Circuit Silverstone (De plattegrond is ouder, omdat in 1975 een chicane werd gecreëerd bij Woodcote. Deze werd echter bij motorraces niet gebruikt, waardoor deze plattegrond de juiste situatie weergeeft.)
De Britse Grand Prix werd verreden onder erbarmelijke weersomstandigheden. Zowel de trainingen als de races werden gehinderd door hevige regenval en gevaarlijke rukwinden, waardoor er al enkele coureurs voor de start uitgeschakeld werden. Vanwege de plassen op de baan hadden vooral de zijspanrijders veel last van aquaplaning en zij weigerden uiteindelijk van start te gaan, tot woede van de organisatie. Yamaha presenteerde de nieuwe Yamaha YZR 250-V-twin, die alleen door Carlos Lavado gebruikt werd omdat Martin Wimmer geblesseerd was. HRC voorzag naast Freddie Spencer nu ook Randy Mamola en Wayne Gardner van de viercilinder Honda NSR 500, tot teleurstelling van Ron Haslam, die de machine graag in zijn thuisrace had ingezet. Skoal Bandit-Heron-Suzuki versterkte zich met een tweede rijder, maar het werd geen Brit. Men koos voor de Australiër Paul Lewis. Rolf Biland liet zijn nieuwe LCR-Krauser thuis en koos voor de snellere Krauser-LCR-Yamaha.
In de droge training, waarbij het wel al hard waaide, zette Freddie Spencer de snelste rondetijd, voor Eddie Lawson en Christian Sarron. Randy Mamola en Wayne Gardner hadden tijd nodig om de afstelling van de Honda NSR 500 te vinden, maar stonden toch op de vierde en de vijfde startplaats. Omdat hij nu toch met de viercilinder reed, had Gardner een driecilinder Honda NS 500-fabrieksblok aan Roger Marshall uitgeleend. Die reed er de zevende tijd mee.
Honderd meter leidde Ron Haslam zijn thuis-GP voor Roger Marshall. Toen werden ze gepasseerd door Freddie Spencer, die in de zeer natte omstandigheden twee seconden per ronde sneller was dan de rest van het veld. Haslam leidde de achtervolging samen met Didier de Radiguès en Randy Mamola. Christian Sarron, een erkend regenrijder, was slecht gestart omdat hij tijdens de duwstart was uitgegleden en Eddie Lawson had veel tijd nodig om zijn ritme te vinden. Toen hij bij de achtervolgers aansloot was Spencer al buiten beeld. Bovendien kwam een nieuwe bedreiging in de vorm van Sarron achterop. Sarron passeerde Lawson in de zesde ronde, maar toen de achtervolgers bij Chapel de Hangar Straight opdraaiden was Spencer bij Stowe Corner al uit het zicht verdwenen. Sarron passeerde ook Mamola en De Radiguès zonder zichtbare moeite en Lawson leek daar moed uit te putten, want hij deed hetzelfde. Aan het einde van de zevende ronde stopten Wayne Gardner en Rob McElnea in de pit. Sarron begreep ook wel dat zijn merkgenoot Lawson de enige was met kans op de wereldtitel en Lawson kon hem dan ook zonder moeite passeren, maar hij keek toen al tegen een achterstand van negentien seconden aan. In de twaalfde ronde was de voorsprong van Spencer teruggelopen naar twaalf seconden, maar dat lag meer aan het feit dat Spencer rustiger reed. Een ronde later was het weer zestien seconden. In de laatste ronden liet Spencer het verschil teruglopen tot acht seconden, maar hij had de hele race gecontroleerd. Hij hoefde in de komende twee GP's nog maar tien punten te scoren om ook in de 500cc-klasse wereldkampioen te worden.
Met zijn nieuwe Yamaha YZR 250, in feite een halve OW 81, zette Carlos Lavado de snelste rondetijd, sneller dan het oude ronderecord van Christian Sarron. Op zaterdagmorgen werd hij echter verrast door een windstoot en hij viel bij Abbey Curve, waarbij hij zijn handen en een voet blesseerde. Vooral in de 250cc-training waren er veel valpartijen, zonder al te ernstige gevolgen.
