Ballacraine

Ballacraine en Ballaspur liggen vlak bij elkaar op de zuidwestelijke hoek van de Snaefell Mountain Course
Ballacraine en Ballaspur liggen vlak bij elkaar op de zuidwestelijke hoek van de Snaefell Mountain Course
Ballacraine Farm is nu "Aromaspa" en mountainbikeverhuur. Voor de coureurs ligt ze in de binnenbocht van Ballacraine Corner
Ballacraine Farm is nu "Aromaspa" en mountainbikeverhuur. Voor de coureurs ligt ze in de binnenbocht van Ballacraine Corner
Ballacraine Farm
Ballacraine Farm
Ballacraine
Ballacraine

Ballacraine of Ballacraine Corner (Manx: boerderij van McCrayne of Craine) en Ballaspur (Manx: boerderij van de sporen) zijn markante punten op het eiland Man.

Ze liggen in de civil parish German langs de Snaefell Mountain Course, het stratencircuit dat gebruikt wordt voor de Isle of Man TT en de Manx Grand Prix en dat ook deel uitmaakte van de Highroads Course en de Four Inch Course, die gebruikt werden voor de Gordon Bennett Trial en de RAC Tourist Trophy van 1904 tot 1922. De Mountain Course volgt tot aan Ballacraine de A1 van Douglas naar Peel en vanaf Ballacraine de A3 Castletown - Ramsey. Ballacraine en Ballaspur zijn de eerste punten in de Mountain Course die van 1907 tot 1910 ook deel uitmaakten van de St John's Short Course, die voor races werd gebruikt omdat de motorfietsen nog te zwak waren om de heuvels rond de berg Snaefell te beklimmen.

Ballacraine is een kruispunt aan de oostgrens van de plaats St John's waar de A1 en de A3 met elkaar kruisen. Het wordt gedomineerd door Ballacraine Farm en het voormalige Ballacraine Hotel, dat nu een woonhuis is. De omgeving wordt gedomineerd door landbouwgrond en de toppen van Beary Mountain, Greeba Mountain en Slieau Whallian. Ballacraine was in de jaren tien al een druk punt in het circuit. Voor publiek was het ook tijdens de races bereikbaar vanuit twee richtingen, en marshals verzamelden[1] zich bij Ballacraine omdat dit na Douglas het eerste punt was waar een telefoon was. Alles wat er in de 12 kilometer vanaf Douglas fout ging moest in Ballacraine gemeld worden. Het aansturen van de rechter bocht door links te gaan rijden was in de beginjaren moeilijk, want de (onverharde) weg liep schuin af en in de grasbermen lagen overal afwateringsslootjes. De coureurs schuurden liever langs de buitenmuur van Ballacraine Farm in de hoop dat er na de blinde bocht een vrije baan lag. Bovendien werd het uitzicht overal ontnomen door het talrijke publiek. Later werd Ballacraine een van de stations waar commentatoren zaten die via de luidsprekerinstallatie het publiek op de hoogte hielden van de races en toen de BBC in de jaren dertig rechtstreekse uitzendingen van de Isle of Man TT ging verzorgen werd ook een reporter bij Ballacraine geplaatst. Toen de BBC was gestopt met uitzenden ging de lokale Manx Radio hiermee door, maar in 1991 werd de commentaarpositie verplaatst naar Glen Helen.

