanaf het dak door de schoorsteen naar binnen komt. Het wordt op prijs gesteld als de kinderen iets terugdoen. Daarom leggen ze vaak een tekening voor Sinterklaas en de Pieten in de schoen, of een wortel, hooi of suikerklontjes voor de schimmel van Sinterklaas. Ook zingen zij een of meerdere sinterklaasliedjes bij de schoen om Sinterklaas te verwelkomen.

Sinterklaasvieringen

[bewerken | brontekst bewerken]
Sint Nicolaas op schoolbezoek in Zwolle in 1952

Bij grotere bedrijven en verenigingen wordt vaak een sinterklaasfeest georganiseerd voor de kinderen van de ouders die er werken. Ook veel scholen geven een feest. Hierbij brengen Sinterklaas en een of meer Zwarte Pieten een bezoek aan een zaal met kinderen waarbij Sinterklaas op een podium enkele kinderen ontvangt. Sinterklaas heeft een groot boek waarin wordt bijgehouden wat de kinderen het jaar door hebben gedaan. Er wordt voor gezorgd dat ieder kind van Sinterklaas een cadeau ontvangt. Ook komt het voor dat er lootjes worden getrokken en de kinderen surprises moeten maken die dan tijdens het sinterklaasfeest worden uitgepakt. Vaak wordt het zo geregeld dat ook de kinderen een geschenk krijgen waarvan de ouders daar onvoldoende geld voor hebben.

Gedicht wordt voorgelezen op pakjesavond

Pakjesavond (ook Sinterklaasavond) wordt gehouden op of rond de avond voor Sint-Nicolaasdag en wordt vaak gevierd met de familie. Pakjesavond is vooral typisch voor de Nederlandse versie van het sinterklaasfeest. Op pakjesavond worden veelal sinterklaasliedjes afgespeeld of gezongen, er wordt samen gegeten, er zijn zoete snaperijen en appels en mandarijnen. De pakjes gaan soms vergezeld van een gedicht dat vooraf door de ontvanger van het geschenk hardop moet worden voorgelezen. Veel gegeven geschenken zijn de speculaaspop en chocoladeletter. Soms bezoekt Sinterklaas de kinderen thuis, alleen of met Zwarte Pieten, en met een zak vol cadeautjes. Als er weinig tijd is, wordt alleen op de deur gebonsd en de zak of mand buiten neergezet.

Pakjesavond wordt al afgebeeld op een schilderij van Jan Steen omstreek 1636, de geschenken zijn door de schoorsteen afgeleverd in een schoen van de kinderen. In een huishoudboek uit 1638 van Maria van Nesse, een rijke vrouw uit Alkmaar, zijn geschenken voor haar twee nichten beschreven, doen het Sinter Nicolaes was.[3]

Zoals pakjesavond tegenwoordig wordt gevierd is een verschijnsel van na de Tweede Wereldoorlog. Oorspronkelijk was het de avond waarop Sinterklaas in de nacht de cadeautjes brengt waarbij de kinderen op de zesde december ze in de ochtend aantreffen. Liedjes worden hierbij gezongen op de avond dat kinderen hun schoentje zetten. In België is een dergelijke viering gebruikelijk. De schoen zetten op pakjesavond was in veel gezinnen vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk. Dit ceremonieel was aanvankelijk omgeven door een sfeer van geheimzinnigheid.

Door de toenemende welvaart na de oorlog kwam echter meer ruimte voor een geefcultuur. Ouders gaven hun kinderen in eerste instantie zelfgemaakte cadeaus en tegenwoordig gekochte cadeautjes. Ook volwassenen geven elkaar sindsdien, meestal anoniem, vaak geschenken met pakjesavond, al dan niet voorzien van een sinterklaasgedicht of verpakt als 'surprise'. Deze vorm van vieren, met gedichten en 'surprises', is meer gebruikelijk in Nederland dan in België.[bron?] Vaak wordt door middel van lootjes trekken anoniem bepaald voor wie men een cadeautje moet kopen. Een bijzondere variant is het sinterklaasdobbelen.

Zweep, geweer en hobbelpaard, trom, trompet, chacot en zwaard.
Poppen en soldaten,
boek met mooie platen.
Geeft de grote kindervriend
Sint Niklaas aan 't zoete kind
Prent-historietjes voor kleine kinderen, 1857

Sinterklaasliedjes

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Sinterklaaslied voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Meisje zingt sinterklaasliedje met klomp voor de kachel, Nationaal Archief, 1959

Sinterklaasliedjes worden gedurende de hele sinterklaastijd gezongen, met name tijdens de aankomst en de intocht van Sinterklaas, bij het zetten van de schoen, tijdens een bezoek van Sint en Piet, en aan het begin van pakjesavond. Het zingen voor Sinterklaas is een van de belangrijkste gewoonten die met dit folkloristische feest verbonden zijn.