Met zijn pijnlijke handen in plastic handschoenen (van Barry Sheene gekregen) gestoken startte Carlos Lavado toch in de 250cc-race, maar Alan Carter dook als eerste Copse Corner in, gevolgd door Toni Mang, Freddie Spencer, Fausto Ricci, Pierre Bolle en Reinhold Roth. Carter nam al in de eerste ronde een flinke voorsprong. Toni Mang volgde, terwijl Spencer iets terugviel. Spencer hoefde geen risico's te nemen, want de vierde plaats was voldoende om zijn wereldtitel veilig te stellen. Bovendien had hij problemen met het piekerige vermogen van zijn Honda RS 250 R-W, was zijn gearing te kort gekozen en wilde hij niet riskeren dat hij niet meer in de 500cc-race zou kunnen starten. Ricci en Roth passeerden Spencer, maar Ricci viel later weer terug en werd uiteindelijk slechts achtste. Koploper Carter bouwde een voorsprong van twaalf seconden op, maar viel in Stowe Corner. Geholpen door de baancommissarissen wist hij zijn machine weer te starten om uiteindelijk zevende te worden. Toni Mang kwam zodoende aan de leiding, gevolgd door Reinhold Roth en Manfred Herweh, die na een goede inhaalrace Spencer voorbijgegaan was. Een compleet Duits podium was het gevolg, maar Spencer was de eerste Honda-250cc-wereldkampioen sinds Mike Hailwood in het seizoen 1967.
Toen de eerste schermutselingen na de start van de 125cc-race voorbij waren, werd de race geleid door een groepje met Jussi Hautaniemi, Thierry Feuz en Jean-Claude Selini. Bruno Kneubühler en Pier Paolo Bianchi kenden een slechte start, maar wisten zich naar voren te werken. Kneubühler gaf echter op omdat hij veel last had van een in de training geblesseerde hand. Van de WK-koplopers voegde zich als eerste Fausto Gresini bij de kopgroep, terwijl Ezio Gianola in de tweede ronde ten val kwam. August Auinger pakte de tweede plaats achter Selini, maar zijn Dunlop-banden werkten uitstekend in de regen en hij nam de leiding en liep elke ronde verder uit. Ook Bianchi kwam naar voren en hij nam de tweede plaats in. Gresini moest de strijd om de derde plaats uitvechten met Selini. In de laatste bocht wist Selini de derde plaats te pakken, waardoor Gresini slechts acht punten scoorde. Voor de WK-stand had dit grote gevolgen: Bianchi nam de leiding weer over en door zijn overwinning én het uitvallen van Gianola kwam Auinger nu op de gedeelde derde plaats te staan.
Egbert Streuer en Bernard Schnieders hadden al de snelste rondetijd gereden, maar wisten dat ze nog wel een seconde sneller konden. Toen ze dat wilden proberen ging hun ontsteking stuk. Steve Webster was weer hersteld van zijn ongeluk in de TT van Assen en reed de derde tijd, terwijl WK-leider Werner Schwärzel slechts zesde was, 2½ seconde langzamer dan Streuer.
Na afloop van de warm-uptraining vervoegden zich ten minste tien zijspanrijders, waaronder ook Britten, bij de internationale juy met het verzoek de zijspanrace niet te laten verrijden. Het circuit was levensgevaarlijk door de grote plassen op de baan, waardoor de zijspancombinaties met hun brede banden last van aquaplaning hadden. De Nederlandse afgevaardigde Jo Zegwaard legde samen met zijn Duitse collega Werner Haupt het verzoek neer bij de jury, maar die probeerde het besluit zo lang uit te stellen dat de eerste combinaties al bij de startopstelling zouden staan. De belangrijkste coureurs weigerden echter te rijden: Egbert Streuer, Werner Schwärzel, Rolf Biland en Alain Michel. Steve Webster stond in dubio, want hij zou niet voor zijn thuispubliek kunnen rijden. Wedstrijdleider Vernon Cooper, waarvan bekend was dat hij het met de veiligheid niet zo nauw nam, wilde dat er gereden werd, maar de coureurs herinnerden de jury aan het dodelijke ongeval van Jock Taylor tijdens de Grand Prix van Finland van 1982, toen veel coureurs ook wilden staken. Die staking was gebroken, o.a. door Taylor zelf en Alain Michel, maar dit keer vond ook Michel het te gevaarlijk. Voor Biland betekende de afgelasting zelfs dat zijn laatste kans op de wereldtitel praktisch verkeken was. Uiteindelijk besliste de jury met één stem verschil in het voordeel van de rijders en de Britse zijspanrace ging niet van start.
