Van Panhuys

Familiewapen Van Panhuys

Van Panhuys is een uit Zuid-Limburg afkomstig geslacht waarvan leden sinds 1814 tot de Nederlandse adel behoren.

De stamreeks begint met Servaes van den Panhuys die tussen 1437 en 1452 vermeld wordt als leenman van het hertogdom Limburg. Willem van Panhuys was in 1486 drossaard van Walhorn, een van de hoogbanken van Limburg. Een andere nakomeling van Servaes was Pieter van Panhuys, een van de inwoners van Antwerpen die na de val van deze stad in 1585 uitweken naar de Noordelijke Nederlanden. Hij geldt als de stamvader van de Leids-Utrechtse tak. Zijn kinderen maakten vanaf begin 17e eeuw deel uit van het patriciaat van plaatsen als Leiden, Schoonhoven en Amersfoort.[1]

In Maastricht en omgeving behoorden protestantse leden van de familie Van Panhuys tot de kleine clan van regentenfamilies, die namens de Staten-Generaal het Brabantse gezag in de tweeherige stad Maastricht vertegenwoordigden, en ook in Staats-Overmaas belangrijke bestuurlijke posities innamen.[2]

Met jhr. Abraham van Panhuys (1774-1847) waaiert de Zuid-Limburgse tak uit over andere delen van Nederland, met een zekere concentratie in de provincie Groningen.

Twee nazaten werden bij Souverein Besluit in 1814 benoemd in ridderschappen, twee anderen werden in 1815 en 1821 verheven in de Nederlandse adel. Aan jhr. Jan Ernst van Panhuys werd in 1874 de titel van baron bij eerstgeboorte verleend; de baronale titel verviel in 1909.

Tussen 1770 en 1883 waren leden van de familie eigenaar van kasteel Haeren te Voerendaal, Limburg.

Tussen 1884 en 1950 waren leden van de familie eigenaar van de borg Nienoord te Leek, Groningen.

Enkele telgen

[bewerken | brontekst bewerken]
Plantage 'Alkmaar', Commewijnedistrict, Suriname (aquarel Louise van Panhuys, 1813)
Zijaanzicht van de borg Nienoord in Leek
Kasteel Haeren in Voerendaal

Hendrik Æmilius van Panhuys (1694-1789), schepen van Maastricht, schout van Cadier, luitenant-drossaard van het land van Valkenburg