Onderzeebootoorlogsinsigne

Onderzeebootoorlogsinsigne
U-Boot-Kriegsabzeichen (1939)
U-Boot-Kriegsabzeichen (1939)
Uitgereikt door Duitse Keizerrijk en
nazi-Duitsland
Type Insigne
Bestemd voor militaire personeel
Uitgereikt voor Voltooiing van twee of drie U-boot oorlogspatrouilles
Status In onbruik geraakt
Statistieken
Instelling 1 februari 1918
13 oktober 1939
Totaal uitgereikt 9536[1][2] en 29[1] in het goud met briljanten
Volgorde
Volgende (hoger) U-Boots-Frontspange
Correcte draagwijze van het U-Boot-Kriegsabzeichen (rechts onder het IJzeren Kruis 2e klasse) op het tenue van een zeeman.
Correcte draagwijze van het U-Boot-Kriegsabzeichen (rechts onder het IJzeren Kruis 2e klasse) op het tenue van een zeeman.
Portaal  Portaalicoon   Ridderorden

Het Onderzeebootoorlogsinsigne (Duits: U-Boot-Kriegsabzeichen) was een Duitse onderscheiding voor de onderzeebootbemanning gedurende de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog.

Het Onderzeebootoorlogsinsigne werd ingesteld op 1 februari 1918, tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het insigne was een erkenning voor onderzeebootbemanningen die drie oorlogspatrouilles voltooid hadden. Het insigne werd gedragen op de linkerzijde van het uniform. Het was een ovaal gevormde lauwerkrans met daarop in het midden gelegen een onderzeeboot, met daarbovenop een Duitse Reichskrone.

Het Onderzeebootoorlogsinsigne werd op 13 oktober 1939 kort na het begin van de oorlog opnieuw ingesteld. Het was gelijk aan het originele insigne met uitzondering van de Pruisische kroon, deze werd vervangen door een Duitse adelaar met een hakenkruis toegevoegd. En er werd ook een modernere onderzeeboot gebruikt.

Er waren verschillende criteria om deze onderscheiding te kunnen ontvangen. De meest gebruikelijke criteria was, de voltooiing van twee oorlogspatrouilles. Maar het voltooien van twee oorlogspatrouilles mag dan een lage eis lijken, één oorlogspatrouille kon wel maanden achtereen duren. Het contrast met het Infanterie-Sturmabzeichen dat na drie aanvallen al toegekend kon worden. Dat betekende dat deze tijdens drie aanvallen binnen één week verkregen kon worden. Het voltooien van twee oorlogspatrouilles was alleen niet langer, maar het was evenzeer gevaarlijker omdat een onderzeeboot continu bloot stond aan aanvallen van geallieerde vliegtuigen en oorlogsschepen.

Gedurende het laatste deel van de oorlog, werden de onderzeeboot verliezen zo groot dat vele bemanningen nooit voorbij de tweede patrouille kwamen. Het tweede criteria wanneer dit insigne toegekend werd, was het voltooien of een succesvolle eerste patrouille en gewond raken of sneuvelen. Bij sneuvelen werd het insigne gepresenteerd aan de nabestaande.

Oorkonde voor het U-Boot-Kriegsabzeichen 1939.

Het insigne werd in twee klasse toegekend:

Onderzeebootoorlogsinsigne

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Onderzeebootoorlogsinsigne werd meestal toegekend na twee oorlogspatrouilles. Bij de succesvolle commandanten werden het insigne al toegekend na één oorlogspatrouille, zoals bij Rolf Thomsen van de U-1202.

Onderzeebootoorlogsinsigne met Briljanten

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Onderzeebootoorlogsinsigne met Briljanten was een speciale uitgave die toegekend werd aan de onderzeebootkapiteins die al met het Ridderkruis met Eikenloof onderscheiden waren. Dit insigne was niet gebaseerd op enige verdiensten en was ook geen officiële oorlogsdecoratie. Het werd gegeven als extra blijk van waardering voor de ontvangers van het Eikenloof.