Barry Sheene debuteerde in Silverstone naast Murray Walker als co-commentator voor de BBC. Wellicht was dat de aanloop naar zijn latere carrière als commentator voor de Australische tv-zenders SBS en The Nine Network.
Coureurs vonden verschillende oplossingen voor het beslaan van het vizier. Freddie Spencer had een speciale geventileerde Arai-helm, Wayne Gardner gebruikte een rubber randje aan de bovenkant van zijn vizier, de meeste coureurs plakten tape over hun neus en mond en Ron Haslam had het hele vizier van zijn Kiwi-helm rondom met tape afgeplakt. Dat was een probleem toen het alsnog besloeg. Haslam ging de pit in om zijn vizier schoon te maken, maar het kostte veel tijd om de tape te verwijderen en het vizier open te krijgen. Het kostte hem 30 seconden om weer te vertrekken.
Niet voor de eerste keer in de carrière van Murray Walker kreeg een coureur pech onmiddellijk nadat Walker hem genoemd had. Nu wees Barry Sheene Walker op het feit dat Gary Lingham het goed deed met een twee jaar oude Suzuki-productieracer. Lingham was op dat moment zevende. De regisseur pikte Lingham op en op hetzelfde moment stopte de Suzuki ermee.
Bronnen
Motor Magazine
Moto 73
Voetnoten
↑ abRoger Marshall dankte zijn HRC-frabrieksmotor aan Wayne Gardner, die ook in dienst van Honda UK reed maar voor deze race een viercilinder Honda NSR 500 kreeg. Daarom kon hij voor zijn teamgenoot wel een fabrieks-Honda NS 500 driecilinderblok missen.
↑Ron Haslam moest de pit opzoeken om zijn beslagen vizier schoon te maken. Toen hij weer terug op de baan kwam had hij al een ronde achterstand.
↑Takazumi Katayama had pas in de Belgische Grand Prix zijn eerste punten gescoord, maar hij verklaarde dat hij al vanaf het begin van het seizoen motivatie miste en na de vrije trainingen in Le Mans besloot hij zijn carrière onmiddellijk te beëindigen.
↑Vanwege de tegenvallende prestaties had de Stichting Nederlands Racing Team besloten het 500cc-team terug te trekken uit het wereldkampioenschap. Men vond dat men nog niet toe was aan dit hoge niveau en besloot verder te gaan in het Europees kampioenschap.
↑Cagiva sloeg de Britse GP over. Dat deed men wel vaker, want er was nog maar één machine klaar en daarmee kwam Marco Lucchinelli niet tot goede resultaten. Men nam dus af en toe een pauze om de motorfiets te verbeteren.
↑Carlos Lavado had in de training zijn handen en een voet geblesseerd en stopte na acht ronden vanwege de pijn.
↑Omdat hij nog een oude blessure had, waren de slechte prestaties van Ángel Nieto met de 250cc-Garelli met de mantel der liefde bedekt, maar nu hij met de 80cc-Derbi wel goed presteerde kon dat niet meer en Garelli besloot niet langer van zijn diensten gebruik te maken.
↑Op grond van zijn tegenvallende prestaties in dit seizoen maar ook al in het seizoen 1984 was Iván Palazzese na de GP van Oostenrijk (waar hij zich niet wist te kwalificeren) ontslagen door de Venezolaanse Yamaha-importeur Venemotos.
↑Erich Klein brak bij een val in de training van de GP van Joegoslavië een heup. Er werd gevreesd dat hij zijn carrière zou moeten beëindigen.