Ballaspur ligt slechts 250 meter noordelijk van Ballacraine. Het vormt een gevaarlijk punt omdat de weliswaar flauwe linker bocht in de weg bijzonder onoverzichtelijk is. Deze wordt gevolgd door een flauwe rechter bocht die wel overzichtelijk is, maar gevaarlijk omdat de weg hier veel hoger ligt dan de bebouwing in de buitenbocht. Bovendien moet men hier sterk accelereren voor het korte rechte stuk via Ballig naar de volgende bocht, Doran's. De klim van Ballacraine is smaller dan de rest van het circuit, er zijn geen voetpaden en de weg wordt begrensd door rotsen en bomen. Vooral de zijspancombinaties hebben weleens problemen door hun breedte en het feit dat de bakkenist buiten het zijspan moet hangen. In 1976 ontstond er een misverstand tussen George O'Dell en zijn passagier Alan Gosling. Gosling leunde verder naar buiten dan O'Dell verwacht had en hij raakte de muur in de binnenbocht. Iets vergelijkbaars gebeurde enkele jaren later met Dave Hallam en zijn bakkenist Mark Day. Richard "Milky" Quale, geboren en getogen op het eiland Man, kende het circuit heel goed, maar in 2007 vergiste hij zich in de linker bocht bij Ballaspur. Hij raakte de rotswand met zijn schouder en caramboleerde aan de andere kant van de weg in de strobalen. Hij raakte ernstig gewond, kon zeven maanden niet werken en beëindigde zijn carrière. Hij werd enigszins bekend omdat zijn ongeluk door verschillende toeschouwers én een on-board camera was vastgelegd. Later werkte hij voor de organisatie van de TT van Man en de Manx Grand Prix. Na zijn ongeluk werd de rotswand tijdens de races bekleed met multiplex en werd Ballaspur voor het publiek grotendeels verboden terrein.

De 8e mijlpaal van de Snaefell Mountain Course bevindt zich iets voorbij Ballaspur, maar nog vóór Ballig Bridge. In 2009 is het bord verdwenen en mogelijk niet meer vervangen.

Circuitverloop

[bewerken | brontekst bewerken]

Voor de coureurs is Ballacraine de eerste echt gevaarlijke bocht nadat ze vanaf Braddan Bridge bijna 10 km zonder al te scherpe bochten hebben gereden. Bij Ballacraine moeten ze in noordelijke richting afdraaien naar Kirk Michael. De 130° bocht is onoverzichtelijk, hoewel er tegenwoordig een trottoir in de binnenbocht ligt waardoor er iets meer uitzicht is dan in de beginjaren. Een uitloopmogelijkheid in de buitenbocht is er niet: daar staan de muren van het voormalige hotel en de tuinmuren. Tot in de jaren dertig lagen hier ook geen strobalen. Tegenwoordig moeten coureurs ook rekening houden met vuil op de weg, vooral voor de verkeerslichten die in 1976 werden geplaatst en waar auto's weleens wat diesel- of motorolie lekken. Veel coureurs hebben beschreven hoe ze Ballacraine ronden, maar tegenwoordig liggen de snelheden zo hoog en zijn de motoren zo sterk, dat coureurs de bocht liever voorzichtig nemen. Hij is niet al te moeilijk, maar men neemt geen onnodige risico's. Hard en laat aanremmen en voorzichtig door de bocht is het devies; de motoren zijn sterk genoeg om te accelereren op de helling richting Ballaspur.

Veiligheidsmaatregelen

[bewerken | brontekst bewerken]

In de tijd van de "Short Course" (1907-1910) was Ballacraine de eerste bocht in het circuit, vanuit Peel linksaf. Deze bocht is scherper dan de huidige, ongeveer 60°. In 1910 bestond de uitgang in de buitenbocht nog uit een rotsachtige wand met een kleine sloot ervoor. Om de coureurs te beschermen legde men een kunstmatig houten talud aan, een rij schuine planken die de coureurs als "uitloop" konden gebruiken. Het werkte averechts: de coureurs gebruikten het talud om momentum te behouden en zo met meer snelheid aan de klim richting Ballaspur te beginnen. Met motorfietsen zonder koppeling en versnellingsbak was dat van groot belang. Er ontstond een aantal valpartijen, maar het probleem werd opgelost toen men vanaf 1911 de Mountain Course ging gebruiken en de coureurs vanuit het oosten rechtsaf moesten. Bij Ballacraine was een telefoon (een van de 7 die rondom het circuit beschikbaar waren). Kanunnik Ernest Stenning[2] beschreef de risico's van de bocht bij Ballacraine en de moeilijkheden die de coureurs er ondervonden. Bij Ballacraine wachtte dr. MacDonald uit Peel met zijn auto voor het geval er ongelukken gebeurden en er was zelfs sprake van een "ambulancezijspan". In Peel stond een trein onder stoom te wachten om eventuele slachtoffers af te voeren naar Nobles Hospital in Douglas. Tegenwoordig is er weinig plaats meer voor het publiek bij Ballacraine. Vroeger kon men tegenover het hotel op de weg richting Peel gaan staan, maar die weg wordt tegenwoordig vrij gehouden voor coureurs die te laat remmen en zo rechtdoor kunnen rijden.