In 1941 werd dit insigne ingesteld. Het ontwerp was gelijk aan dat van het Onderzeebootoorlogsinsigne. Het werd gefabriceerd door de firma Schwerin uit Berlijn. Het was gemaakt van verguld zilver en had op het hakenkruis negen ingelegde kleine briljanten.

Er werden ongeveer 30 insignes toegekend. Großadmiral Karl Dönitz droeg een unieke versie van het insigne welke op de krans én op het hakenkruis ingelegd was met briljanten. Hij droeg ook het U-Boot-Kriegsabzeichen (1918) samen met het U-Boot-Kriegsabzeichen (1939).

Dragers van het Onderzeebootoorlogsinsigne met Briljanten

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. Korvettenkapitän Heinrich Bleichrodt in september 1942 - oktober 1942[3]
  2. Fregattenkapitän Albrecht Brandi in april 1943[4][5]
  3. Korvettenkapitän Otto von Bülow in april 1943[4]
  4. Großadmiral Karl Dönitz (speciale klasse)
  5. Korvettenkapitän Carl Emmermann op 1 oktober 1943[6]
  6. Kapitanleutnant Engelbert Endrass op 18 juli 1941[7]
  7. Kapitänleutnant Friedrich Guggenberger in 1943
  8. Korvettenkapitän Robert Gysae in 1943/1944[8]
  9. Korvettenkapitän Reinhard Hardegen op 7 mei 1942[9]
  10. Kapitän zur See Werner Hartmann in november 1944[10]
  11. Korvettenkapitän Werner Henke in 1943/1944
  12. Fregattenkapitän Otto Kretschmer in 1941
  13. Kapitänleutnant Hans-Günther Lange op 29 april 1945. Eikenloof uitreiking, briljant klasse niet meer uitgereikt voor het einde van de oorlog.
  14. Korvettenkapitän Georg Lassen op 22 oktober 1944[11]
  15. Fregattenkapitän Heinrich Lehmann-Willenbrock in 1942
  16. Fregattenkapitan Heinrich Liebe in 1941[12]
  17. Kapitän zur See Wolfgang Lüth op 26 januari 1943[13][14][15]
  18. Kapitän zur See Karl-Friedrich Merten op 30 januari 1943[16][17]
  19. Korvettenkapitän Johann Mohr op 13 januari 1943[18]
  20. Kapitänleutnant Rolf Mützelburg (postuum), toekenning twijfelachtig[19]
  21. Korvettenkapitan Günther Prien in 1941[20][21]
  22. Kapitänleutnant Joachim Schepke in 1941[22]
  23. Korvettenkapitän Adalbert Schnee in 1942[23]
  24. Kapitän zur See Klaus Scholtz in 1942/1943
  25. Kapitän zur See Victor Schütze op 15 juli 1941[24]
  26. Korvettenkapitän Herbert Schultze op 15 juli 1941[25][26][27]
  27. Fregattenkapitän Reinhard Suhren op 31 december 1941
  28. Kapitänleutnant Rolf Thomsen op 29 april 1945. Eikenloof uitreiking, briljant klasse niet meer uitgereikt voor het einde van de oorlog.
  29. Fregattenkapitän Erich Topp op 11 april 1942[28][29][30]

Na de Tweede Wereldoorlog

[bewerken | brontekst bewerken]

Het insigne is van een hakenkruis voorzien. Dat betekent dat het verzamelen, tentoonstellen en verhandelen van deze onderscheidingen in Duitsland aan strenge wettelijke regels is onderworpen. Op 26 juli 1957 vaardigde de Bondsrepubliek Duitsland een wet uit waarin het dragen van onderscheidingen met daarop hakenkruizen of de runen van de SS werd verboden. In de gedenazificeerde uitvoering mogen de badges wel worden gedragen.[31]

[bewerken | brontekst bewerken]