Symfonie nr. 8 (Aho)

Symfonie nr. 8
8. Synfonie yhteisön ja yksilon tragedia ja sen sovitus
Componist Kalevi Aho
Soort compositie symfonie
Gecomponeerd voor orgel en orkest
Compositiedatum 1993
Première 4 augustus 1994
Duur 50 minuten
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Kalevi Aho voltooide zijn Symfonie nr. 8 in 1993.

De symfonie kwam tot stand op verzoek van het Symfonieorkest van Lahti. Dat orkest nam destijds voor BIS Records (bijna) alle symfonieën op van Aho, maar ook werken die daarbij pasten. Voor de uitgave in 1994 van het werk Pergamon zocht het orkest en het platenlabel een stuk dat daar bij paste. Dat is niet eenvoudig, want het werk gaat over een godenstrijd en klinkt zeer dynamisch. Aho had ook geen stuk voorhanden, maar begon aan een nieuw werk. De ondertitel wijst op het feit dat Aho nu de mens als uitgangspunt nam: "De tragedie van de samenleving en het individu, verbeeld door muziek".

Op 4 augustus 1994 zat organist Hans-Ola Ericsson achter het orgel en leidde Osmo Vänskä de eerste officiële uitvoering van het werk, tijdens de orgelweken van Lahti. De symfonie werd echter op 23 en 25 mei 1994 al vastgelegd voor de BIS-uitgave.

In maart 1994 waren de intermezzi al te horen onder de titel Kolme interludia uruille (Drie intermezzi voor orgel), Hans-Ola Ericsson speelde ze toen in Kopenhagen.

De symfonie bestaat uit negen delen, die achter elkaar doorgespeeld worden:

  1. Introductie
  2. Scherzo I
  3. Intermezzo I
  4. Scherzo II
  5. Intermezzo II
  6. Scherzo III
  7. Intermezzo III
  8. Epiloog

Aho gaf dan wel aan dat hij een stuk wilde schrijven dat tegenover Pergamon stond, voor wat betreft klank en dynamiek verschilt het er weinig van. De symfonie begint zacht met stilte en een losse toon in de orgelpartij. Dan is ook meteen het hoofdthema van de muziek te horen, de slagen op de grote trom. De scherzos zijn enigszins van vrolijker klank, maar met name in Scherzo III breekt de hel los, met felle slagen op de kleine trom in het thema van de grote trom. De intermezii zijn voor het orgel. Na deze climax valt de muziek in Intermezzo 3 geheel stil. Het licht breekt door en er is minutenlang één akkoord te horen (B majeur). De muziek, voornamelijk orgel hier, klinkt door de lichtheid als een Moog-synthesizer. Er vindt nog een akkoordenwisseling plaats naar Cis majeur, maar de lichtheid van klank blijft en de symfonie gaat als een nachtkaars uit.