Frederik Willem II van Nassau-Siegen
Vorst Frederik Willem II van Nassau-Siegen (Nassauischer Hof, Siegen,[1] 11 november 1706[2] – aldaar,[1] 2 maart 1734[3]), Duits: Friedrich Wilhelm II. Fürst von Nassau-Siegen (officiële titels: Fürst zu Nassau, Graf zu Katzenelnbogen, Vianden, Diez, Limburg und Bronkhorst, Herr zu Beilstein, Stirum, Wisch, Borculo, Lichtenvoorde und Wildenborch, Erbbannerherr des Herzogtums Geldern und der Grafschaft Zutphen), was sinds 1722 vorst van Nassau-Siegen (een deel van het graafschap Nassau) en graaf van Bronkhorst, heer van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaanderheer van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen. Hij stamde uit het Huis Nassau-Siegen, een zijtak van de Ottoonse Linie van het Huis Nassau. Hij was de laatste mannelijke vertegenwoordiger van zijn geslacht, met hem stierf de protestantse linie van het Huis Nassau-Siegen uit.
Biografie
[bewerken | brontekst bewerken]Frederik Willem werd op 11 november 1706 in de Nassauischer Hof in Siegen geboren als de enige zoon van vorst Frederik Willem Adolf van Nassau-Siegen en diens eerste echtgenote landgravin Elisabeth Juliana Francisca van Hessen-Homburg.[4] Hij werd op 18 november gedoopt in Siegen.[5] Zijn moeder overleed al een jaar na zijn geboorte.
In oktober 1712 bereikten Frederik Willem Adolf en Willem Hyacinth, de katholieke vorst van Nassau-Siegen, een overeenkomst over hun aandeel in de stad Siegen. Willem Hyacinth stond het katholieke land aan Frederik Willem Adolf af in ruil voor een jaarlijks pensioen van 12.000 rijksdaalders. Het was zelfs de bedoeling om Frederik Willem, de zes jaar oude gereformeerde erfprins, uit te huwelijken aan Maria Anna Josepha, de minderjarige dochter van Willem Hyacinth. Dit alles werd niet in de laatste plaats gedaan om van de lastige buitenlandse regering af te komen. Sinds april 1707 stond het katholieke deel het vorstendom Nassau-Siegen namelijk – in opdracht van de Reichshofrat – onder bestuur van het domkapittel in Keulen[noot 1] vanwege het wanbestuur van Willem Hyacinth.[6]
Bij het overlijden van zijn vader in 1722 volgde Frederik Willem zijn vader op als de regerende landsheer in het protestantse deel van het vorstendom Nassau-Siegen en medeheerser van de stad Siegen.[1][7] Hij bezat het ambt Siegen (met uitzondering van zeven dorpen) en de ambten Hilchenbach en Freudenberg. De stad Siegen deelde hij met zijn achterneef Willem Hyacinth, de katholieke vorst van Nassau-Siegen.[8] Ook volgde Frederik Willem zijn vader op als graaf van Bronkhorst, heer van Wisch, Borculo, Lichtenvoorde en Wildenborch, en erfbaanderheer van het hertogdom Gelre en het graafschap Zutphen.[9] Tot slot volgde Frederik Willem zijn vader op in een deel van het vorstendom Nassau-Hadamar.[1][7] Omdat hij nog minderjarig was, stond hij tot 1727 onder onder voogdij en regentschap van zijn stiefmoeder Amalia Louise van Koerland.[1]
Frederik Willem werd op 23 november 1723 ritmeester in het Staatse leger en op 22 juli 1728 kolonel van een regiment infanterie.[5] En in 1731 werd hij ridder van de Johannieterorde balije van Mark (Brandenburg), Saksen, Pommeren en Wendland in Sonnenburg.[1]