De oudste heiligenliederen over Sint-Nicolaas stammen uit de zestiende en zeventiende eeuw. In de zeventiende en achttiende eeuw waren liedjes over de Sint als huwelijksmaker wijdverbreid. In de negentiende eeuw werden er een aantal bestaande volksliedjes over Sinterklaas opgetekend, zoals 'Sinterklaas goed heiligman', 'Sinterklaas kapoentje' en 'Sinterklaasje bonne bonne bonne'. De huidige traditionele sinterklaasliedjes stammen vrijwel geheel uit de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Het gaat om liedjes van tekstdichters als J.P. Heije ('Zie, de maan schijnt door de bomen'), Jan Schenkman ('Zie, ginds komt de stoomboot / Uit Spanje weer aan') en Katharina Leopold ('O, kom er eens kijken / Wat ik in mijn schoentje vind').

Sinterklaasfiguren in suikergoed, speculaas, poppen van marsepein, pepernoten, borstplaat en banketletters, 1 november 1972
Koekplank voor het maken van een speculaaspop van Sinterklaas, 18e eeuw

Sinterklaas is een feest met veel zoetigheden en van oudsher ook appels en mandarijnen. Speciaal voor het feest is strooigoed dat op straat wordt uitgedeeld of binnen wordt gestrooid door Zwarte Pieten. Veel zoetigheden zijn typisch voor het sinterklaasfeest:

Bij Sinterklaas wordt soms Bisschopswijn gedronken.

In november 2007 stelde het Nederlands Centrum voor Volkscultuur (VIE), tegenwoordig bekend als het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, voor om van 5 december een nationale feestdag te maken, met als argument dat het sinterklaasfeest het meest populaire volksfeest van Nederland was. In 2013 werd het Nederlandse sinterklaasfeest ingediend bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed. Dit centrum moest het feest goedkeuren, zodat het geplaatst kon worden op de Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed Nederland. Het sinterklaasfeest was al eerder op de Belgische nationale inventaris geplaatst.[4] Op 15 januari 2015 plaatste het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed het sinterklaasfeest, met de figuren Sinterklaas en Zwarte Piet, op de inventarisatielijst. Zij deden dit op voordracht van Stichting Sint en Pietengilde.[5]

Regionale varianten

[bewerken | brontekst bewerken]

Het sinterklaasfeest wordt in vrijwel geheel België en Nederland gevierd. In de Nedersaksische dialecten van Noordoost-Nederland wordt Sinterklaas Sunterklaos, Sunderklaos of Sunneklaos genoemd, zoals in het aangrenzende Noord-Duitsland. In het Limburgs heet hij Sinterklaos.

In Grouw (Grou) in Friesland viert men op 21 februari Sint Piter. De broers Joost Hiddes Halbertsma en Eeltje Halbertsma (bekende volksschrijvers uit de 19e eeuw) beschrijven het feest, waarbij Sint Piter een zijden doek om het gezicht draagt en krakelingen uit Hamburg, koek, speelgoed en appels aan de kleding genaaid heeft. Hij vraagt of er stoute kinderen zijn, die meegenomen worden in de zak (zie ook man met de zak) en strooit met pepernoten als hij vertrekt. E. Halbertsma vermeldt dat in zijn jeugd tijdens Sint Pieter snoep werd uitgedeeld aan jongeren die met rommelende kettingen (of iets anders) lawaai maakten bij de deuren van huizen.[6]

In Deventer was het tot en met 2010 traditie dat de intocht van Sinterklaas op 5 december plaatsvond. Sint-Maarten wordt soms bijgestaan door een Zwarte Piet, zoals in Venlo[7] en in de streek rond Veurne en Ieper, zie ook overlapping met sinterklaasfeest

In het noorden van Italië wordt in sommige streken het Luciafeest gevierd met raakvlakken met het sinterklaasfeest.

Op de Waddeneilanden wordt het sinterklaasfeest vanouds op een andere manier gevierd. Hier kent men rond 5 december Sunterklaas of Sunneklaas. In de straten lopen de mannen gemaskerd en verkleed als 'Sunneklazen', 'Klaasomes', 'Sunderums' of 'Sunterklazen' rond. Vrouwen en kinderen moeten binnenshuis blijven. Wie buiten komt krijgt 'slaag'. De uitdaging is, om toch buiten te lopen en de mannen te ontwijken. Op Ameland zijn de baanvegers, Oude Sinterklazen en omes bekend. Op Terschelling vegen de streetfegers de straten leeg voordat de Sunderums (Sintheer-omes) de huizen bezoeken. Op Schiermonnikoog wordt Klozum (Klaasoom) gevierd, hier doen ook vrouwen mee aan de maskerade. Op Texel wordt, precies een week na het sinterklaasfeest, het feest Ouwe Sunderklaas gehouden. Verkleed en gemaskerd voeren de dorpsbewoners op straat toneelstukjes op, waarin gebeurtenissen van het achterliggende jaar op de hak worden genomen. Volgens achterhaalde theorieën uit de 19e en 20e eeuw ging het om een heidens feest, bedoeld om de boze geesten te verjagen. Het gebruik stamt waarschijnlijk eerder uit de 17e en 18e eeuw, toen een groot deel van de mannelijke bevolking van het vroege voorjaar tot laat in de herfst werkzaam was op de Hollandse vloot of als walvisvaarders. Het sinterklaasfeest markeert hun thuiskomst.[bron?] Het feest was tevens bekend in Zoutkamp, vermoedelijk ook in Harlingen en op de Duitse Waddeneilanden.

