Henri Jeanson

Henri Jeanson
Henri Jeanson
Algemene informatie
Volledige naam Henri Jules Louis Jeanson
Geboren 6 maart 1900
Geboorte­plaats 13e arrondissement van Parijs[1]
Overleden 6 november 1970
Overlijdensplaats Équemauville[2]
Land Vlag van Frankrijk Frankrijk
Beroep scenarioschrijver
Werk
Jaren actief 1933 - 1968
Bekende werken Pépé le Moko
Hôtel du Nord
Boule de suif
Fanfan la Tulipe
La Vache et le Prisonnier
(en) IMDb-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Henri Jeanson (Parijs, 6 maart 1900 - Équemauville, 6 november 1970) was een Frans scenarioschrijver en journalist.

Leven en werk

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1917 al ging Jeanson aan de slag als journalist, bij La Bataille, het dagblad van de CGT. Later, in de jaren twintig, ontpopte hij zich tot een te duchten verslaggever, interviewer en filmcriticus. Hij was actief bij onder meer Les Hommes du jour, Le Canard enchaîné en Paris-Soir. Hij maakte van meet af aan naam door zijn vinnige, gepassioneerde stijl, zijn boutades en zijn temperament van polemist.

Hij leidde een heftige journalistieke carrière waarbij hij enkele veroordelingen en een geldboete opliep omwille van zijn politieke stellingnames. Eind 1939 werd hij uiteindelijk aangehouden, onder meer omdat hij een pacifistisch pamflet had ondertekend. Een militaire rechtbank (Jeanson was gemobiliseerd) veroordeelde hem tot vijf jaar cel waarvan hij vier maanden uitzat.

Midden 1940 werd hij hoofdredacteur van het 'onafhankelijk' dagblad Aujourd'hui. Wanneer de Duitse bezetter hem enkele maanden later vroegen openlijk positie te kiezen tegen de Joden en voor de collaboratie van het Vichyregime nam hij ontslag en werd hij opnieuw opgesloten. Na enkele maanden kwam hij op voorspraak weer vrij. Hij mocht echter niet meer werken in het pers- en filmmilieu.

Dialoogschrijver voor de film

[bewerken | brontekst bewerken]

Jeanson debuteerde in 1933 met het scenario en de dialogen voor de komedie La Dame de chez Maxim's, de verfilming van het heel populaire toneelstuk La Dame de chez Maxim van vaudevilleschrijver Georges Feydeau.

Jeanson was voor alles een dialoogschrijver. Hij schreef dikwijls (maar niet altijd) mee aan het scenario maar nam daarnaast vooral het uitschrijven van de dialogen voor zijn rekening. Voor zijn meeslepende en explosieve replieken had hij, eerder dan de personages van het verhaal, zoveel mogelijk de vertolkers zelf voor ogen. Hierbij dacht hij aan acteurs zoals zijn goede vriend Louis Jouvet voor wie hij de tekst schreef voor tien films. Fernandel (6), Martine Carol (5), Pierre Brasseur (4), Michèle Morgan (4), Michel Simon (3), Jean Gabin (3), Gérard Philipe (3) en Jean Marais (3) brachten eveneens op hun lijf geschreven teksten van zijn hand.

Zo heeft Jeanson de dialogen van een aantal vooroorlogse klassiekers op zijn naam staan: Pépé le Moko (1937), Un carnet de bal (1938), Hôtel du Nord (1938) en Entrée des artistes (1938), allen geregisseerd door vooraanstaande cineasten als Julien Duvivier, Marcel Carné en Marc Allégret.

Na de oorlog verscheen zijn naam opnieuw op de filmgenerieken. Jeanson werkte de dialogen en het scenario uit voor films van traditionele regisseurs als Christian-Jaque (15 films), Jean Delannoy (5), Henri Verneuil (3) en Henri Decoin (3). Sommige groeiden uit tot ware kaskrakers, de historische avonturenfilm Fanfan la Tulipe (Christian-Jaque, 1952) en de oorlogskomedie La Vache et le Prisonnier (Verneuil, 1959) voorop. Ook de Jean Marais-drama's Carmen (Christian-Jaque, 1945) en Aux yeux du souvenir (Delannoy, 1948) oogstten aanzienlijk veel bijval bij het naoorlogs publiek, net zoals Meurtres? (1950), een drama met Fernandel, en La Tulipe noire (Christian-Jaque, 1964), een historische avonturenfilm met Alain Delon. Jeanson zette ook zijn samenwerking met Duvivier succesvol voort in zes andere films.

In 1950 regisseerde hij zijn enige film: de komedie Lady Paname waarvan hij de hoofdrol schonk aan Jouvet.

Journalist na de oorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Na de oorlog hernam Jeanson met veel bravoure ook zijn journalistieke activiteiten. Hij leende zijn vlijmscherpe polemische pen aan diverse tijdschriften en dagbladen. Zo schreef hij voor de satirische weekbladen Le Crapouillot en (opnieuw) Le Canard enchaîné evenals voor de kranten Combat en L'Aurore.

In 1965 nam hij afscheid van de filmwereld om zich meer te wijden aan de polemische journalistiek en aan het schrijven van zijn memoires.

In 1928 huwde Jeanson met de schrijfster en actrice Marion Delbo. Het koppel scheidde. In 1967 hertrouwde Jeanson met Claude Marcy die al jarenlang zijn levensgezellin was.

Jeanson overleed in 1970 op 70-jarige leeftijd. Hij had al een tijd last van een longoedeem.

Filmografie (ruime selectie)

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Toi que j'ai tant aimée, 1929
  • Amis comme avant, 1929 (komedie)
  • Aveux spontanés
  • Le petit navire
  • L'heure éblouisssante
  • Soixante-dix ans d'adolescence, Stock, 1973
  • En verve, mots, propos, aphorismes, Éditions Pierre Horay, 2004
  • Christophe Moussé: Henri Jeanson (collection Films/Textes/Références), Presses universitaires de Nancy, 1993
  • René Château: Jeanson par Jeanson, 2000


  1. geboorteakte.
  2. verklaring van overlijden.