Tuinwijk (Groningen)
Wijk van Groningen | |
---|---|
Kerngegevens | |
Provincie | Groningen |
Gemeente | Groningen |
Coördinaten | 53°13'44,4"NB, 6°33'7,9"OL |
Oppervlakte | 0,15 km² |
Inwoners (2012) | 1560[1] |
De Tuinwijk is een vooroorlogse wijk in Groningen, met een eigen karakter. Het ligt ten noorden van het centrum, ingeklemd tussen Paddepoel, Selwerd en de Noorderplantsoenbuurt. De grens van de wijk loopt vanaf het Noorderstation via de spoorlijn tussen de Dierenriemstraat en de Bessemoerstraat door naar de Wilgenlaan, dan via de Magnoliastraat tussen de Studentenlaan en Kastanjelaan door terug naar het Noorderstation. De wijk is aan het begin van de 20e eeuw gebouwd met typische tuindorp-kenmerken in een gebied waar voordien moestuinen buiten de vesting van de stad waren.
De Tuinwijk bestaat uit twee deelgebieden, gescheiden door de Moesstraat: de Concordiabuurt en de Studentenbuurt. De twee gebieden hebben elk een heel eigen sfeer. De Tuinwijk biedt huisvesting aan een bonte mix van bewoners, zoals starters, jonge bewoners, gezinnen en studenten[2].
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]De Moesstraat is al in de 17e eeuw aangelegd als verlengde van de weg vanaf de stadspoort in de Oude Boteringestraat naar de stadsrand, welke in de 17e eeuw al het terrein van talloze moestuinen was, gelegen bovenop de vruchtbare uitloper van de Hondsrug aan de Noordwestkant van de stad Groningen[3]. Toen die langzamerhand grotendeels bebouwd werden, bleven de moestuinen buiten de vesting, de plek waar nu de Noorderplantsoenbuurt en de Tuinwijk staan, nog over. Officieel maakte dit stuk van de Moesstraat niet eens deel uit van de gemeente Groningen. Er werd zelfs een apart dialect in de Moesstraat gesproken, dat niet op het Stadsgronings, maar veel meer op het Hogelandsters leek. Vanaf de vestingwerken had de straat ook helemaal een dorpskarakter. Er waren meerdere cafés, zoals De Zoutkamp en De Tuinbouw. Vooral in café De Tuinbouw werd de verhuur van de tuinderijen langs de Moeestraat geregeld.
De stadjers kwamen nauwelijks in de Moesstraat, de tuinders (moeskers) brachten hun producten zelf in de stad aan de man. Met name de vrouwen, gekleed in lange zwarte rokken met een wit schort en zwarte kralen om de hals, liepen dan achter de door een bok getrokken groente- of melkkar de stad in. De hele straat behield in de 18e en grotendeels de 19e eeuw het dorpse karakter. De enige aanleiding voor stadjers om er toch te komen was het feit dat de straat deel uitmaakte van een soort wandelroute, die in de Bessemoersteeg (nu Bessemoerstraat) begon en (vanaf 1827 om de Noorderbegraafplaats heen) doorliep tot aan de Moesstraat. Sinds 1834 kon men de tocht voortzetten langs het zogenaamde Studentenpad. In dat jaar werd een strook land van de Moesstraat tot aan het Selwerderdiepje aan de stad geschonken om daar dit wandelpad aan te leggen. Het dorpse karakter van de Moesstraat veranderde vanaf 1880 flink. In 1883 werd de spoorlijn naar Delfzijl aangelegd en in 1906 verrees de rooms-katholieke Heilige Hartkerk met klooster en schoolgebouwen aan de Moesstraat.
De huidige Tuinwijk werd in hoofdzaak gebouwd tussen 1917 en 1940. Het eerste complex aan de Radijsstraat-noordzijde werd door een particuliere investeerder gebouwd in 1917/1918. Daarna zette de Christelijke woningstichting Patrimonium, in het kader van de nog vrij nieuwe woningwet uit 1901, in 1920 een groot complex aan de Radijstraat Zuidzijde. Kort daarop, tussen 1922 en 1926, bouwde de socialistische woningcorporatie Samenwerking (later In, nu Lefier) de Studentenbuurt. In dezelfde tijd werd door de katholieke woningcorporatie Concordia (nu De Huismeesters), die was opgericht door de pastoor van de Heilige Hartkerk in de Moesstraat, de Concordiabuurt gebouwd. Rond 1939/1940 werd de wijk afgemaakt door particuliere investeerders, die complexen bouwden langs de Mutua Fidesstraat en de Klaas de Vriezestraat.
In 1960 vatte het gemeentebestuur het plan op om de hele wijk te slopen, wat er wegens de woningnood niet van kwam. Wel liep vanaf 1964 de wijk nogal leeg, omdat veel bewoners naar de omringende nieuwe wijken Paddepoel en Selwerd vertrokken. In 1975 besloot het toenmalige gemeentebestuur, onder leiding van Max van den Berg, de Tuinwijk niet meer te slopen, maar te renoveren. Patrimonium renoveerde als eerste het complex aan de Radijsstraat in 1975. Daarna volgde de Studentenbuurt en de Concordiabuurt. In 1980 waren deze renovaties klaar.
In 2007 is de Studentenbuurt opnieuw gerenoveerd, waarbij meerdere beneden- en bovenwoningen samengevoegd werden, en in februari 2011 is de renovatie van de Concordiabuurt afgerond.
Aan de Bessemoerstraat verrees in 1980 een Buurtcentrum, dat sindsdien meerdere keren werd uitgebreid en in 2008 gefuseerde met Buurtcentrum Sonde 2000 tot Buurtcentrum TuinPad.
Straten in de Tuinwijk
[bewerken | brontekst bewerken]Veel straatnamen in deze wijk hebben betrekking op tuinproducten (Concordiabuurt) of het Groninger studentenleven (Studentenbuurt). Midden door de Concordiabuurt loopt de Concordiastraat die aan deze buurt haar naam heeft meegegeven. In het oostelijke gedeelte van de wijk ligt de Studentenbuurt met straatnamen. De Studentenlaan, Magna Petestraat, Mutua Fidesstraat en Vindicatstraat zijn verwijzingen naar het Studentenpad, het pad om de Noorderbegraafplaats waar studenten plachten te flaneren, voor de bouw van de wijk.
|
|
Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- Website van de wijkvereniging Tuinwijk
- Informatie over de Tuinwijk op de website van de gemeente Groningen
- Website buurtcentrum TuinPad