Hongaarse keuken

Dit artikel behoort tot
de reeks over kookkunst

De Hongaarse keuken is de kookkunst die karakteristiek is voor Hongarije, of beter gezegd voor de Magyaren die verspreid wonen over Hongarije en omliggende landen en streken, zoals Slowakije en Transsylvanië (sinds 1918 onderdeel van Roemenië). Traditioneel Hongaarse gerechten zijn vaak vleesgerechten met seizoengroenten zoals koolsoorten, pastinaak, aardappels, bonen, erwten en asperges. Bepaalde fruitsoorten, vers brood, kazen en honing zijn eveneens belangrijk, en gevogelte als gans en eend. De Hongaarse keuken heeft zich mede door Turkse en Oostenrijkse invloeden van een typische boerenkeuken tot een smaakvolle, gevarieerde kookwijze ontwikkeld.

De nationale kookkunst leeft sterk in Hongarije. Ook is er veel rivaliteit tussen regionale varianten van hetzelfde gerecht. Een voorbeeld is de Hongaarse hete halászlé of 'vissoep', die een verschillende bereiding heeft aan de oevers van de twee grote Hongaarse rivieren, de Donau en de Tisza. In Hongarije worden veel soepen gemaakt, deegwaren, pannenkoeken (palacsinta), nagerechten en gebak, zoals dominocakes.

Belangrijk zijn de verschillende soorten groentenstoofpotten, die főzelék genoemd worden, maar ook de koude fruitsoepen, zoals koude kersensoep. Vleesstoofpotten, ovenschotels, biefstuk, geroosterd varkensvlees, rundvlees, gevogelte, lamsvlees op verschillende manieren bereid en Hongaarse worsten, zoals kolbász, de Debrecener worsten en wintersalami. Verder zijn mengsels van verschillende vleessoorten een traditioneel onderdeel van de Hongaarse keuken. Goulash, gefileerde pepers, gefileerde wortels of fatányéros (Hongaarse mixed grill op een houten plateau) kan gecombineerd worden met varkensvlees en rundvlees. In heel exclusieve gerechten worden diverse fruitsoorten zoals pruimen en abrikozen meegekookt met het vlees, meestal gecombineerd met risotto, noedels en aardappelen. In de Hongaarse keuken worden ook verschillende soorten kaas geserveerd, zoals túró (een verse kwarkkaas), Trappista, Pálpusztai en Liptauer. Ook wordt er vis gegeten, zoals forel, snoekbaars, zalm, riviertong en karper.

Hongaars eten is vaak sterk gekruid, door veelvuldig gebruik van Spaanse peper. Milde paprika wordt ook veel gebruikt. De combinatie van paprika’s en rode uien is een typisch onderdeel van de Hongaarse keuken, net als de dikke zure room die tejföl genoemd wordt.

Verscheidene Hongaarse worsten op het Csaba-Worstfestival in Békéscsaba
Halászlé
Gevulde kool (töltött káposzta), geserveerd met dille, zure room en sonka (ham). Töltött káposzta wordt veelal ook opgediend in een tomatensaus met zuurkool en kolbász

Hoofdgerechten

[bewerken | brontekst bewerken]

Kruiden en andere ingrediënten

[bewerken | brontekst bewerken]

Rosé worden gemaakt van de hierboven genoemde blauwe druiven. De 'siller' (Schiller) iets donkerder, doordat deze voor het persen iets langer op de druivenschil is bewaard.

Mousserende wijn

[bewerken | brontekst bewerken]