Frederik Willem overleed op 2 maart 1734 in de Nassauischer Hof in Siegen, hij was pas 27 jaar. Hij werd op 17 april[1][5] begraven in de Fürstengruft aldaar.[1][10] Op 19 juni schonk zijn weduwe Sophia Polyxena Concordia van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein het leven aan de vijfde dochter. Er waren dus geen mannelijke erfgenamen, en de vorstin-weduwe moest er noodgedwongen mee instemmen dat de katholieke vorst Willem Hyacinth het gereformeerde land en de stad Siegen in bezit nam. De vorsten Christiaan van Nassau-Dillenburg en Willem Carel Hendrik Friso van Nassau-Diez (in Nederland beter bekend als prins Willem IV van Oranje-Nassau) maakten echter ook aanspraak op de erfenis. Hun soldaten bezetten – terwijl Willem Hyacinth in Spanje was – de Nassauischer Hof in Siegen. Om deze bezetting door Nassau-Dillenburg en Nassau-Diez te verdrijven riep keurvorst Clemens August van Keulen de Landesausschuß in zijn aan het Siegerland grenzende landen op. Op 20 augustus 1735 staken Keulse boeren de grenzen van het vorstendom Nassau-Siegen over en plunderden ‘was ihnen vorkam’. Op 23 augustus werden zij toegelaten tot het (katholieke) slot en rukten met twee- tot drieduizend man op naar de (gereformeerde) Nassauischer Hof. Maar de legers van Nassau-Dillenburg en Nassau-Diez, verenigd met de burgers van Siegen, sloegen de Keulse troepen op de vlucht. Zo bleef het gereformeerde deel van het Siegerland onder de heerschappij van Nassau-Dillenburg en Nassau-Diez vallen, en viel het katholieke deel nog steeds onder het keizerlijk bestuur.[11]
Toen bij de renovatie van de Fürstengruft in 1951 de marmeren platen, die in 1893 voor de nissen waren geplaatst, opnieuw moesten worden bevestigd, was het mogelijk een blik te werpen in de graven. Men ontdekte dat veel graven al eerder waren geopend. Achter de platen bevonden zich muren van in het veld gebakken bakstenen, waarvan sommige loszaten en een doorkijk boden naar het inwendige van de nissen. In het licht van een sterke zaklamp kon men zien dat in het graf van Frederik Willem een kist staat die kennelijk van mahoniehout is gemaakt, omlijst met vergulde banden van ongeveer 4 cm breed.[12]
Huwelijk en kinderen
[bewerken | brontekst bewerken]Frederik Willem huwde op Jachtslot Luwigseck bij Feudingen op 23 september 1728[1][7][noot 2][14] met gravin Sophia Polyxena Concordia van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein[noot 3] (Berlijn,[7][14] 28 mei 1709[2] – Untere Schloss, Siegen,[14] 15 december 1781[15]), dochter van graaf August van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein en diens eerste echtgenote gravin Concordia van Sayn-Wittgenstein-Hohenstein.[4] Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:[5][16][17]
- Charlotte Sophia Louise[noot 4] (Siegen, 6 juni 1729 – Burgsteinfurt, 2 april 1759), huwde in Siegen op 30 september 1748 met graaf Karel Peter Ernst van Bentheim-Steinfurt (Burgsteinfurt, 30 augustus 1729 – aldaar, 30 juni 1780).
- Frederica Wilhelmina Polyxena (Nassauischer Hof, Siegen, 3 april 1730 – Slot Wittgenstein, Laasphe, 18 november 1733).
- Maria Eleonora Concordia (Siegen, 2 maart 1731 – Kamen, 20 april 1759).
- Frederica Augusta Sophia (Nassauischer Hof, Siegen, 1 juni 1732 – aldaar, 23 maart 1733).
- Anna Charlotte Augusta[noot 5] (Nassauischer Hof, Siegen, 19 juni 1734 – Untere Schloss, aldaar, 9 juni 1759).
Voorouders
[bewerken | brontekst bewerken]Externe links
[bewerken | brontekst bewerken]- (en) Nassau op: Medieval Lands. A prosopography of medieval European noble and royal families, compiled by Charles Cawley.
- (en) Nassau Part 5 op: An Online Gotha, by Paul Theroff.
Voorganger: Frederik Willem Adolf | Vorst van Nassau-Siegen 1722–1734 | Opvolger: Christiaan van Nassau-Dillenburg Willem IV van Oranje-Nassau |
- (de) Aßmann, Helmut, Menk, Friedhelm (1996). Auf den Spuren von Nassau und Oranien in Siegen. Gesellschaft für Stadtmarketing Siegen e.V., Siegen.
- Dek, A.W.E. (1970). Genealogie van het Vorstenhuis Nassau. Europese Bibliotheek, Zaltbommel.