In het door Nederlandse emigranten gestichte stadje Friedrichstadt in Sleeswijk-Holstein werd het feest tot in de 19e eeuw gevierd. Typerend was het verloten van speculaas, dat ook uit de Zaanstreek en Oost-Friesland bekend is.

Op de Duitse Waddeneilanden kende men tot in de 19e eeuw gemaskerde gestalten zoals op de Nederlandse Wadden, bijvoorbeeld de Klaasohms op Borkum en soortgelijke gebruiken op Helgoland. In Noord-Friesland kende men het Hulken op het eiland Amrum en het Rummelpottlaufen, zich verkleden en maskers dragen op Sylt en Föhr, maar dan in de tijd rond kerst en Nieuwjaar. Op Wangerooge was Sunnerklaus een verklede en gemaskerde persoon, die kleine kinderen op kerstavond schrik aanjoeg.[noten 1]

Midden-Friesland

[bewerken | brontekst bewerken]

In Midden-Friesland wordt het 'Sinte Klaze-jeijen' genoemd.[8] Eén lange witte figuur met masker en een kleinere figuur met een zwart gemaakt gezicht en met zak en roe, gingen langs de huizen en vroeg of er stoute kinderen waren. Na het strooien van wat pepernoten kregen zij dan een kleine vergoeding.

Duitse grensstreek

[bewerken | brontekst bewerken]

In de grensgebieden wordt op sommige plekken ook het sinterklaasfeest gevierd. In de Duitse stad Bremen, die vanwege het gereformeerd protestantisme oude banden met Nederland heeft, vieren de kinderen op 6 december het feest van Sünnerklaas. Een Zwarte Piet of Sinterklaas is hier echter niet bij. De kinderen lopen van winkel tot winkel, waarbij ze liedjes zingen en rijmpjes opzeggen. Daarvoor krijgen ze cadeautjes. Vroeger waren deze liedjes in het Nederduits, maar sinds de jaren zestig van de 20e eeuw verdween deze traditie en zongen ze voortaan in het Hoogduits.

Ook in de gereformeerd-protestantse delen van Oost-Friesland wordt het kinderfeest gevierd; in Emden en Greetsiel komen de Sint en zijn Pieten per boot aan. In het aan Nederland grenzende Rheiderland richten de bakkers speciale etalages met snoepgoed in, een gebruik dat aan Nederlandse kant van de grens is verdwenen. In het vanouds Friestalige en katholieke Saterland wordt de Sint vergezeld door engelen. Vroeger werd het sinterklaasfeest ook gevierd in het lutherse Jeverland, in Butjadingen en op Helgoland, en verder in de katholieke districten Vechta en Cloppenburg.[9]

In de Duitse gemeente Blomberg is Sinterklaas sinds 1965 een begrip. Deze zogenaamde Blombergse Sinterklaas is overgewaaid uit Nederland.

Hoewel in de loop der eeuwen veel Nederlanders naar Zuid-Afrika zijn geëmigreerd, is het sinterklaasfeest er niet in de cultuur ingebed geraakt. Incidenteel wordt het wel gevierd, maar voor een duiding van het feest wordt naar de Nederlandse traditie gewezen.

De Amerikaanse Santa Claus is gebaseerd op Sinterklaas en de Engelse Father Christmas.

  • Bij wijze van grap heeft het Nederlands Normalisatie-instituut een norm gemaakt waarin op humoristische wijze is vastgelegd hoe Sinterklaas gevierd dient te worden, NEN 0512 genaamd.
  • Een vroege optekening van het sinterklaasfeest in zijn huidige vorm is te lezen in Eline Vere, de debuutroman van Louis Couperus uit 1889.
  • Het koekvergulden voor Sinterklaas wordt door Hildebrand omstandig omschreven in zijn werk Camera Obscura (de familie Kegge) uit 1839.
  • Dick Maas bracht in 2010 de horrorfilm Sint uit, waarin hij voor het sinterklaasfeest een geheel nieuwe herkomst verzint.
  • Voor een oud-Germaanse oorsprong bestaan geen aanwijsbare bronnen.
  • In Spanje wordt Driekoningen gevierd op een manier vergelijkbaar met de Sinterklaasviering. De Drie Wijzen en hun gevolg worden feestelijk ontvangen tijdens de Driekoningenoptocht en ze nemen cadeautjes mee voor de kinderen. Bij volwassenen wordt dit vaak gecombineerd met een klein grapje in de vorm van een cadeautje.[10]
  • In Iran bestaat een eeuwenoude traditie waarbij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar gevierd wordt met een oude grijsaard die het oude jaar verbeeldt en een jonge donker geschminkte rebel, Hajji Firuz, die voor het nieuwe jaar staat. Deze feestdag als traditie is in 2010 door de VN beschermd.[11]
[bewerken | brontekst bewerken]
Op andere Wikimedia-projecten