Strandkweek

Strandkweek
Strandkweek
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:Eenzaadlobbigen
Clade:Commeliniden
Orde:Poales
Familie:Poaceae (Grassenfamilie)
Onderfamilie:Pooideae
Geslachtengroep:Triticeae
Geslacht:Elytrigia (Kweekgras)
Soort
Elytrigia atherica
(Link) Kerguélen
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Strandkweek of zeekweek (Elytrigia atherica, synoniemen: Elytrigia pungens, Elymus pungens, Agropyron pungens, Agropyrum maritimum, Triticum pungens, Elymus pycnanthus, Elytrigia acuta, Thinopyrum pycnanthum, Triticum littorale)[1] is een overblijvend kruid, die behoort tot de grassenfamilie (Poaceae). Het groeit op zonnige, open plaatsen op droge tot vaak vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, zoete tot vrij zilte, stuivende, omgewerkte of stenige grond. Strandkweek komt voor op zeedijken, kwelders, langs waterkanten van brakke kreken, in zeeduinen en bermen. Strandkweek komt voor langs de Zuid- en West-Europese kusten.

De plant wordt 30 - 120 cm hoog en vormt wortelstokken. De grijsblauwe, 2,5-10 mm brede bladeren zijn sterk geribd. De deels driehoekige, deels afgeplatte ribben zitten dicht tegen elkaar. Op de ribben en aan de rand zitten stekeltjes. De bladscheden van de middelste en onderste bladeren hebben aan een zijde aanliggende wimperharen. Het fijn getande tongetje is 0,7 mm lang.

Strandkweek bloeit van juni tot in augustus. De bloemen zijn tweeslachtig. De rechtopstaande bloeiwijze is vaak dicht en wittig aangelopen. De lengte van de aren is 7-25 cm. De aaras is niet breekbaar. De zittende, 1-2 cm lange aartjes, bestaan uit drie tot tien bloemen en vallen bij rijpheid uit de bloeiwijze. De spitse, 13 mm lange kelkkafjes hebben vier tot zeven nerven. Het onderste, stomp of stekelpuntig kroonkafje is 14 mm lang en het bovenste, stomp of stekelpuntig en 8,5 mm. De helmknoppen zijn 5-7 mm lang. De stijl heeft twee stempels.

De vrucht is een 13 mm lange graanvrucht.

Het aantal chromosomen 2n = 56.[2]

Zandkweek lijkt veel op strandkweek, maar heeft geen wimperharen op de bladschede.

Het groeit langs Zuid- en West-Europese kusten, noordelijk tot aan de Deense zuidwestkust. Mogelijk komt het ook voor aan rivieroevers in de Alpen.

In Nederland is het een algemene soort langs de kust, in Zeeland en plaatselijk langs het IJsselmeer. Elders komt het soms voor via aanvoer van duinzand. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. In België is het algemeen langs de kust en zeldzaam in het binnenland (vooral langs rivieren).

Plantengemeenschap

[bewerken | brontekst bewerken]

Strandkweek is een kensoort voor de strandkweek-associatie (Atriplici-Elytrigietum pungentis), een plantengemeenschap van buitendijkse, hoge schorren.

[bewerken | brontekst bewerken]