Philothamnus
Philothamnus | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Philothamnus semivariegatus, exemplaar uit Zuid-Afrika. | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Philothamnus Smith, 1840 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Philothamnus op Wikispecies | |||||||||||||||||
|
Philothamnus is een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen (Colubridae) en de onderfamilie Colubrinae.
Naam en indeling
[bewerken | brontekst bewerken]De wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Andrew Smith in 1840.[1]
Er zijn 21 soorten, een aantal soorten werd eerder tot andere geslachten gerekend, zoals Ahaetulla en het niet langer erkende Chlorophis.
Uiterlijke kenmerken
[bewerken | brontekst bewerken]De verschillende soorten bereiken een middelgrote lichaamslengte en zijn meestal groen van kleur; in de Engelse taal worden ze 'green snakes' genoemd. Het lichaam is slank, de kop is duidelijk afgesnoerd van het lichaam en draagt relatief grote ogen. Sommige soorten bereiken een lichaamslengte tot een meter maar de meeste soorten blijven aanmerkelijk kleiner. De staart is relatief lang. De kop draagt geen giftanden maar het speeksel staat bekend als giftig voor prooidieren. Voor mensen is het gif ongevaarlijk.[2]
Op het midden van het lichaam zijn vijftien lengterijen schubben aanwezig, die bij sommige soorten kleine kieltjes dragen en een ruw uiterlijk hebben. Het aantal buikschubben varieert van 140 tot 204. De schubben aan de onderzijde van de staart zijn gepaard en het aantal rijen loopt uiteen van 73 tot 166, de anaalschub is gespleten.[2]
Levenswijze
[bewerken | brontekst bewerken]Alle soorten zij overdag actief en jagen zowel in planten als in het water op prooien. Deze bestaan uit insecten, kikkers, vissen, hagedissen zoals kameleons en gekko's en vogels.[2]
Bij verstoring wordt de huid van de keel vol lucht geblazen om de kop groter te doen lijken en de slangen zullen fel van zich af bijten. Omdat ze lijken op giftige soorten zoals de boomslang of de groene mamba worden ze vaak onterecht gedood.
De vrouwtjes zetten eieren af op de bodem, dit zijn er maximaal zestien per legsel. Als de juvenielen uit het ei kruipen zijn ze afhankelijk van de soort al vijftien tot dertig centimeter lang.[2]
Verspreiding en habitat
[bewerken | brontekst bewerken]Alle soorten komen voor in delen van Afrika, ten zuiden van de Sahara. De slangen leven in de landen Guinee-Bissau, Kenia, Tanzania, Centraal-Afrikaanse Republiek, Oeganda, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Gabon, Togo, Liberia, Ivoorkust, Ghana, Nigeria, Angola, Equatoriaal-Guinea, Rwanda, Burundi, Sierra Leone, Soedan, Kameroen, Benin, Zambia, Guinee, Malawi, Zuid-Afrika, Swaziland, Botswana, Namibië, Ethiopië, Tsjaad, Mali, Senegal, Burkina Faso, Zanzibar, Gambia, Mozambique en Eritrea.[1]
De habitat bestaat uit zowel drogere als meer vochtige tropische en subtropische bossen, scrubland, drasland,savannen en graslanden.[3]
Beschermingsstatus
[bewerken | brontekst bewerken]Door de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan twee soorten een beschermingsstatus toegewezen. Beide soorten worden beschouwd als 'veilig' (Least Concern of LC).[3]
Soorten
[bewerken | brontekst bewerken]Het geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Bronvermelding
[bewerken | brontekst bewerken]Referenties
- ↑ a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Philothamnus.
- ↑ a b c d Graham Alexander en John Marais (2007). A Guide to the Reptiles of Southern Africa. Struik Nature, Pagina 125-128. ISBN 978 1 77007 386 9.
- ↑ a b International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Philothamnus - IUCN Red List.
Bronnen
- (en) – Graham Alexander en John Marais – A Guide to the Reptiles of Southern Africa (2007) – Pagina 125-128 – Struik Nature - ISBN 9781770073869
- (en) – Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Philothamnus - Website Geconsulteerd 4 maart 2020