Gebeurtenissen bij Ballacraine

[bewerken | brontekst bewerken]
  • In 1910, toen Ballacraine nog deel uitmaakte van de St John's Short Course, nam men nieuwe veiligheidsmaatregelen: bij Ballacraine werd een houten talud gemaakt om de coureurs te beschermen tegen de scherpe stenen van een muur. Om de snelheid te drukken mochten tweecilinders nog maar 670 cc meten, maar desondanks reed Harry Bowen een ronde van 53,15 mph, maar botste uitgerekend tegen het houten "veiligheidstalud".
  • Op 10 juni 1929 verongelukte Cecil Ashby met een New Imperial tijdens de Junior TT
  • Op 9 juni 1971 verongelukte Brian Finch met een 500cc Suzuki tijdens de Production TT toen hij het hotel inreed. Waarschijnlijk was zijn rempedaal gebroken, terwijl de vluchtweg (richting Peel) geblokkeerd was. Op de muur van het voormalige hotel herinnert een plaquette aan Brian Finch.
  • Op 25 augustus 2008 verongelukte John Goodall met een AJS Boy Racer tijdens de Junior Classic Race van de Manx Grand Prix

Gebeurtenissen bij Ballaspur

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Op 27 augustus 1998 verongelukte Adam Woodhall met een Suzuki GSX-R 1000 tijdens de training voor de Manx Grand Prix
  • Op 19 augustus 2002 verongelukten Leslie Turner (600cc Yamaha) en Shane Ellis (1000cc Aprilia) tijdens de training voor de Manx Grand Prix
  • Op 10 juni 2016 verongelukte zijspancoureur Ian Bell met een LCR-Yamaha YZF-R6 bij Ballaspur. Zijn zoon en bakkenist Carl bleef ongedeerd.
  • In 1922 debuteerde Ernie Searle met een Sheffield-Henderson in de TT van Man. Hij vertelde over zijn ongeluk bij Ballacraine: "Ik probeerde tegen de muur van het hotel te klimmen en liet vijf voet hoge sporen na".
  • Het team van Scott logeerde in 1930 in het Ballacraine Hotel. Ernie Mainwaring, een van de rijders, crashte in de vijfde ronde van de Senior TT voor de deur van het hotel.
  • Voor de film No Limit van George Formby werden in 1935 een aantal stunts uitgevoerd door leden van de Peveril Motor Cycle Club, waaronder Cyril Standen. Hij reed bij Ballacraine door de voordeur van het Ballacraine Hotel en crashte in Sulby in de rivier.
  • Joey Dunlop arriveerde in 1976 eigenlijk te laat voor zijn debuut op het eiland Man, omdat hij nog een race in Cookstown had gereden. Met een vissersboot ging hij naar het eiland, maar hij had geen tijd om voor het begin van de trainingen het circuit te verkennen. Bij Ballacraine wist hij niet welke kant hij op moest. Hij besloot te wachten tot er een andere coureur voorbij kwam en toen hij die niet meer kon bijhouden wachtte hij op de volgende. Op die manier reed hij zijn eerste ronde op het eiland Man. Dunlop zou de Isle of Man TT 26 keer winnen.
  • Dave Wells, jarenlang bakkenist van veteraan Roy Hanks, was altijd in voor een grapje. Op de klim naar Ballaspur bood hij Hanks een bosje bloemen aan, die hij bij de passage van Ballacraine uit de grond had gerukt.