- (fr) Huberty, Michel, Giraud, Alain; Magdelaine, F. & B. (1981). l’Allemagne Dynastique. Tome III: Brunswick-Nassau-Schwarzbourg. Alain Giraud, Le Perreux.
- (de) Lück, Alfred (1981). Siegerland und Nederland, 2. Auflage. Siegerländer Heimatverein e.V., Siegen [1967].
- (de) Lück, Alfred, Wunderlich, Hermann (1956). Die Fürstengruft zu Siegen. Verkehrsverein Siegen e.V., Siegen [1952].
- (de) Menk, Friedhelm (1971). Quellen zur Geschichte des Siegerlandes im niederländischen königlichen Hausarchiv. Stadt Siegen/Forschungsstelle Siegerland, Siegen.
- (de) Menk, Friedhelm, ʻDie Fürstengruft zu Siegen und die darin von 1669 bis 1781 erfolgten Beisetzungenʼ in: Burwitz, Ludwig u.a. (Redaktion), Siegener Beiträge. Jahrbuch für regionale Geschichte 9, Geschichtswerkstatt Siegen – Arbeitskreis für Regionalgeschichte e.V., Siegen (2004), p. 183-202.
- Vorsterman van Oyen, A.A. (1882). Het vorstenhuis Oranje-Nassau. Van de vroegste tijden tot heden. A.W. Sijthoff en J.L. Beijers, Leiden en Utrecht.
Voetnoten
- ↑ Aangezien de aartsbisschop van Keulen in die tijd in de rijksban was, bestuurde het domkapittel het aartsbisdom Keulen.
- ↑ “Zie de registers van de protestantse hofparochie in Siegen: «1728 den 23 Sept. Nachts zwischen 11 und 12 Uhr sind auf dem Hochgräfl. Wittgensteinischen Jagdhauses Ludwigs-Eck … ehelich zusammen geworden der Durchl. Fürst und Herr Friedrich Wilhelm …». Zie Staatsarchief Wiesbaden (170III), kennisgeving d.d. 24‑9‑1728, Wittgenstein: «gestern auf meinem Jagdhaus Ludwigseck durch priesterliche Copulation vollzogen worden».”[13]
- ↑ Dek (1970), p. 98 vermeldt slechts de naam Sayn-Wittgenstein.
- ↑ Voornaam conform Dek (1970), p. 98 en Vorsterman van Oyen (1882), p. 130. Huberty, et al. (1981), p. 388 noemt haar Charlotte Sophie.
- ↑ Voornaam conform Menk (2004), p. 201 en Huberty, et al. (1981), p. 388. Huberty, et al. (1981), p. 406 vermeldt dat deze voornaam voorkomt in de doopakte. De voornaam Catharina Anna (Charlotte Augusta) bij Dek (1970), p. 98 en Lück & Wunderlich (1956), p. 35. De voornaam Catharina Anna bij Vorsterman van Oyen (1882), p. 130, die in een voetnoot vermeldt dat ze ook voorkomt als Anna Charlotte Augusta.
Referenties
- ↑ a b c d e f g h i Menk (2004), p. 200.
- ↑ a b Alle bronnen die de volledige geboortedatum vermelden, noemen deze geboortedatum.
- ↑ Alle bronnen die de volledige overlijdensdatum vermelden, noemen deze overlijdensdatum.
- ↑ a b Alle bronnen die beide ouders vermelden, noemen deze ouders.
- ↑ a b c d Dek (1970), p. 98.
- ↑ Lück (1981), p. 143-144.
- ↑ a b c d Huberty, et al. (1981), p. 354.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 273.
- ↑ Lück (1981), p. 116.
- ↑ Lück & Wunderlich (1956), p. 35.
- ↑ Lück (1981), p. 147.
- ↑ Lück & Wunderlich (1956), p. 37.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 373-374.
- ↑ a b c Menk (2004), p. 201.
- ↑ Op een na alle bronnen die de volledige overlijdensdatum vermelden, noemen deze overlijdensdatum. Alleen Vorsterman van Oyen (1882), p. 129 vermeldt 15 december 1783.
- ↑ Huberty, et al. (1981), p. 388.
- ↑ Vorsterman van Oyen (1882), p. 130.