Carlo Bergonzi (tenor)

Carlo Bergonzi
Carlo Bergonzi
Algemene informatie
Geboren 13 juli 1924
Geboorteplaats Polesine ParmenseBewerken op Wikidata
Overleden 25 juli 2014
Overlijdensplaats MilaanBewerken op Wikidata
Werk
Jaren actief 1948-1996
Genre(s) klassiek
Instrument(en) stem (bariton en tenor)
Officiële website
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Carlo Bergonzi (Vidalenzo (nabij Parma), 13 juli 1924Milaan, 25 juli 2014) was een Italiaanse operatenor. Hoewel hij verschillende bel canto- en verismo-rollen uitvoerde en opnam, was hij vooral bekend van de opera's van Giuseppe Verdi, waaronder een groot aantal van de minder bekende werken van deze componist, die hij hielp herleven. In wezen een lirico-spinto-tenor, werd Bergonzi zeer bewonderd gedurende de top van zijn carrière vanwege zijn prachtige dictie, gladde legato, warme timbre en elegante frasering.[1][2]

Bergonzi begon zijn zangstudie op de leeftijd van veertien jaar. Gedurende de Tweede Wereldoorlog was hij geïnterneerd in een Duits krijgsgevangenenkamp. Na de oorlog keerde hij terug naar Italië en studeerde hij aan het Boito Conservatorium in Parma.

In een interview in 1985 met Opera Fanatic Stefan Zucker noemde Bergonzi 1948 als begin van zijn professionele debuut, als een bariton, in de rol van Figaro in Rossini's Il barbiere di Siviglia. Andere baritonrollen die hij vertolkte omvatten:

In 1951, na het omscholen van zijn stem, maakte hij zijn debuut als tenor in de titelrol van Andrea Chénier in Bari. Datzelfde jaar engageerde de RAI, ter herdenking van de 50ste sterfdag van Giuseppe Verdi, Bergonzi voor een serie uitzendingen van de minder bekende Verdi-opera’s I due Foscari, Giovanna d'Arco en Simon Boccanegra.

In 1953 maakte Bergonzi zijn debuut aan het Teatro alla Scala in Milaan en in Londen, in de laatste stad als Alvaro in La forza del destino aan het Stoll Theatre. Zijn Amerikaanse debuut was aan de Lyric Opera of Chicago in 1955, en zijn debuut aan de Metropolitan Opera in New York (als Radames in Aida) kwam het jaar daarna. Zijn debuut aan Covent Garden, opnieuw als Alvaro, volgde in 1962.

Bergonzi vervolgde een drukke internationale carrière in de operahuizen en opnamestudio’s gedurende de jaren zestig. Zijn belangrijkste Italiaanse tenor-rivalen in deze tijd waren Franco Corelli en Mario del Monaco, die beiden een groter, volumineuzer en krachtiger geluid voortbrachten, en Giuseppe Di Stefano, wiens eens liefelijke lyrische stem aan het ten ondergaan was. Bergonzi volhardde langer dan zijn drie rivalen, hij zong de hele jaren zeventig nog aan de grote operahuizen. In de jaren tachtig echter, toen zijn stem door de leeftijd verminderde, concentreerde hij zich op recitals.

In 1996 nam Bergonzi deel aan het 25ste-verjaardagsgala van de dirigent James Levine aan de Metropolitan Opera. Hij gaf zijn Amerikaanse afscheidsconcert in de Carnegie Hall op 17 april 1996. Op 3 mei 2000 kwam evenwel de aankondiging dat hij de titelrol zou zingen in een concertante uitvoering van Otello, onder leiding van Eve Queler, en het Opera Orchestra of New York trok geweldige belangstelling, in het bijzonder omdat hij de veeleisende rol nooit op het toneel had gezongen. Bergonzi was niet in staat de uitvoering te voleinden, omdat zijn stem geïrriteerd zou zijn geraakt door de airconditioning in zijn kleedkamer. Een invaller nam over. Een geluidsopname van de grote repetitie van Otello onthulde dat Bergonzi's stem verrassend fris klonk voor een man van 75 jaar.

Na zijn pensionering besteedde Bergonzi veel van zijn tijd aan I due Foscari, zijn hotel in Busseto, die ook de Accademia Verdiana onderdak biedt. Bergonzi begeleidde verder de tenoren Roberto Aronica, Vincenzo La Scola, Filippo Lo Giudice, Philip Webb, Giorgio Casciari, Paul Caragiulo, Lance Clinker en Salvatore Licitra.

Bergonzi stierf medio 2014 op 90-jarige leeftijd.[3] Hij liet veel opnames van complete opera's na, waaronder werken van Giuseppe Verdi, Giacomo Puccini, Pietro Mascagni en Ruggiero Leoncavallo.

Repertoire als tenor

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]