Sinus urogenitalis

Sinus urogenitalis van vrouwelijk menselijk embryo van acht en een half tot negen weken oud (vanaf de bevruchting).
Tijdlijn van normale cloacale compartering bij de muis (A), en geen cloacale septatie bij het Bmp7 nul-embryo (C vergelijk met B). urorectaal mesenchym (urm), urethrale plaat (up) en genitaal ectoderm (ge) worden in blauw weergegeven. Cloaca-endoderm in groen. hg: einddarm, bl: blaasprimordium, gm: genitaal mesenchym, cl: cloaca, ur: sinus urogenitalis, r: rectum, an: anus, clm: cloacamembraan
Vergrote weergave vanaf de voorkant van een links voorkomende gonade vóór de vorming van de verschillen tussen de geslachten.

a, b, c, d. Buisvormige structuur van de gonade.
e. Gang van Wolff.
f. Het bovenste uiteinde.
g. Het einde ervan in x, de sinus urogenitalis.
h. De gang van Müller.
i. Het bovenste, trechtervormige uiteinde.
k. Het onderste uiteinde eindigt in de sinus urogenitalis.
l. De genitale klier.

De sinus urogenitalis[1] is een deel van de cloaca dat alleen aanwezig is tijdens de ontwikkeling van het urogenitaal stelsel en de voortplantingsorganen bij zoogdieren met een placenta. Het is het ventrale deel van de cloaca, gevormd nadat de cloaca zich scheidt van het urogenitale kanaal (canalis analis) tijdens de vierde tot en met zesde week van de embryonale ontwikkeling.[2]

Tussen week 4-6 (gerekend vanaf de laatste menstruatie) van de embryonale ontwikkeling bij de mens sluiten de gangen van Wolff aan op de sinus urogenitalis, aan de dorsale kant van de (toekomstige) blaas.

De sinus urogenitalis wordt door de tussenliggende gangen van Müller en gangen van Wollf in drie delen verdeeld.

  • Bij het mannelijke embryo is de sinus urogenitalis verdeeld in de drie regio's: boven, bekken en fallus. De bovenste regio geeft aanleiding tot de urineblaas en de bekkenregio geeft aanleiding tot de prostaat- en membraandelen van de urinebuis,[2] de prostaat en de Cowperse klieren. De fallusregio geeft aanleiding tot de vorming van het sponsachtige (bulbaire) deel van de urinebuis en de urinebuisklieren.
  • Bij het vrouwlijke embryo geeft het bekkendeel van de sinus urogenitalis aanleiding tot de bulbi sinovaginales, structuren die uiteindelijk het onderste tweederde van de vagina zullen vormen. Dit proces begint wanneer de onderste punt van de gangen van Müller, de structuren die uiteindelijk de uterus en fornix uteri zullen vormen, in contact komen met de sinus urogenitalis. Kort daarna vormen de bulbi sinovaginales zich als twee vaste uitlopers van de sinus urogenitalis. Cellen in deze bulbi sinovaginales delen zich om een vaste vaginale plaat te vormen, die zich verlengt en vervolgens een gang vormt voor het vormen van het onderste deel van de vagina.[2] De vrouwelijke sinus urogenitalis geeft ook aanleiding tot de urinebuis, vaginaal vestibulum, de para-urethrale klieren en de klieren van Bartholin.

Niet-primaten

[bewerken | brontekst bewerken]

De sinus urogenisalis bij niet-primaten is homoloog aan het vaginaal vestibulum bij primaten.

Klinische betekenis

[bewerken | brontekst bewerken]

Een sinus-urogenitalisafwijking is een zeldzame geboorteafwijking bij vrouwen waarbij de urinebuis en de vagina beide in een gemeenschappelijk kanaal uitmonden.[3][4]

Een blijvende cloaca is een aandoening waarbij het rectum, de vagina en de urinewegen samenkomen en samensmelten, waardoor een cloaca ontstaat, een enkel gemeenschappelijk kanaal.[5]

Zie de categorie Urogenital sinus van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.